Sekswerkers die tussen wal en schip vallen door de coronacrisis |
|
Attje Kuiken (PvdA) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Bent u zich bewust van het feit dat sekswerkers die gelieerd zijn aan seksclubs als zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) momenteel wel voldoen aan de vereisten voor noodsteun, terwijl sekswerkers die onder «opting-in» vallen en sekswerkers die EU-onderdanen zijn, hier niet voor kwalificeren en daardoor plotseling alle inkomen kwijt zijn?
Voor de beantwoording van deze vraag, en de beantwoording van vraag twee en drie, ben ik te rade gegaan bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onder wiens verantwoordelijkheid sociale zekerheid valt.
Sekswerkers die als zzp’er werken kunnen mogelijk in aanmerking komen voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) indien zij aan de regels voldoen. Werknemers met een arbeidscontract komen mogelijk in aanmerking voor een Werkloosheidsuitkering (WW) en werkgevers wellicht voor de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Anderen, zoals sekswerkers die onder de opting-in regeling vallen en EU-burgers die niet als zzp’er werken of die geen werknemer zijn, komen mogelijk in aanmerking voor een bijstandsuitkering als zij aan de voorwaarden voor algemene bijstand voldoen. Voor EU-burgers is dit onder meer afhankelijk van de duur van het verblijf in Nederland en de kans op werk. Hiermee wordt een onredelijk beroep op het sociale zekerheidsstelsel van het gastland voorkomen.
Op welke wijze bent u voornemens deze twee groepen kwetsbare mensen te beschermen tegen uitbuiting en onnodige armoedeval?
Sekswerkers die via de opting-in regeling werken én sekswerkers die EU-onderdanen zijn, kunnen, als zij voldoen aan de voorwaarden die daarvoor zijn gesteld, aanspraak maken op een bijstandsuitkering. Daarnaast adviseren onder meer belangenorganisaties en het online platform Kinky sekswerkers om op afstand te werken via de webcam.
Daarnaast blijft er, net zoals altijd, bij de politie, de gemeenten en de hulpverleningsorganisaties aandacht voor signalen van seksuele uitbuiting.
Bent u bereid deze twee groepen sekswerkers te behandelen zoals sekswerkers die wel bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven om zo onnodige armoedeval en uitbuiting te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Om voor de Tozo in aanmerking te komen, dient aan een aantal voorwaarden voldaan te worden, waaronder ingeschreven staan bij de KvK als zzp’er. De groepen die buiten de tijdelijke regeling vallen of geen aanspraak kunnen maken op de WW, kunnen zoals gezegd mogelijk wel een beroep doen op de algemene bijstand en daarmee op een sociaal minimum.
Bent u bereid de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te verzoeken tot een gezamenlijke gemeentelijke aanpak te komen, mede om het ondergronds gaan van de de seksindustrie (bijvoorbeeld via websites zoals kinky.nl, waar het aantal aanbieders en bezoekers de afgelopen dagen drastisch steeg) te voorkomen?
In de model-noodverordening van het Veiligheidsberaad is een verbod op contactberoepen opgenomen. Het verbod op contactberoepen is in alle 25 veiligheidsregio’s overgenomen. Daarmee is ook het uitoefenen van alle vormen van prostitutie en ander sekswerk, waarbij men geen anderhalve meter afstand kan houden, in alle gemeenten verboden zolang de noodverordening van kracht is.
Alle gemeenten kunnen bestuurlijk toezicht houden op seksinrichtingen enerzijds en prostitutie en sekswerk als contactberoep anderzijds. Daarnaast ben ik in contact met de VNG om te bezien hoe wij gezamenlijk gemeenten waar nodig kunnen bewegen om sekswerkers die problemen ondervinden door het coronavirus, tegemoet te komen én om gemeenten alert te maken op de handhaving van de noodverordening en wat dat betekent voor sekswerkers.
Onder normale omstandigheden zijn er veel sekswerkers die gebruik maken van legale platforms als Kinky om advertenties te plaatsen. Navraag bij Kinky leert dat er in het kader van de coronacrisis een grote daling zichtbaar is in zowel het aantal adverteerders als ook een steeds verdere daling in het aantal bezoekers van de website. Veel sekswerkers blijven volgens Kinky adverteren om zichtbaar te blijven, maar dit wil niet zeggen dat zij ook afspraken maken.
Daarnaast attenderen sites zoals Kinky en Speurders de adverteerders en bezoekers van de website erop dat prostitutie momenteel verboden is in verband met het coronavirus. Kinky biedt als alternatief een webcamoptie.
De berichtgeving omtrent de bewapening van boa’s |
|
Monica den Boer (D66) |
|
Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
|
Ben u bekend met het bericht «Nieuwe maatregelen: burgemeesters blij, boa’s willen pepperspray»?1
Ja, ik heb kennis genomen van dit bericht.
Welke rol denkt u dat de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) zullen vervullen in het handhaven van de op 23 maart 2020 door u aangekondigde maatregelen omtrent het tegengaan van verspreiding van het coronavirus? Hebben zij voldoende bevoegdheden om deze maatregelen te handhaven?
Voor de handhaving van de aangekondigde maatregelen om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan gelden noodverordeningen, vastgesteld door de voorzitters van de veiligheidsregio`s. Boa`s die werkzaam zijn in de domeinen I (openbare orde), II (milieu, welzijn en infrastructuur) en IV (openbaar vervoer) kunnen een rol krijgen bij de handhaving van deze noodverordeningen. Om deze boa`s bevoegd te maken is de Regeling domeinlijsten aangepast.2 In deze lijsten staat op welke feiten boa’s kunnen handhaven. In de veiligheidsregio’s worden vervolgens concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop boa’s in deze domeinen worden ingezet.
Bent u van mening dat de huidige boa-uitrusting voldoet aan de taak die hen met deze nieuwe maatregelen te wachten staat? Worden de boa's voldoende beschermd tegen besmetting met het coronavirus?
De uitrusting van boa`s zoals bijvoorbeeld met bodycams en steekwerende vesten, waaronder tevens begrepen beschermingsmiddelen tegen besmetting met COVID-19, is in essentie een verantwoordelijkheid van de werkgevers van de boa`s. Zij beoordelen op lokaal niveau met welke uitrusting een boa wordt toegerust. Hetzelfde geldt voor andere beschermingsmiddelen, zoals mondkapjes.
Hoe verloopt op dit moment de samenwerking tussen boa’s en politie? In hoeverre is sprake van structurele informatie-uitwisseling tussen boa's en politie door middel van gezamenlijke briefings? Kan de politie op basis van locatie-informatie altijd voorzien in assistentie aan een boa in nood?
