Ontvangen 11 oktober 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan bijlage 1, onder Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, worden drie leden toegevoegd, luidende:
8a. De op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen toegelaten instellingen, waaronder begrepen de academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 1.13, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
8b. De organisaties die instellingssubsidie of projectsubsidie ontvangen krachtens de Kaderwet VWS-subsidies en die:
a. tot doel hebben door belangenbehartiging, voorlichting of lotgenotencontact de positie, invloed en medezeggenschap te versterken van patiënten, gehandicapten of ouderen op het gebied van gezondheidszorg, gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering of maatschappelijke zorg;
b. door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kader van de subsidieverstrekking met de onder a bedoelde organisaties zijn gelijkgesteld;
c. tot doel hebben de onder a en b bedoelde organisaties te professionaliseren of te ondersteunen.
8c. De rechtspersoon, bedoeld in artikel 3 van de Wet inzake bloedvoorziening.
II
In bijlage 3 komt het onderdeel Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als volgt te luiden:
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De zorgverzekeraars die zich overeenkomstig artikel 25 van de Zorgverzekeringswet of artikel 33 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten als zodanig hebben aangemeld.
III
In bijlage 4 vervalt de aanhef Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het bijbehorende onderdeel 1.
Dit amendement verplaatst de zorgverzekeraars die zich overeenkomstig artikel 25 van de Zorgverzekeringswet of artikel 33 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten als zodanig hebben aangemeld, van bijlage 4 naar bijlage 3. Indieners zijn van mening dat de zorgverzekeraars die grotendeels uit publieke middelen betaald worden onder de sectorale bezoldigingsnorm behoren te vallen conform het advies van de commissie Dijkstal. De concurrentie die moet uitgaan van de sturingsfilosofie achten de indieners dusdanig klein dat dit geen grond vormt voor een uitzondering.
De overige categorieën uit de zorgsector worden verplaatst van bijlage 3 naar bijlage 1. Indieners zijn van mening dat de zorgsector niet onder de sectorale bezoldigingsnorm behoort te vallen, maar onder het bezoldigingsmaximum.
Gerbrands
Brinkman