Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 6 december 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat tien jaar na het aannemen van de Veiligheidsraadresolutie 1325, inzake de positie van vrouwen en meisjes in conflictgebieden, vrouwen nog steeds op grote schaal worden verkracht en in slechts geringe mate betrokken zijn in vredesonderhandelingen;
overwegende, dat vrouwen en meisjes een belangrijke factor zijn bij de totstandkoming van vredesoplossingen en dat daartoe (politieke) participatie van vrouwen in conflictgebieden op lokaal, regionaal en nationaal niveau van groot belang is;
overwegende, dat vrouwen slechts deze rol kunnen vervullen indien zij hiertoe worden ondersteund (onderwijs, capacity building) en de nodige bescherming krijgen;
overwegende, dat binnen vredesoperaties dikwijls nog te weinig kennis is van het genderperspectief en nog te weinig vrouwelijke militaire en civiele krachten zijn opgenomen;
verzoekt de regering via de eigen ambassades en andere EU-vertegenwoordigingen in fragiele staten proactief uitvoering te geven aan resolutie 1325 en verzoekt de regering op bilateraal en internationaal (EU- en VN-)niveau uitvoering van resolutie 1325 te blijven agenderen en de Kamer hierover jaarlijks te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ferrier
Hachchi
Dikkers