Het thema samenwerking tussen boa`s met de politie is onderdeel van de te vormen beleids- en uitvoeringsagenda, zoals ook genoemd in mijn brief van 16 december 2019.3 In deze agenda worden voorstellen gedaan voor verbeteringen in de (operationele) samenwerking tussen politie en boa’s en de veiligheid van boa’s bij de taakuitoefening. Het belang van een goede samenwerking tussen politie en boa’s wordt tevens onderschreven in de visie van de politie «Boa’s en politie, niet naast elkaar maar met elkaar», die per brief van 10 december 20184 de Kamer is aangeboden. Hierin wordt onder andere adequate informatiedeling tussen politie en boa’s en back-up (assistentieverlening) door de politie benoemd als uitgangspunten voor een goede onderlinge samenwerking.
Zowel de beleids- en uitvoeringsagenda als het visiedocument van de politie, besteden aandacht aan de mogelijkheden om de informatie-uitwisseling tussen de politie en boa’s verder te verbeteren. Hiertoe worden op steeds meer plaatsen gezamenlijke briefings gehouden, wordt gezamenlijk gesurveilleerd en wordt desgevraagd informatie overgedragen. De samenwerking tussen politie en boa’s geschiedt op basis van goede afspraken die op lokaal niveau worden gemaakt. Ondanks dat de intensiteit van samenwerking nog niet overal op gelijk niveau is, heb ik vooralsnog geen signalen ontvangen dat dit thans in de praktijk tot problemen leidt. Voor de handhaving van de maatregelen in het kader van de huidige noodverordeningen is dat niet anders.
Zijn alle boa’s in Nederland uitgerust met een goed werkende portofoon? Zo nee, waarom niet en per wanneer wel? Hebben zij via de portofoon altijd de mogelijkheid van contact met een regionale meldkamer?
Of, en zo ja, hoeveel, portofoons door een aangewezen gebruiker van C2000 aan een organisatie in gebruik worden gegeven, wordt in onderling overleg tussen de werkgevers van boa`s en de aangewezen gebruiker bepaald. Dit zogenoemde gelieerdengebruik is altijd op vrijwillige basis van de organisatie en gericht op de OOV-taak van de aangewezen gebruiker. Dit geldt ook voor het gebruik van C2000-portofoons door de boa’s die gelieerd zijn aan de politie. Iedere gebruiker van het C2000-netwerk kan door middel van de noodknop op zijn of haar portofoon contact opnemen met de meldkamer.
Deelt u de opvatting van de Bredase wethouder dat boa’s met meer verdedigingsmiddelen zouden moeten worden uitgerust, waar op 7 maart 2020 al toe opgeroepen is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?2
Zoals ook aangegeven in mijn brief van 16 december 20196 kunnen boa’s, indien noodzakelijk, voor hun taakuitvoering worden toegerust met handboeien en geweldsmiddelen. Afhankelijk van het domein waarin een boa werkzaam is betreft het de volgende geweldsmiddelen: wapenstok, pepperspray, vuurwapen en surveillancehond (gecertificeerde diensthond). Op lokaal niveau wordt op aanvraag van een werkgever bekeken of een geweldsmiddel conform de geldende beleidsregels kan worden toegekend. De aanvrager dient de noodzaak hiertoe en de bekwaamheid in de omgang met het betreffende geweldsmiddel aan te tonen. Toekenning van geweldsmiddelen geschiedt namens mij door de Dienst Justis, op advies van de (direct) toezichthouder. De wijze van beoordeling en toetsing blijft ook thans, met de COVID19 crisis, van toepassing
Bent u van mening dat indien boa’s de beschikking zouden krijgen over nieuwe taken, bevoegdheden, of middelen, er een aanpassing moet komen van de training, opleiding en professionalisering van boa's? Zo ja, wat is uw aanpak? Zo nee, waarom niet?
Vooralsnog zie ik daartoe geen noodzaak. Om aangesteld te kunnen worden als buitengewoon opsporingsambtenaar dient de functionaris aangetoond te hebben voldoende getraind, geoefend en vakbekwaam te zijn voor de taakuitoefening en daarnaast ook over voldoende vaardigheden te beschikken voor geweldstoepassing. Iemand beschikt over bekwaamheid als diegene daarvoor de vastgestelde basiskennis en vaardigheden bezit. Het basisbekwaamheidsexamen bestaat uit een deel rechtskennis en een praktijkgericht onderdeel waar de boa sanctionerend moet optreden. Hierop worden boa’s getoetst en beoordeeld. Bij een positief resultaat wordt een «getuigschrift boa» uitgereikt. Binnen een jaar na het behalen van het getuigschrift kan een titel van opsporingsbevoegdheid worden aangevraagd en kan betrokkene als boa worden beëdigd, aangesteld en aanvangen met de werkzaamheden.
Het optreden van de boa geschiedt binnen het palet van signaleren – aanspreken – waarschuwen en, indien nodig, feitelijk handhaven (en dus bekeuren). Ook dit handelingsperspectief is een onderdeel van de training, opleiding en vakbekwaamheid. Zowel theoretische kennis als de vaardigheden om sanctionerend op te treden en adequaat te handelen tijdens een dienstverlenings- en calamiteiten situatie worden geëxamineerd.
Wat is de stand van zaken in de uitvoering van de motie-Den Boer c.s. over een visie op de toekomst van de politiefunctie in Nederland? Kunt u concreet aangeven wanneer en hoe deze motie wordt uitgevoerd?3
Conform mijn toezegging aan uw Kamer, heb ik op 10 januari jl. de motie besproken met de (wnd.) voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Na dit gesprek is de uitvoering van de motie van start gegaan. In samenspraak met de WRR verken ik nu een te volgen traject om te komen tot het gevraagde in de motie. Het streven is om nog voor het zomerreces experts bijeen te brengen. Mede op basis van de inbreng van de experts wordt dit traject na de zomer vervolgd.
De campagne van Second Love waarin wordt opgeroepen tot vreemdgaan |
|
Kees van der Staaij (SGP) |
|
Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
|
Bent u bekend met de recente reclamecampagne van Second Love op billboards en in bushokjes met de tekst «Op weg naar een avontuurtje? Ik ook. www.secondlove.nl Flirten is niet alleen voor singles»?
Ja.
Wat is uw mening over deze oproep tot vreemdgaan?
Heeft u kennisgenomen van de blog «Ontrouw of het huwelijk nieuw leven inblazen?», waarin de reclamecampagne wordt gelegitimeerd?1
Wat is uw reactie op deze blog, met name de volgende uitspraken: «Ontrouw is een manier om het huwelijk het nieuw leven in te blazen en de passie opnieuw aan te wakkeren.» «Vergeet om te beginnen opvattingen en dogma’s die de maatschappij je heeft ingeprent over monogamie en dat je – man of vrouw – trouw moet zijn aan een enkele seksuele partner.» «Hoewel niet in alle gevallen, worden sommige relaties zelfs gered dankzij een bevredigend en discreet overspel.»?
Bent u bereid een moreel appèl te doen op de aanbieder om te stoppen met deze campagne?
