Ontvangen 24 september 2008
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, wordt aan artikel 1 een lid toegevoegd, luidende:
4. De verordening kan bepalen dat indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, de desbetreffende BGV-bijdrage wordt geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het derde lid, wordt de zinsnede «branche of sector van de bijdrageplichtige» vervangen door: branche of sector van de bijdrageplichtige gebruiker.
b. Aan artikel 2, derde lid, wordt aan het slot een volzin toegevoegd, luidende: Indien de verordening toepassing geeft aan artikel 1, vierde lid, en tevens branche of sector van de bijdrageplichtige gebruiker in aanmerking neemt voor de bepaling van het tarief, wordt het niet in gebruik zijn van de zaak door de verordening gelijkgesteld aan bepaald gebruik.
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. de zinsnede «artikel 1, derde lid» wordt vervangen door: artikel 1, derde of vierde lid;
b. de zinsnede «een onroerende zaak in de beoogde BGV-zone gebruikt» wordt vervangen door: een onroerende zaak in de beoogde BGV-zone gebruikt onderscheidenlijk het genot daarvan heeft.
In sommige gevallen is er, als gevolg van leegstand, geen sprake van een gebruiker in de zin van de wet. Volgens deze wijziging kan de eigenaar in die situatie voor de BGV-heffing worden aangeslagen. Deze krijgt dan eenzelfde positie (dus ook qua draagvlakmeting en dergelijke) als een gewone gebruiker bij het wetsvoorstel. Dat is redelijk, omdat eigenaren die hun eigendom niet gebruiken doorgaans meeprofiteren van de investeringen van gebruikers in leefbaarheid, veiligheid en andere publieke belangen.
Van belang is dat het met dit amendement niet mogelijk is om een apart leegstandtarief in te voeren. Bij leegstand betaalt de eigenaar volgens het onderhavige voorstel namelijk hetzelfde tarief als een gebruiker zou moeten betalen als het pand wel gebruikt zou worden.
Blanksma-Van Den Heuvel
Smeets
Van der Vlies