Voorgesteld 20 november 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de stellige indruk bestaat dat bij de verdeling van de feitelijke beschikbaarheid van politieagenten dorpskernen vaak minder bedeeld worden dan stedelijke kernen in een gemeente en dat landelijke gemeenten minder politie beschikbaar hebben dan verstedelijkte gemeenten;
van mening, dat een evenwichtige spreiding van agenten noodzakelijk is;
verzoekt de regering onderzoek te doen naar de feitelijke beschikbaarheid van agenten in landelijke gebieden en te bevorderen dat tot een evenwichtige spreiding wordt gekomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij
Anker
Çörüz