Bent u bereid gemeenten aan te moedigen gebruik te maken van de mogelijkheden die zij hebben om dit soort reclame-uitingen te voorkomen?
Deelt u de mening dat een relatie of huwelijk niet slechts een privéaangelegenheid is, maar ook maatschappelijke betekenis heeft, zoals het opvoeden van kinderen in de veilige context van een gezin?
Relaties en huwelijk maken naar het oordeel van het kabinet deel uit van het privédomein van individuele burgers. Burgers die behoefte hebben aan relatieondersteuning kunnen wel geholpen worden door de overheid, de verantwoordelijkheid hiervoor is bij gemeenten belegd.
Vindt u ook dat deze reclamecampagne het overheidsbeleid ondermijnt om (de gevolgen) van echtscheidingen tegen te gaan, zoals in het programma Scheiden zonder Schade?
Zoals bij de beantwoording van vraag 2 t/m 6 aangegeven, is het niet aan de overheid om een oordeel te vellen over een reclamecampagne. Het Programma Scheiden zonder Schade (SzS) richt zich op het voorkomen van de schade bij kinderen als gevolg van de scheiding van hun ouders.
Hoe vullen gemeenten hun verantwoordelijkheid in het kader van de Jeugdwet in om hulp te bieden wanneer relatieproblemen een negatief effect op kinderen (dreigen te) hebben?
Gemeenten geven zelf invulling aan het hulpaanbod rondom relatieversterking en (preventie van) complexe scheidingen, onder andere in het kader van de Jeugdwet. Er worden preventieve programma’s aangeboden, maar ook laagdrempelige of meer intensieve ondersteuning. Veel gemeenten ontplooien initiatieven om adequaat om te kunnen gaan met complexe scheidingen en tijdig passende hulp te bieden. De Agenda voor actie en het programma SzS bieden gemeenten daartoe ook aanknopingspunten. Vanuit het programma SzS worden gemeenten nog verder ondersteund, onder andere door de ontwikkeling van een nieuwe scheidingsaanpak in twee regiolabs in de arrondissementen Den Haag en Oost-Brabant waarbij ook gemeenten betrokken zijn. Het programma verspreidt de resultaten en geleerde lessen onder andere gemeenten.
Heeft u zicht op de maatregelen die gemeenten treffen om relaties te versterken en echtscheidingen te voorkomen, waardoor niet alleen de problemen zelf, maar ook het stijgen van de maatschappelijke kosten worden voorkomen?
Zie antwoord vraag 9.
Het sluiten van de Nederlandse kolencentrales |
|
Alexander Kops (PVV), Geert Wilders (PVV) |
|
Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
|
Bent u bekend met het bericht «Kabinet onderzoekt versnelde sluiting van kolencentrales»?1
Ik heb kennis genomen van dit bericht.
Deelt u de mening dat het hypocrisie ten top is dat er in Nederland vanuit klimaathysterie een handjevol kolencentrales – die overigens behoren tot de modernste en schoonste ter wereld – zal worden gesloten, terwijl elders in de wereld, zoals in China, India en Indonesië, massaal nieuwe kolencentrales worden bijgebouwd?
Het kabinet werkt op dit moment aan een pakket met aanvullende maatregelen om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het Urgenda-vonnis. Ook maatregelen rondom de kolencentrales worden hierin meegewogen. Ik zal de Kamer op korte termijn informeren over de resultaten hiervan.
Wel kan ik aangeven dat de inschatting is dat wanneer afzonderlijk gekeken wordt naar de wet verbod op het gebruik van kolen voor elektriciteitsproductie, dit slechts een klein effect zal hebben op de ontwikkeling van de gemiddelde temperatuur op aarde.
Het kabinet vindt het belangrijk – en heeft zich juridisch daartoe verplicht – om ook nationaal zijn bijdrage te leveren aan het bereiken van de doelen van de Overeenkomst van Parijs en wil dat op nationaal niveau doen door te streven naar 49% CO2-reductie in 2030 (t.o.v. 1990). De wet verbod op kolen levert hier een belangrijke bijdrage aan. Het verbod op kolen is op nationaal niveau een van de effectievere maatregelen om CO2-reductie te bereiken.
Deelt u de conclusie dat áls het sluiten van de Nederlandse kolencentrales al van invloed zou zijn op het klimaat, dat «klimaateffect» elders ter wereld met een niet eens fatsoenlijk uit te rekenen factor volstrekt en compleet teniet wordt gedaan?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening dat het van grootheidswaan getuigt te denken dat het klimaatbeleid van Nederland – dat verantwoordelijk is voor een luttele 0,35% van de totale wereldwijde CO2-uitstoot – enig verschil zal maken? Hoeveel effect heeft het sluiten van die paar Nederlandse kolencentrales op de wereldwijde temperatuurontwikkeling?
Zie antwoord vraag 2.
Waarom wilt u onze betrouwbare, stabiele energievoorziening moedwillig kapotmaken en verruilen voor onbetrouwbare, weersafhankelijke elektriciteitsopwekking middels windturbines en zonnepanelen? Deelt u de mening dat als je in Nederland ergens vooral niet op kunt vertrouwen, dat dit het weer is... en uiteraard de klimaatwaanzin van het kabinet?
Het kabinet streeft ernaar om in 2030 de broeikasgassen in Nederland met 49% te reduceren ten opzichte van 1990. Dit doel is tevens in de Klimaatwet vastgelegd, als stap op weg naar 95% reductie in 2050.
Het is mogelijk om de transitie te maken naar een duurzame energievoorziening met behoud van leveringszekerheid van elektriciteit. Belangrijk daarbij zijn de ontwikkeling van opslag, vraagsturing en het realiseren van CO2-vrij regelbaar vermogen. TenneT monitort de leveringszekerheid van elektriciteit in Nederland en deze is volgens de meest recente monitor momenteel op orde.
Wat is uw reactie op de waarschuwingen van Tennet dat door het sluiten van de kolencentrales het regelbare vermogen verdwijnt, dat zonne- en windenergie grote uitdagingen voor de leveringszekerheid oplevert en dat niet uitgesloten kan worden dat bij een tekort aan elektriciteit bedrijven of complete regio’s moeten worden afgeschakeld?2
Zie antwoord vraag 5.
Deelt u de mening dat het te absurd voor woorden is dat onze solide energie-infrastructuur vanuit klimaathysterie wordt ingewisseld voor een onbetrouwbaar systeem met afschakelingen?
Zie antwoord vraag 5.
Waarom voeren de betrokken ministeries gesprekken met stichting Urgenda (een of andere duurzaamheidsorganisatie) over potentieel te nemen klimaatmaatregelen? Bent u ertoe bereid de lieden van Urgenda mede te delen dat ze naar de maan kunnen lopen?
Nee, het kabinet spreekt met veel organisaties, waaronder ook Urgenda. Het kabinet werkt op dit moment aan een pakket met aanvullende maatregelen om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het Urgenda-vonnis. Ik zal de Kamer op korte termijn informeren over de resultaten hiervan.
