Voorgesteld 5 november 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat uit onderzoek is gebleken dat recidiverisico bij ex-gedetineerden in belangrijke mate is gerelateerd aan gebrek aan huisvesting, inkomen of werk, identiteitsbewijs en zorg;
overwegende, dat het bieden van nazorg aan ex-gedetineerden de verantwoordelijkheid is van de gemeenten, maar dat in de praktijk blijkt dat dit vaak nog niet goed is geregeld;
overwegende, dat de financiële middelen voor de re-integratie van ex-gedetineerden beschikbaar zijn gesteld in het kader van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, maar dat veel gemeenten de prioriteit niet hebben gelegd bij de re-integratie van ex-gedetineerden;
overwegende, dat het verminderen van de recidive niet alleen in het belang is van de betreffende ex-gedetineerde, maar ook in het belang van de hele samenleving;
verzoekt de regering het budget van gemeenten dat besteed moet worden aan de nazorg voor ex-gedetineerden te oormerken en er daarbij voor te zorgen dat de andere taken die voortvloeien uit de Wet maatschappelijke ondersteuning niet in het gedrang komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Velzen
Azough