31 821
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

Onderdeel CU wordt vervangen door:

CU

Artikel 9.33 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel f vervalt «en».

2. In onderdeel g wordt «vijfde lid» vervangen door «vierde lid» en wordt de punt aan het slot vervangen door: , en.

3. Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:

h. de begroting, waaruit onder meer de hoogte van het instellingscollegegeld blijkt.

II

In onderdeel CV vervalt artikel 9.33a, eerste lid, onderdeel b. Onderdeel c wordt geletterd b.

III

In onderdeel DX worden de onderdelen 3 en 4 vervangen door:

3. Onderdeel g wordt verletterd tot onderdeel i.

4. Na onderdeel f worden twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

g. de keuze uit medezeggenschapsstelsels, bedoeld in artikel 10.16a, eerste lid,

h. de begroting, waaruit onder meer de hoogte van het instellingscollegegeld blijkt, en.

IV

In onderdeel DY vervalt artikel 10.20a, eerste lid, onderdeel b. Onderdeel c wordt geletterd b.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de medezeggenschapsraad instemmingsrecht krijgt over de begroting.

Jasper van Dijk