Voorgesteld 3 november 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat voor samenwonende mensen de eerste tariefgroep in de Successiewet geldt, wanneer er een bewijs van samenwonen overlegd kan worden, ofwel in de vorm van een geregistreerd partnerschap, ofwel via een samenlevingsovereenkomst;
overwegende, dat een samenlevingsovereenkomst aanzienlijke kosten met zich mee brengt, maar dat een geregistreerd partnerschap een goedkoper alternatief is;
overwegende, dat familiesamenwoners, zoals broers en zussen, alleen voor de samenlevingsovereenkomst in aanmerking komen en daarmee per definitie voor hoge kosten worden geplaatst;
verzoekt de regering om familiesamenwoners een goedkoop registratie-alternatief te bieden waaruit blijkt dat er sprake is van een wederzijdse zorgplicht en gemeenschappelijke huishouding, waardoor tariefgroep 1 op hen van toepassing is
en gaat over tot de orde van de dag.
Cramer