Voorgesteld 11 november 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat er jaarlijks ongeveer 1100 scholieren die een vmbo-t-diploma hebben behaald met toelatingseisen de pas voor doorstroming naar havo wordt afgesneden;
van oordeel, dat te vaak scholen toelatingseisen voor de doorstroming naar havo stellen die niet in verhouding staan tot de kansen die betrokken scholieren maken om het havo succesvol te doorlopen;
overwegende, dat het redelijk is dat scholen bij de instroom willen voorkomen dat ingestroomde vmbo-t-leerlingen gefrustreerd de havo-opleiding voortijdig verlaten;
voorts overwegende, dat naast de doorstroommogelijkheid van vmbo-t naar het mbo ook toegankelijkheid van havo waardevol is om recht te doen aan talenten van betrokken jongeren en dus geborgd zou moeten blijven;
overwegende, dat er een balans gevonden moet worden tussen enerzijds het belang van de school en anderzijds het belang van de leerling;
verzoekt de regering in overleg te treden met het onderwijs om te komen tot afspraken waarbij rekening wordt gehouden met de vrijheid van scholen om redelijke toelatingseisen te stellen en de kansen van leerlingen recht wordt gedaan om eigen talenten te ontwikkelen door doorstroom van vmbo-t naar havo te borgen;
verzoekt de regering voorts de Kamer hierover te informeren voor 1 maart 2011,
en gaat over tot de orde van de dag.
Çelik
Voordewind