Ontvangen 19 maart 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, komt de aanhef van artikel 172a, eerste lid, te luiden: Onverminderd artikel 172, derde lid, en hetgeen bij gemeentelijke verordening is bepaald omtrent de bevoegdheid van de burgemeester om bevelen te geven ter handhaving van de openbare orde, kan de burgemeester aan een persoon die herhaaldelijk individueel of groepsgewijs de openbare orde heeft verstoord of bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde een bevel geven:.
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 122 van de Gemeentewet is niet van toepassing op de bepalingen van gemeentelijke verordeningen die voorzien in de bevoegdheid van de burgemeester om bevelen te geven ter handhaving van de openbare orde.
De persoon die herhaaldelijk de openbare orde heeft verstoord kan een gedragsbevel van de burgemeester krijgen, wanneer er sprake is van ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde. In artikel 172a zoals voorgesteld door de regering kan dat alleen bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde.
Indiener van dit amendement is van mening dat er niet noodzakelijkerwijs sprake hoeft te zijn van groepsgewijze verstoring van de openbare orde om een gedragsbevel op te kunnen leggen. De toevoeging «individueel of» voor het woord groepsgewijs beoogt de mogelijkheden voor de burgemeester te vergroten, zodat deze bevelen ook mogelijk worden ten aanzien van de individuele overlastpleger.
Het toevoegen van «individueel» maakt het noodzakelijk de zinsnede over de leidende rol, die alleen relevant is bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde, tekstueel aan te passen. Het is gewenst de verwijzing naar de leidende rol te handhaven, omdat dit het makkelijker maakt de aanstichters of «trekkers» binnen de groep aan te pakken, ook als moeilijk valt vast te stellen dat zij zelf steeds rechtstreeks aan de ordeverstorende gedragingen hebben deelgenomen.
Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de voorgestelde wijzigingen ertoe zullen leiden dat de ruimte voor toepassing van de lichte bevelsbevoegdheid (artikel 172, derde lid) en de mogelijkheid van het opleggen van verblijfsverboden e.d. op grond van de algemene plaatselijke verordening (APV) worden beperkt. Artikel 172a creëert een nieuwe bevoegdheid, zonder de bestaande mogelijkheden aan te tasten. Om iedere mogelijke onduidelijkheid daaromtrent weg te nemen, wordt deze bedoeling expliciet in artikel 172a vastgelegd door het toevoegen van de zinsnede «Onverminderd artikel 172, derde lid, en hetgeen bij gemeentelijke verordening is bepaald omtrent de bevoegdheid van de burgemeester om bevelen te geven ter handhaving van de openbare orde».
Het nieuwe artikel IIIa voorkomt dat bepalingen in de APV die betrekking hebben op de bevoegdheid van de burgemeester om bij verstoring van de openbare orde gebieds- en verblijfsverboden e.d. op te leggen, van rechtswege vervallen bij de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Dat is, zoals hiervoor gezegd, niet de bedoeling. De APV moet blijven gelden voor onder meer lichtere vormen van overlast door individuen en in situaties waarin het opleggen van zwaardere maatregelen (nog) niet nodig wordt geacht.
De Wit