Voorgesteld 23 oktober 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de bevindingen van het WODC-onderzoek inzake de georganiseerde criminaliteit en de rechtshandhaving op Sint Maarten zorgwekkend zijn;
van oordeel, dat Sint Maarten alleen een zelfstandig land kan worden binnen het Koninkrijk indien vaststaat dat Sint Maarten in staat is tot een goede rechtshandhaving en rechtspleging;
van oordeel, dat dit alleen vast kan komen te staan op basis van zichtbare en reële verbeteringen in de keten van rechtshandhaving en rechtspleging ten opzichte van de huidige situatie, die hun beslag moeten krijgen voordat de staatkundige hervorming in werking treedt;
constaterende, dat er thans volstrekt onvoldoende zicht is op zichtbare en reële verbeteringen;
verzoekt de regering niet eerder akkoord te gaan met de zelfstandigheid van Sint Maarten dan nadat aan de voorwaarden voor adequate rechtshandhaving en rechtspleging is voldaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Bochove
Leerdam
Ortega-Martijn