Bent u er tevens toe bereid om nu eindelijk met alle zinloze, geldverspillende klimaatwaanzin te stoppen, het nationale Klimaatakkoord in de gaskachel te gooien en uit het Klimaatakkoord van Parijs te stappen?
Nee, ik ben hier niet toe bereid. Met de Overeenkomst van Parijs hebben 195 landen ervoor getekend om de temperatuurstijging tot ruim onder de 2 graden Celsius te beperken, en daarbij te streven naar een beperking van de opwarming tot maximaal 1,5 graad Celsius. Ik zie het als onze plicht om er alles aan te doen om deze doelstelling te halen. We geven hier op nationaal niveau invulling aan door te streven naar 49% CO2-reductie in 2030 in Nederland. Dit doen we met de samenleving via een nationaal klimaatakkoord waarin doelstellingen voor de langere termijn zijn vastgelegd.
De gevolgen van de nieuwe coronamaatregelen voor rijschoolhouders en rij-instructeurs. |
|
Cem Laçin |
|
Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
|
Wat is uw reactie op het bericht dat 80% van de rijscholen hun deuren sluit vanwege het coronavirus?1
Met ingang van 25 maart 2020 geldt een rijinstructieverbod voor alle typen voertuigen. Dit verbod geldt tot 28 april en maakt onderdeel uit van de aanscherping van de maatregelen in de aanpak van de bestrijding van het coronavirus.
Wat vindt u van de uitslag dat slechts een derde van de branche denkt deze crisis te kunnen overleven, en wat kunt u daaraan doen?
Ik begrijp de zorgen die er zijn in de branche. Daarom sta ik ook in nauw contact met de branche. Het is duidelijk dat de branche hierdoor inkomsten misloopt. Rijscholen kunnen een beroep op financiële ondersteuning doen onder de voorwaarden zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 17 maart 2020 waarin een pakket aan tijdelijke maatregelen is bekendgemaakt voor werknemers, zzp-ers en bedrijven.
Voor de rijschoolbranche zijn onder meer de Noodmaatregel voor Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), de Overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren Covid-19 (TOGS) beschikbaar. Om aanspraak te kunnen maken op de regelingen is van belang dat wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze regelingen worden gesteld. De voorwaarden van de laatstgenoemde regeling worden momenteel geëvalueerd en waar nodig aangepast.
Kunt u ondubbelzinnig aangeven of rijlessen wel of niet door mogen gaan? Kunt u daarbij tevens rekening houden met de verschillende soorten rijlessen, zoals auto, motor of brommer?
In het antwoord op vraag 1 heb ik aangeven dat het geven van rijinstructie met ingang van 25 maart 2020 is verboden tot 28 april aanstaande en dat het verbod voor alle typen voertuigen geldt.
Kunt u, gelet op de onduidelijkheid voor de sector, deze vragen per ommegaande, maar uiterlijk 31 maart 2020, beantwoorden?
De gestelde vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
De afwikkeling van de toeslagenaffaire met ouders die onder beschermingsbewind staan |
|
Renske Leijten |
|
Alexandra van Huffelen (staatssecretaris financiën) (D66) |
|
Kunt u aangeven hoe er wordt omgegaan met gedupeerde ouders die in aanmerking komen voor compensatie, al dan niet herziening, die onder beschermingsbewind staan?
Deze ouders worden op gelijke wijze behandeld als de overige ouders, waarbij voor de financiële afwikkeling van de compensatie, herziening of reparatie van het toeslagrecht de bewindvoerder als vertegenwoordiger van de ouders optreedt.1
Klopt het dat de bewindvoerder automatisch de gemachtigde voor de afwikkeling van de toeslagenaffaire is voor de gedupeerde ouder, of kan dat ook iemand anders zijn die de zaken behartigt namens de gedupeerde? Zo nee, bent u bereid dit wel mogelijk te maken? Kunt u uw antwoord toelichten?
De kantonrechter bepaalt de reikwijdte van het beschermingsbewind. In de meeste gevallen wordt bewind ingesteld over het gehele vermogen van de betrokkene, dat wordt beheerd door een bewindvoerder.2 In dat geval is de bewindvoerder degene die de ouders vertegenwoordigt voor de afwikkeling van de compensatie, herziening of reparatie van het toeslagrecht. Voor sommige rechtshandelingen heeft de bewindvoerder machtiging van de rechthebbende of de kantonrechter nodig.3 Het bewind kan ook over bepaalde goederen worden ingesteld, bijvoorbeeld over de woning van de betrokkene. In dat geval kan de betrokkene niet zelfstandig beslissen over de verkoop van de woning, maar verder wel zelfstandig beslissen over zijn vermogen. Toeslagen kan niet afwijken van het bewind dat de rechter heeft ingesteld.
Als het in een bepaald geval wenselijk wordt geacht dat iemand anders dan de beschermingsbewindvoerder de belangen van de gedupeerde ouders behartigt bij de afwikkeling, ongeacht de reden daarvoor, kunnen de ouders of hun naasten dat met de bewindvoerder en zo nodig met de kantonrechter bespreken. De kantonrechter kan dan beoordelen of de reikwijdte van het bewind moet worden aangepast, zodat iemand anders bij de afwikkeling namens de ouders kan optreden.4 Als het wenselijk is dat een andere bewindvoerder de belangen van de ouders bij de afwikkeling behartigt, kan de rechter ook een tweede beschermingsbewindvoerder benoemen.5
Vindt u het wenselijk dat een bewindvoerder, die wellicht onderdeel uitmaakt van de gevolgschade van de gedupeerde ouder, ook de woordvoering doet als het gaat om het vaststellen van de gevolgschade? Kunt u uw antwoord toelichten?
Ik begrijp de vraag zo dat mogelijk als gevolg van financiële problemen door de kinderopvangtoeslagaffaire ten behoeve van ouders beschermingsbewind is ingesteld. En dat de kosten van het bewind in dat geval wellicht als gevolgschade worden gezien. In dit verband kan de rol van de bewindvoerder in zekere zin worden vergeleken met een advocaat. Een advocaat treedt niet alleen namens de benadeelde partij op om de schade te verhalen, maar zal daarbij ook proberen een vergoeding te krijgen voor de advocaatkosten, ten behoeve van de benadeelde.
Hoe wilt u omgaan met situaties waarin de gedupeerde ouder zich niet goed vertegenwoordigd voelt door de bewindvoerder, maar daar wel van afhankelijk is voor de afwikkeling van de compensatie? Kunt u uw antwoord toelichten?
