Voorgesteld 14 mei 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat projecten die in aanmerking komen voor een passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet in de voorgestelde MER-regelgeving, ondanks een aanwezige milieuvergunning, onderworpen zijn aan de uitgebreide besluit-MER;
overwegende, dat onder meer op grond van enkele recente uitspraken van de Raad van State verwacht wordt dat meer bedrijven in de intensieve veehouderij of andere activiteiten te maken krijgen met een passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet dan voorzien;
van mening, dat de passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet veel overlap heeft met de MER en de toegevoegde waarde van de uitgebreide MER ten opzichte van de beperkte MER in deze gevallen daarom beperkt is;
overwegende, dat de MER voor de intensieve veehouderij met relatief kleine bedrijven grote administratieve en financiële lasten met zich brengt;
verzoekt de regering om alles in het werk te stellen om, met inachtneming van de Europese regelgeving, projecten die in aanmerking komen voor een passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet, zo nog nodig, te laten onderwerpen aan de beperkte besluit-MER,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Vlies
Neppérus
Van Heugten