Voorgesteld 19 mei 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de Europese richtlijn 2001/42/EG over de beoordeling van milieugevolgen van plannen en programma’s als regel stelt dat plannen en programma’s waarvoor uit hoofde van de habitatrichtlijn een beoordeling nodig is als regel aan een systematische milieubeoordeling dienen te worden onderworpen;
constaterende, dat de richtlijn onder diezelfde overweging de ruimte biedt om in afwijking van die regel plannen en programma’s die bepalend zijn voor het gebruik van kleine gebieden op lokaal niveau of kleine wijzigingen van de bedoelde plannen of programma’s inhouden, slechts te laten beoordelen indien de lidstaten vaststellen dat zij aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben;
verzoekt de regering de ruimte die de richtlijn biedt om niet in alle gevallen een MER verplicht te stellen, te benutten en hiertoe een nota van wijziging aan de Kamer aan te bieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Heugten
Van der Vlies
Neppérus