De beschermingsbewindvoerder is door de kantonrechter benoemd. Toeslagen kan daar niet van afwijken. Wanneer gedupeerde ouders van oordeel zijn dat de bewindvoerder hen niet goed heeft vertegenwoordigd in een bepaalde aangelegenheid of niet capabel is de rechthebbende te vertegenwoordigen, kunnen zij hierover met de bewindvoerder in gesprek (en zo nodig een klacht indienen bij de bewindvoerder of de brancheorganisatie van de bewindvoerder). Zij kunnen zich ook met hun klacht wenden tot de kantonrechter of deze verzoeken de bewindvoerder te ontslaan en zo nodig een andere bewindvoerder te benoemen.
Voor ontslag van een bewindvoerder en eventueel benoeming van een andere bewindvoerder moeten de ouders een gemotiveerd verzoekschrift indienen bij de kantonrechter. Een bewindvoerder kan slechts worden ontslagen op eigen verzoek, wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer aan de kwaliteitseisen voldoet.6 De kantonrechter oordeelt hierover. In deze procedure is géén rol weggelegd voor Toeslagen.
Het niet (tijdig) huur kunnen betalen door de coronacrisis |
|
Paul Smeulders (GL) |
|
Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
|
Deelt u de zorgen van mensen met een huurwoning die als gevolg van wegvallende inkomsten door de coronacrisis mogelijk de komende maanden niet (tijdig) hun huur kunnen betalen?
Ja ik deel die zorgen. De Minister voor Milieu en Wonen heeft daarom op 25 maart jl. een bestuurlijk overleg met Aedes, Vastgoed Belang, IVBN, Kences en VLBN (leegstandsbeheerders) gehad. Hieruit is een gezamenlijk statement naar voren gekomen dat ook door de Woonbond en LSVB wordt ondersteund.1 Al deze partijen onderschrijven het belang van prettig wonen, juist ook tijdens deze crisis. Zij zien het als een gedeelde verantwoordelijkheid van eenieder om huurders daar nu in bij te staan. Via maatwerkoplossingen spannen verhuurders zich binnen hun mogelijkheden in om betalingsproblemen van huurders op te lossen. Verhuurders zullen bijvoorbeeld geen incassokosten doorberekenen aan huurders als zij wegens de coronacrisis de huur niet kunnen betalen.
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk zou zijn wanneer huurders uit hun woning zouden worden gezet door het de komende maanden niet kunnen betalen van huur vanwege wegvallende inkomsten?
Ik deel die mening. Het kabinet neemt daarom diverse maatregelen om huishoudens te helpen, om werkgevers te ondersteunen zodat mensen hun baan kunnen houden en maatregelen voor ZZP’ers en flexwerkers in het bijzonder om hen in hun inkomstenvoorziening te ondersteunen. In het bestuurlijk overleg met bovengenoemde partijen is dit besproken. In het statement is opgenomen dat huisuitzettingen voorlopig worden uitgesteld gedurende de crisisperiode, tenzij er evidente redenen zijn, zoals criminele activiteiten, extreme overlast of structurele en niet-coronagerelateerde wanbetaling. Overigens kunnen mensen alleen hun huis worden uitgezet door tussenkomst van een rechter. Huisuitzettingen zijn door de rechtspraak niet aangemerkt als urgente zaken en voorlopig vinden er daarom geen mondelinge behandelingen plaats, tenzij de rechter in kort geding oordeelt dat een zitting moet doorgaan (bijvoorbeeld bij criminele activiteiten of extreme overlast). De Koninklijke Beroepsvereniging voor Gerechtsdeurwaarders heeft leden ook geadviseerd ontruimingen tijdens de crisis zoveel mogelijk op te schorten.2
Naast deze huisuitzettingen kan het ook zo zijn dat er tijdelijke huurcontracten zijn die in deze periode van coronacrisis aflopen en huurders in deze periode moeilijker naar andere woonruimte kan zoeken. Maandag 6 april is daarom een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om het mogelijk te maken dat tijdelijke huurcontracten kunnen worden verlengd voor een tijdelijke periode tijdens deze crisis3. Uw Kamer heeft dit wetsvoorstel inmiddels aanvaard.
Is het juridisch mogelijk om als crisismaatregel tijdelijk een verbod in te stellen op huisuitzettingen vanwege betalingsachterstanden tijdens de coronacrisis? Zo ja, moet hiervoor de wet worden aangepast of kan dit ook via lagere regelgeving? Kunt u dit antwoord met verwijzing naar wet- en regelgeving en eventueel jurisprudentie toelichten?
Wanneer een huurder in gebreke blijft met betalen kan de verhuurder een verzoek tot ontbinding en ontruiming indienen bij de kantonrechter. Als de rechter dat verzoek toewijst kan met het vonnis een deurwaarder worden ingeschakeld die de ontruiming kan uitvoeren. Op basis van de huidige wetgeving is het juridisch niet mogelijk om dit op dit moment te verbieden. In mijn brief van 15 april 2020 over amendement nr. 21 heb ik aangegeven waarom ik een verbod onwenselijk vind en ruimte wil laten aan de rechter om belangen te wegen. Een verbod op huisuitzetting is een zwaar middel. Een verhuurder kan een zwaarwegend belang hebben om de huur te beëindigen, bijvoorbeeld het waarborgen van de continuïteit van verhuurder. Een rechter kan op basis van feiten en alle omstandigheden van het geval een belangenafweging maken tussen partijen.
Zoals ik in het antwoord op vraag 1 heb aangegeven, hebben de verhuurdersorganisaties verklaard in deze tijd geen huurders uit te zetten die door de coronacrisis in financiële problemen komen en er met maatwerkoplossingen naar streven om betalingsproblemen van huurders op te lossen. Verhuurders zullen daarnaast geen incassokosten doorberekenen aan huurders als zij wegens de coronacrisis de huur niet kunnen betalen.
Bent u bereid om als tijdelijke crisismaatregel een verbod op huisuitzettingen vanwege betalingsachterstanden in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Zoals ik heb toegelicht in mijn brief van 15 april 2020 ben ik op dit moment niet voornemens een algeheel verbod in te stellen.
Deelt u ook de zorgen van mensen die een tijdelijk huurcontract hebben dat binnenkort mogelijk afloopt en vanwege de coronacrisis en de hieruit voortvloeiende begrijpelijke maatregelen lastig een nieuwe woning kunnen vinden?
Ja, ik deel die zorgen. In deze tijden past het niet om van huurders te verwachten dat zij hun volle aandacht kunnen richten op het zoeken naar andere woonruimte, terwijl opzegtermijn van de verhuurder voor hun tijdelijke huurcontract dichtbij is. Om die reden wil het kabinet het via spoedwetgeving mogelijk maken dat tijdelijke huurcontracten kunnen worden verlengd voor een tijdelijke periode tijdens deze crisis.
Bent u in gesprek met de huurdersorganisaties (woonbond) en verhuurders (Aedes en de belangenbehartigers van particuliere verhuurders) om nadere afspraken te maken over het zoveel mogelijk voorkomen van het eindigen van tijdelijke huurovereenkomsten gedurende de coronacrisis? Zo ja, wat is volgens u de gewenste uitkomst?
