Voorgesteld 16 april 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat een verzekeringsarts vaststelt wat de beperkingen van een Wajong’er zijn bij het verrichten van arbeid;
constaterende, dat een verzekeringsarts zich hierbij een oordeel moet vormen over de gezondheidsklachten van een Wajong’er;
overwegende, dat de huisarts dan wel behandelend arts van de Wajong’er al langer zicht heeft op de medische situatie van de betreffende persoon;
van mening, dat een diagnose van de verzekeringsarts zo zorgvuldig mogelijk moet worden gesteld;
van mening, dat hierom de medische informatie van de huisarts dan wel behandelend arts op verzoek betrokken moet worden bij de indicatie;
verzoekt de regering de verzekeringsartsen van het UWV – wanneer de Wajong’er of diens begeleider(s) daarom verzoek(t)(en) – bij de medische keuring contact op te laten nemen met de huisarts dan wel behandelend arts van de betreffende Wajong’er en deze informatie te betrekken bij de medische indicatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ortega-Martijn
Spekman