Voorgesteld 17 februari 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het voorgestelde babyverlof tot doel heeft om vaders te laten wennen aan de gezinssituatie en om hen in staat te stellen een goede balans te vinden tussen werk en de zorg voor het pasgeboren kind;
overwegende, dat ouderschapsverlof voor hetzelfde doel gebruikt kan worden en er derhalve geen onderscheid hoeft te zijn tussen babyverlof en ouderschapsverlof;
van oordeel, dat het van belang is dat vaders de eerste dagen na de geboorte van hun kind de gelegenheid krijgen om betrokken te worden bij de verzorging en dat de mogelijkheden daartoe in het bestaande ouderschapsverlof moeten worden uitgebreid;
verzoekt de regering te bewerkstelligen dat het toegezegde wetsvoorstel waarin meer flexibiliteit wordt geregeld voor het opnemen van ouderschapsverlof, nog voor 1 mei 2010 naar de Kamer wordt gestuurd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Smilde
Ortega-Martijn