Voorgesteld 9 maart 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat naast de startersregeling WW de mogelijkheid bestaat om op basis van urenverrekening een bedrijf te starten vanuit de WW;
constaterende, dat bij de regeling op basis van urenverrekening een eenmaal gekort aantal uren als gevolg van een opdracht definitief doorwerkt in de verrekening van de uren in de daaropvolgende weken;
constaterende, dat dit ertoe kan leiden dat bij schommelingen in het wekelijkse aantal uren opdracht de starter uitkering en inkomsten mist;
overwegende, dat dit voor de starter aanleiding kan zijn om kortdurende opdrachten, waarmee vele directe en indirecte uren gemoeid zijn, niet in een vroeg stadium te accepteren, waardoor wellicht langer dan nodig gebruik wordt gemaakt van de uitkering;
verzoekt de regering te onderzoeken in welke mate de gesignaleerde knelpunten zich voordoen en hoe deze kunnen worden opgelost,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Besselaar