Voorgesteld 18 november 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de regering inzet op een steviger profiel van Nederland op het gebied van mensenrechten, en dat respect voor mensenrechten integraal onderdeel uitmaakt van het buitenlands beleid van Nederland;
constaterende, dat tijdens staatsbezoeken de betrokken bewindslieden primair op bilaterale basis landen aanspreken op mensenrechtenschendingen;
overwegende, dat het naast het aankaarten van mensenrechtenschendingen op basis van individuele gesprekken noodzakelijk is dat betrokken bewindslieden ook tijdens publieke optredens, tijdens mediaoptredens en bij openbare bijeenkomsten de desbetreffende schendingen aankaarten, altijd indachtig de mogelijke risico’s die dit voor specifieke personen met zich meebrengt;
verzoekt de regering niet alleen in onderlinge gesprekken maar ook tijdens publieke optredens in het buitenland zich uit te spreken over mensenrechten in het algemeen en over de situatie van gewetensgevangenen en inperking van persvrijheid in het bijzonder,
en gaat over tot de orde van de dag.
Pechtold