Ja, hierover is gesproken. In het antwoord op vraag 1 aangehaalde statement is afgesproken dat verhuurders niet tot huisuitzetting over zullen gaan als huurders door de coronacrisis betalingsproblemen hebben. Daarnaast is, zoals eerder aangehaald, een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer om tijdelijke huurcontracten opnieuw tijdelijk te kunnen verlengen. Dit biedt verhuurders en huurders de mogelijkheid om de huur ten tijde van de coronacrisis tijdelijk voort te zetten.
Deelt u de zorgen dat ook wanneer er afspraken worden gemaakt tussen huurders- en verhuurdersorganisaties, dit geen soelaas biedt voor de huurders die een tijdelijke huurovereenkomst hebben met een verhuurder die niet aangesloten is bij een van de verhuurdersorganisaties? Zo ja, wat kunt hier voor deze huurders betekenen?
De tijdelijke wet die het kabinet voorstelt zal te gebruiken zijn voor elke verhuurder en elke huurder van een tijdelijk contract van maximaal 2 jaar (voor zelfstandige woningen) en 5 jaar of korter (voor onzelfstandige woningen). Over die tijdelijke wet heeft het kabinet de verhuurdersorganisaties (Aedes, IVBN, Vastgoed Belang en Kences) en de Woonbond en LSVb al geïnformeerd. Via communicatie via verschillende kanalen, zoals via www.rijksoverheid.nl, www.woningmarktbeleid.nl en het uitbrengen van persberichten worden zoveel mogelijk huurders en verhuurders op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om een tijdelijk huurcontract te verlengen.
In het wetsvoorstel is opgenomen dat een huurder een verzoek tot verlenging kan indienen. Uitgangspunt is dat het huurcontract vervolgens wordt verlengd. Het verzoek kan worden afgewezen als een verhuurder zich kan beroepen op een weigeringsgrond of een ander (door de rechter te toetsen) zwaarwegend belang.
Is het juridisch mogelijk om als tijdelijke crisismaatregel tijdelijke huurcontracten van rechtswege met enkele maanden te verlengen? Zo ja, moet hiervoor de wet worden aangepast of kan dit ook via lagere regelgeving? Kunt u dit antwoord met verwijzing naar wet- en regelgeving en eventueel jurisprudentie toelichten?
Op basis van de huidige wetgeving is het op dit moment niet mogelijk om tijdelijke contracten opnieuw tijdelijk te verlengen. Het contract wordt na het verstrijken van de overeengekomen, behoudens de tijdige schriftelijke kennisgeving over het einde van de huurovereenkomst, verlengd tot een contract voor onbepaalde tijd. Het eerder aangehaalde wetsvoorstel maakt het mogelijk om een tijdelijke huurovereenkomst tijdelijk te verlengen. Het uitgangspunt hierbij is dat de huurovereenkomst conform het verzoek van huurder wordt verlengd, behoudens de gevallen dat een verhuurder zich kan beroepen op een weigeringsgrond of een ander zwaarwegend belang.
Bent u bereid om als tijdelijke crisismaatregel de tijdelijke huurovereenkomsten van rechtswege te laten verlengen tot het einde van de coronacrisis? Zo nee, waarom niet?
Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk tijdelijke huurcontracten kunnen worden verlengd.
Het van rechtswege verlengen van alle tijdelijke huurcontracten vind ik niet wenselijk. Sommige verhuurders zullen al vóór 1 april contractuele verplichtingen met een derde zijn aangegaan voor de woning voor de periode na afloop van het tijdelijke huurcontract. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan het verkopen of het reeds opnieuw verhuurd hebben van een woning. Ook is extreme overlast, of een huurder die de woning gebruikt om criminele activiteiten uit te voeren, een reden voor een verhuurder om niet over te gaan tot verlenging.
In het wetsvoorstel zijn een aantal redenen benoemd waarom de verhuurder niet over hoeft te gaan tot verlenging. De huurder kan dan aan de rechter vragen om alsnog over te gaan tot verlenging. De rechter zal vervolgens de belangen wegen.
Bent u bereid deze vragen één voor één en zo spoedig als mogelijk te beantwoorden?
Ja.
Het aanpassen van de oefening Defender 2020. |
|
Sadet Karabulut |
|
Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA) |
|
Hebt u de leiding van de oefening Defender 2020 ingelicht over het sociale onthoudingsbeleid van de regering naar aanleiding van de crisis als gevolg van de uitbraak van het COVID-19-virus? Wanneer hebt u dit gedaan, daar met de uitbraak van het virus in Europa grote aantallen Amerikaanse militairen aankwamen in Antwerpen (24 februari), Eindhoven (10 maart) en Vlissingen (14 maart)? Wat was uw risicobeoordeling gedurende die weken?
Voor de Amerikaanse oefening Defender 2020 is in de voorbereiding een verzoek tot Host Nation Support bij Nederland ingediend. Deze oefening is daarop in nauwe samenwerking met de Amerikaanse strijdkrachten voorbereid. Defensie zou Defender 2020 ondersteunen met onder andere beveiliging, brandstof, voeding, legering en het coördineren van transporten over Nederlandse wegen, het spoor en binnenwateren.
In de afgelopen weken hebben de ontwikkelingen en maatregelen rondom de bestrijding van het COVID-19 virus elkaar snel opgevolgd. De VS heeft de oefening Defender 2020 grotendeels afgelast. De troepenverplaatsing door Nederland is in zijn geheel afgelast. Slechts enkele beperkte delen van de oefening, waar eenheden reeds in het oefengebied aanwezig waren, zijn doorgegaan. Dit betrof geen activiteiten in Nederland.
Er waren voordien reeds voorzorgsmaatregelen genomen, gebaseerd op de geldende adviezen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het Ministerie van Defensie heeft bijvoorbeeld gekeken of op de ter beschikking gestelde legeringsaccommodaties kon worden voldaan aan geldende instructies. De geplande legering was reeds gescheiden waardoor er nauwelijks tot geen direct contact zou plaatsvinden. Waar dit wel het geval kon zijn, bijvoorbeeld bij het transport van en naar de legering, was voorzien in aanvullende maatregelen om contact te minimaliseren. Daarnaast zijn extra voorzieningen ingericht om in voorkomend geval personen te isoleren en in quarantaine te kunnen plaatsen en zijn aanvullende medische voorzieningen klaargezet.
Door het afgelasten is ook de Nederlandse steunverlening aangepast naar het afwikkelen van verplaatsingen die reeds in gang waren gezet. Amerikaanse troepen die in Nederland zijn aangekomen op vliegbasis Eindhoven, verbleven tijdelijk in de legering van vliegbasis Woensdrecht en zijn inmiddels naar de Verenigde Staten teruggekeerd. De laatste militairen vertrokken op 26 maart. In Vlissingen betrof het de aanwezigheid van enkele kleine detachementen van Amerikaanse, Britse en Deense eenheden ter voorbereiding van de logistieke operatie. De laatste militairen zijn op 25 maart uit Vlissingen vertrokken. Er zijn in Vlissingen geen schepen gelost.
