Voorgesteld 5 november 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat blijkt dat de bereidheid van kinderalimentatieplichtigen tot het onmiddellijk nakomen van de kinderalimentatieverplichting niet groot is;
overwegende, dat hieraan emotionele overwegingen ten grondslag liggen, maar ook het gebrek aan transparantie over de totstandkoming van de hoogte van het kinderalimentatiebedrag;
tevens overwegende, dat het voor de kinderalimentatieplichtige mogelijk is om zelf bewust de draagkracht te verlagen;
constaterende, dat dit tot gevolg heeft dat de kinderalimentatiegerechtigde het nakijken heeft, omdat kinderalimentatie geen preferente vordering is;
verzoekt de regering de kinderalimentatiewetgeving zodanig te wijzigen dat de normen transparanter worden, het draagkrachtprincipe wordt gerelativeerd en de kinderalimentatievordering preferent wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Anker
De Pater-van der Meer
Timmer