Voorgesteld 27 november 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de Kamer bij motie-Kortenhorst/Szábo (30 300 X, nr. 38) gevraagd heeft om een krijgsmachtbrede inventarisatie van regelgeving die kostenverhogend en/of beperkend is voor de militaire taakuitoefening en om de Kamer voorstellen te doen ter verlichting van regelgeving voor het militaire bedrijf, alsmede bij motie-Knops/Eijsink (31 444 X, nr. 9) verzocht heeft om geïnformeerd te worden over de mogelijkheden, overbodige regelgeving tijdens operaties af te schaffen en tot bruikbare en uitvoerbare regelgeving te komen voor het materieelbeheer in operatiegebieden;
overwegende, dat de minister zelf aangeeft dat Defensie er op het punt van vereenvoudiging van regelgeving en deregulering nog niet is, en erkent dat regelgeving soms onnodig ingewikkeld is;
overwegende, dat in het kader van het bezwaaronderzoek van de Algemene Rekenkamer gebleken is dat de financiële regelgeving bij Defensie soms te uitgebreid of onnodig zwaar is;
overwegende, dat te veel regelzucht en bureaucratie door het personeel als «dissatisfier» wordt ervaren en dat het derhalve in het kader van binding en behoud van belang is voor Defensie als werkgever om hier voortdurend aandacht aan te besteden;
overwegende, dat aanpassing van regelgeving bovendien bij zal dragen aan de verbetering van de bedrijfsvoering;
verzoekt de regering voortaan in het jaarverslag in te gaan op de vorderingen op het punt van vereenvoudiging en afschaffing van overbodige, onnodig ingewikkelde en/of belemmerende regelgeving waarbij concreet aangegeven wordt, welke regels afgeschaft of vereenvoudigd zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
Knops
Eijsink
Voordewind