Hebt u, uit het oogpunt van de Europese volksgezondheid en de Nederlandse in het bijzonder, aangedrongen op beëindiging van de oefening? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Hebt u overlegd met andere regeringen van aan de oefening deelnemende landen om de oefening te beëindigen? Zo ja, was er overeenstemming met andere NAVO-landen? Wat was het oordeel van de buurlanden? Zo nee, waarom heeft u niet overlegd?
Zie antwoord vraag 1.
Waarom wordt oefening Defender 2020 niet beëindigd? Wat is het voordeel van aanpassing boven beëindiging?1
Zie antwoord vraag 1.
Wat houdt in concreto de aanpassing van de oefening Defender 2020 in? Klopt het dat deze oefening nog bezig is? Wat houdt de oefening thans in? Zo ja, wanneer zal de oefening beëindigd worden?2
Zie antwoord vraag 1.
Wat zijn de concrete werkzaamheden die Defensie uitvoert bij het ondersteunen van de onderdelen van bondgenoten die al weggaan uit Nederland? Wanneer denkt u dat dat vertrek volledig is gerealiseerd?3
Zie antwoord vraag 1.
Waren of zijn ook de in Nederland gevestigde «pre-positioned» opslagplaatsen gebruikt voor de oefening? Welke opslagplaatsen betreft het? Door welke onderdelen waren of zijn deze gebruikt?
Het in Nederland aanwezige materieel op de Army Prepositioned Stock Eygelshoven (APS-E) is niet gebruikt voor Defender 2020.
Wat is de juridische basis van het besluit om de oefening aan te passen? Kunt u dat toelichten?
De Verenigde Staten hebben een eerder ingediend steunverleningsverzoek ingetrokken, waardoor de geplande Host Nation Support operatie is gewijzigd naar het afwikkelen van de reeds in gang gezette verplaatsing.
Kunt u aangeven welke bepalingen in de overeenkomst Host Nation Support zijn benut om de oefening doorgang te verlenen? Bent u bereid dit met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 8.
Kunt u aangeven of het Host Nation Support of andere elementen in het raamverdrag Defensiesamenwerking van Nederland met de Verenigde Staten voorzien in besluitvorming tijdens epidemieën of pandemieën? Wat stellen deze bepalingen? Kunt u deze bepalingen met de Kamer delen?
Het Raamverdrag dat thans ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voorligt, bevat geen afspraken ten aanzien van besluitvorming in specifieke situaties, zoals tijdens epidemieën of pandemieën, net zo min als het verdrag een verplichting oplegt aan partijen om activiteiten op het gebied van defensiesamenwerking aan te gaan en uit te voeren. Het Raamverdrag stelt het algemeen juridisch kader ten behoeve van onderliggende afspraken tussen de nationale defensieorganisaties van Nederland en de Verenigde Staten in die gevallen waarin het Raamverdrag expliciet in die afspraken wordt ingeroepen (Kamerstuk 35 260 (R2131), nr. 3).
Huisuitzettingen tijdens de coronacrisis |
|
Maarten Hijink , Sandra Beckerman , Michiel van Nispen |
|
Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD), Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat, minister zonder portefeuille infrastructuur en waterstaat) (D66) |
|
Waarom vallen kort gedingen van verhuurders en woningcorporaties om mensen uit huis te zetten onder «urgente zaken» bij de rechtbank, hoewel de rechtspraak eigenlijk gesloten is vanwege het coronavirus?1
Op rechtspraak.nl staat informatie over welke zaken wel en welke zaken op dit moment niet worden behandeld als gevolg van het coronavirus. Deze informatie wordt dagelijks geactualiseerd. Op 24 maart jl. vermeldde rechtspraak.nl: «Bij voorlopige voorzieningen/kort geding/beslagrekesten bepaalt de rechter of de zitting moet doorgaan (alleen in geval van superspoed) of dat deze wordt aangehouden (dan komt er nog geen uitspraak). «
Dit betekent dat kort gedingen van verhuurders en woningcorporaties om mensen uit huis te zetten niet worden aangemerkt als «urgente zaken». De Behandeling van dergelijke vorderingen wordt in dat geval aangehouden. Behandeling van dit type zaken is uitsluitend mogelijk als de rechter «superspoed» aanwezig acht. Van superspoed is sprake in zeer uitzonderlijke gevallen zoals in geval van crimineel handelen of bij ernstige overlast.
Dat geldt ook voor executiegeschillen over vorderingen waarin huurovereenkomsten zijn ontbonden en ontruimingen zijn gelast. Ontruimingen zullen geen doorgang vinden, tenzij er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Als een bewoner tegen een woningontruiming in kort geding wil opkomen, moet de voorzieningenrechter nagaan of er wel sprake is van «superspoed».
In zaken waarin de ontruiming door de kantonrechter al is toegestaan, maar waarin feitelijk sprake is van schuldenproblematiek, kan er ter voorkoming van woningontruiming een moratorium of voorlopige voorziening worden verzocht in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Hierdoor is het voor de verhuurder verbodenom tot ontruiming over te gaan in afwachting van behandeling van dit Wsnp-verzoek. Deze zaken zijn als urgente zaken aangemerkt en worden door de rechtbanken (schriftelijk) behandeld.
Zaken over huurachterstand en ontruiming inclusief ontruimingsvorderingen op andere gronden, worden aangehouden. Wel kan er in deze zaken met instemming van partijen schriftelijk worden geprocedeerd.
Wat gebeurt er op dit moment met het sluiten van woningen op verzoek van burgemeesters? Worden deze zaken uitgesteld? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zoals aangegeven met betrekking tot de opstelling van de rechtbanken, zal het sluiten alleen aan de orde zijn bij criminele activiteiten of extreme overlast. Ook in die gevallen is het een lokale afweging of de sluiting in deze tijd van corona aan de orde is. De burgemeester zal bij een sluiting altijd bezien of sluiting in deze omstandigheden redelijk en billijk is.
Hoe verhoudt het door laten gaan van rechtszaken over uithuiszetting van mensen zich tot het feit dat rechtszaken over bijvoorbeeld het verkrijgen van een urgentieverklaring voor een huurhuis, het krijgen van een uitkering of zaken over ontslag en loonvordering wel worden uitgesteld? Kunt u uw antwoord toelichten? Bent u bereid hierover in overleg te treden met de Raad voor de rechtspraak om te bespreken of de juiste maatregelen zijn genomen en de juiste zaken zijn uitgesteld?
Zoals hierboven uiteengezet worden rechtszaken over uithuiszetting van mensen op dit moment niet behandeld maar uitgesteld.
