Ontvangen 2 juli 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 1.2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. In afwijking van het vierde lid vervalt een beperking of een voorschrift waarbij krachtens artikel 8.17, tweede lid, van de Wet milieubeheer is bepaald dat de betrokken vergunning slechts geldt voor een bepaalde termijn.
Dit amendement regelt dat de termijn die aan vergunningen zijn gesteld krachtens artikel 8.17, tweede lid, van de Wet milieubeheer komt te vervallen bij overgang naar de WABO. Het amendement beoogt om in het overgangsrecht op te nemen dat de vergunningvoorschriften waarin de einddatum van deze vergunningen staat, van rechtswege te laten vervallen. Enkele bedrijven hebben namelijk in de afgelopen jaren een tijdelijke vergunning gekregen op basis van art. 8.17, lid 2 Wm (kortweg de afvalverwerkende bedrijven). Het amendement strekt er toe om te zorgen dat de huidige Wm-vergunningen één–op–één overgaat in een omgevingsvergunning, exclusief het vergunningvoorschrift waarin de einddatum van de vergunning is opgenomen. Als het vergunningvoorschrift wel zou worden overgenomen, betekent dat immers dat die bedrijven in de aankomende tien jaar toch nog eenmaal een andere vergunning moeten aanvragen, ook als daar zogezegd niets is veranderd. Dit zou in strijd zijn met de gedachte van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is, dat dit niet meer noodzakelijk is. Uit berekeningen van Actal volgt dat er een eenmalige reductie van 450 000 euro kan worden gerealiseerd2. Deze reductie komt tot stand door het feit dat ook voor reeds verleende vergunningen voor afvalinrichtingen geldt dat zij voor onbepaalde tijd zullen gelden.
Koopmans