Voorgesteld 17 november 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de tijdelijke generieke verlaging van de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% nauwelijks effect heeft op het aantal transacties van koopwoningen;
overwegende, dat met deze verlaging een bedrag van 1,2 mld. op jaarbasis is gemoeid;
overwegende, dat deze inzet van overheidsmiddelen ondoelmatig is;
overwegende, dat deze maatregel nog doorloopt tot 1 juli 2012;
overwegende, dat deze middelen effectiever kunnen worden ingezet voor het lostrekken van de woningmarkt en het stimuleren van de woningbouw;
verzoekt de regering om met voorstellen te komen om de generieke verlaging van de overdrachtsbelasting per 1 januari 2012 om te zetten in een specifieke vrijstelling voor starters en het resterende vrijvallende budget te bestemmen voor startersleningen en het stimuleren van energiebesparing en de bouw en verbetering van woningen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Monasch
Verhoeven