Voorgesteld 11 november 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat in het onderwijs ruim 923 mln. per jaar omgaat aan subsidies en fondsen die ondersteunend zijn aan het onderwijsproces;
constaterende, dat dit kabinet tegelijkertijd 90 mln. bezuinigt op de primaire geldstroom in het basisonderwijs;
van mening, dat geld voor onderwijs allereerst ten dienste moet staan van het primaire proces;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe binnen de vele subsidieregelingen geld kan worden vrijgespeeld om de bezuiniging in het basisonderwijs ongedaan te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dezentjé Hamming-Bluemink
Pechtold
Jasper van Dijk