Ontvangen 27 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt het woord «erkend» vervangen door: gewaarborgd.
3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. De waarborg, bedoeld in het eerste lid, houdt in dat:
a. bij het stellen van regels krachtens deze wet wordt gerespecteerd dat een dier vrij is:
1°. van dorst, honger en onjuiste voeding,
2°. van fysiek en fysiologisch ongerief,
3°. van pijn, verwonding en ziektes,
4°. van angst en chronische stress, en
5°. om natuurlijk gedrag te vertonen, en
b. de grenzen van het adaptatievermogen van het dier niet worden overschreden.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop het eerste en tweede lid worden uitgevoerd.
Dit amendement regelt dat de door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gehanteerde werkdefinitie van dierenwelzijn in haar Nota Dierenwelzijn wordt opgenomen in de Wet dieren. De criteria en voorwaarden van Brambell bieden belangrijke handvatten in het oordeel over dierenwelzijn.
Dit amendement geeft derhalve een concretere invulling aan erkenning van de intrinsieke waarde van het dier.
Van Velzen