Voorgesteld 16 november 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de huidige middelen voor het onderwijs effectiever moeten worden ingezet;
overwegende, dat het van belang is dat leerlingen zonder drempels het primair onderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten en specifieke behoefte;
constaterende, dat uit recent onderzoek blijkt dat een deel van de kinderen mogelijk onterecht in een programma voor voor- en vroegschoolse educatie (vve) wordt geplaatst, zodat de toewijzing van vve-programma’s niet altijd aansluit bij de specifieke behoefte van kinderen;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe het maatwerk in de toewijzing van vve-programma’s verbeterd kan worden en de vrijkomende middelen indien noodzakelijk te integreren met de bezuiniging op passend onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dijkgraaf
Voordewind