Ontvangen 21 november 2008
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel II wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A. In artikel 3.20, achtste lid, wordt «vijftien jaar» vervangen door: vijfentwintig jaar.
Artikel V komt te luiden:
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2010 als volgt gewijzigd:
A. In artikel 13bis, achtste lid, wordt «vijftien jaar» vervangen door: vijfentwintig jaar.
B. Artikel 20b wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De in het eerste lid vermelde bedragen worden bij het begin van het kalenderjaar van rechtswege vervangen door de bedragen die krachtens artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden vastgesteld ter vervanging van de in artikel 2.10a van die wet vermelde bedragen.
Na artikel XIX wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 72, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 komt met ingang van 1 januari 2012 te luiden:
b. die voor het eerst in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1987, en die, voor zover het vrachtauto’s of autobussen betreft, niet bedrijfsmatig worden gebruikt;
Dit amendement ziet op twee wijzigingen. Voor de bijtelling en onttrekking privégebruik van de auto van de zaak wordt uitgegaan van de catalogusprijs van de auto met inbegrip van de BPM. Voor een auto die meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, wordt daarentegen uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer. Als gevolg van dit amendement wordt deze grens met ingang van 1 januari 2010 verhoogd naar 25 jaar. De opbrengst van deze wijziging bedraagt jaarlijks € 21 mln. Deze dient ter dekking van verdere vergroeningsmaatregelen, zoals een sloopregeling, per 2010.
Ten tweede bewerkstelligt dit amendement een wijziging in de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor voertuigen ouder dan 25 jaar. Door dit amendement wordt de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor voertuigen ouder dan 25 jaar per 31 december 2011 bevroren. Dit wil zeggen dat de voertuigen die op die datum 25 jaar of ouder zijn onder de vrijstelling blijven vallen, maar dat voertuigen die op die datum jonger zijn niet meer van de vrijstelling gebruik kunnen maken. Een beperking van de vrijstelling ligt in de rede, gelet op de toegenomen rijwaardigheid van moderne auto’s, waardoor grotere aantallen oudere auto’s, op reguliere basis, van de weg gebruik maken, terwijl ze minder energie-efficiënt zijn dan nieuwere auto’s. Hiernaast kan handhaving van de vrijstelling verstorende effecten hebben op de invoering van de kilometerbeprijzing. De maatregel treedt in werking op 1 januari 2012. Deze wijziging heeft een budgettaire opbrengst tot gevolg vanaf 2012. Het vervallen van de vrijstelling werkt door naar de provinciale opcenten. Voor de rijksoverheid wordt de extra opbrengst geraamd op € 3 miljoen in 2012, € 10 miljoen in 2013, € 16 miljoen in 2014, € 22 miljoen in 2015 en € 28 miljoen in 2016 (structureel niveau is € 60 miljoen). Hierbij is rekening gehouden met de in het Belastingplan 2009 opgenomen tariefstijging van de motorrijtuigenbelasting in deze jaren. Voor de provincies wordt de opbrengst geraamd op € 1,5 miljoen in 2012, € 4,5 miljoen in 2013, € 7,5 miljoen in 2014, € 10,5 miljoen in 2015 en € 13,5 in 2016.
Cramer
Tang
Sap