Voorgesteld 15 december 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de voorgenomen vermindering van het aantal bilaterale partnerlanden en de verlaging van de begroting voor onderwijsprogramma’s zal betekenen dat in een substantieel aantal partnerlanden en voormalige partnerlanden de steun aan onderwijsprogramma’s zal worden afgebouwd;
constaterende, dat juist op het vlak van onderwijs indrukwekkende resultaten zijn behaald in de achterliggende jaren ten aanzien van de vergroting van de toegang tot onderwijs en dat – om deze resultaten te behouden – voortgaande investeringen in de kwaliteit van onderwijs cruciaal zijn, zoals ook blijkt uit beleidsevaluaties van de IOB;
constaterende, dat de regering niet aan kapitaalvernietiging wil doen en grote waarde hecht aan betrouwbaar donorschap;
verzoekt de regering een kader met heldere criteria op te stellen, op basis waarvan het behoud van behaalde resultaten centraal staat bij de uitfasering in partnerlanden, en dit kader aan de Kamer voor te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voordewind
Van der Staaij
Dikkers