Vindt u het verantwoord om, tijdens de coronacrisis waarin mensen opgeroepen wordt om zoveel mogelijk thuis te blijven, mensen op straat te zetten en daardoor bloot te stellen aan extra gevaren rondom de besmetting en verspreiding van het virus? Zo nee, waarom gebeurt dit dan? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de richtlijnen van het RIVM, de Veiligheidsregio’s en de maatregelen van de overheid?
Het Kabinet acht het van groot belang te voorkomen dat mensen uit hun huis worden gezet tijdens de Corona-crisis. Er wordt op dit moment vanuit de huur- en koopsector gewerkt aan oplossingen voor mensen die in de problemen komen. Zo heeft de Minister van Milieu en Wonen met organisaties van verhuurders, leegstandbeheerders en met steun van de Woonbond en de LSVB, afgesproken dat er geen huisuitzettingen als gevolg van het coronavirus tijdens de crisisperiode plaatsvinden. Overigens kunnen mensen alleen hun huis worden uitgezet door tussenkomst van een rechter. Huisuitzettingen zijn door de rechtspraak niet aangemerkt als urgente zaken en voorlopig vinden er daarom geen mondelinge behandelingen plaats, tenzij de rechter in kort geding oordeelt dat een zitting moet doorgaan.
Op welke manieren kunnen rechters de gevolgen van een eventuele ontruiming inschatten omdat niet duidelijk is hoe lang de coronacrisis zal duren, hoe ernstig uiteindelijk zal blijken en welke gevolgen en nasleep deze crisis zal hebben? Kunt uw antwoord toelichten?
De partij die in weerwil van de getroffen maatregelen zijn zaak toch behandeld wil zien, zal moeten toelichten waarom de behandeling van zijn zaak «superspoed» heeft. Als de (voorzieningen)rechter daarin mee gaat zal hij zoals gebruikelijk baseren op de informatie van beide partijen, en dus ook de gevolgen van ontruiming in ogenschouw nemen.
Deelt u de mening dat een ontruiming van een huishouden op dit moment tegen de rechten van de mens ingaat? Kunt u uw antwoord toelichten?
Ontruiming van een huishouden is altijd een ingrijpende maatregel en maakt inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en het huisrecht van de bewoners. De huidige coronacrisis maakt dit nog ingrijpender.
In de huidige crisissituatie is het zeer onwenselijk dat mensen uit hun huis worden gezet omdat ze de huur niet meer kunnen betalen of omdat een tijdelijk huurcontract afloopt. Het kabinet ziet het dan ook als een verantwoordelijkheid voor alle betrokken partijen om ontruimingen zoveel mogelijk uit te stellen en alleen te initiëren als er zwaarwegende redenen voor zijn, zoals criminele activiteiten of extreme overlast. Om die reden heeft de Minister voor Wonen en Milieu afspraken gemaakt met de sector om hieraan gevolg te geven. Ook steunt het kabinet de oproep van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders om ontruimingen waar mogelijk op te schorten.
Daarnaast zal het kabinet via spoedwetgeving mogelijk maken dat tijdelijke huurcontracten kunnen worden verlengd voor een tijdelijke periode tijdens deze crisis.
Bent u bereid om, net als in Vlaanderen, zo nodig een spoedwet te maken die alle uithuiszettingen tijdens de coronacrisis verbiedt zowel in de sociale als in de vrije huur- en de koopsector? Zo nee, waarom niet?2
Huisuitzettingen zijn door de rechtbanken niet aangemerkt als urgente zaken. In zulke zaken vinden dus voorlopig geen mondelinge behandelingen plaats. De Minister voor Milieu en Wonen heeft hierover, zoals in antwoord 6 aangegeven, afspraken gemaakt met Aedes, IVBN, Vastgoed Belang en Kences, de koepels van verhuurders van woningen, over het zoveel mogelijk voorkomen van huisuitzettingen in deze tijd van de coronacrisis.
Kunt u deze vragen en de eerdere gestelde Kamervragen vóór het debat van donderdag 26 maart 2020 beantwoorden?3
Ja.
De gevolgen van het coronavirus. |
|
Lilianne Ploumen (PvdA), Attje Kuiken (PvdA), John Kerstens (PvdA) |
|
Martin van Rijn (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA), Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
|
In hoeverre volgt Nederland het advies van de Wereld Gezondheidsorganistie (WHO) op met betrekking tot het testen van patiënten op het coronavirus? Indien Nederland het advies compleet volgt, hoe? Indien Nederland het advies niet compleet volgt, waarom niet?
De WHO heeft de lidstaten van de Europese regio opgeroepen om alles te doen wat nodig is in hun nationale context om de verspreiding van het virus tegen te gaan. De WHO adviseert een zogenaamde gemengde, alomvattende aanpak. Dat betekent dat de aanpak per land kan verschillen, maar ook dat per regio een andere aanpak nodig kan zijn. De WHO adviseert om zoveel mogelijk te testen, maar benoemt ook dat, afhankelijk van de hoeveelheid transmissie in een land, het aantal nieuwe gevallen en de laboratoriumcapaciteit alleen een selectie van de verdachte gevallen prioriteit kan krijgen om getest te worden. Ieder land moet goed naar de eigen context kijken en in overleg met experts bepalen welke maatregelen moeten worden getroffen. De Nederlandse regering doet dat met het RIVM, het door het RIVM georganiseerde Outbreak Management Team (OMT), en het Bestuurlijke Afstemmingsoverleg (BAO).
Het simpele statement «test, test, test» laat weinig ruimte voor nuance. In Nederland gaan we zuinig om met de ter beschikking staande testen. Er wordt getest als de uitslag van de test implicaties heeft voor de individuele zorg, de zorg binnen de instelling, de zorg die door zorgpersoneel geleverd kan worden of indien dit informatie oplevert over de publieke gezondheid.
Zijn er in Nederland voldoende testkits beschikbaar om conform het advies van de WHO testen uit te voeren? Zo ja, waarom wordt er op bepaalde plekken nauwelijks meer getest, zelfs het zorgpersoneel niet? Zo nee, waarom niet?
Er is wereldwijd schaarste van bepaalde materialen en grondstoffen die gebruikt worden om te testen. Door deze schaarste moeten scherpe keuzes gemaakt worden. Het is echter niet zo dat op bepaalde plekken nauwelijks meer wordt getest. Er is een landelijke richtlijn hoe om te gaan met deze schaarste. Daarnaast is er een taskforce ingericht, die inventariseert hoeveel materiaal beschikbaar is en of deze landelijk (her)verdeeld moeten worden. Kort gezegd komt deze erop neer dat patiënten in het ziekenhuis en in instellingen voor langdurige zorg worden getest als dit nodig is voor individuele zorg of cohortverpleging. Zorgpersoneel wordt, als zij klachten hebben die kunnen duiden op COVID-19 en als het heel belangrijk is dat ze blijven werken, getest.
Is er voldoende mankracht om te testen, zoals de WHO adviseert?
Er is voldoende mankracht om te testen. Op dit moment worden dagelijks ongeveer 2000 COVID-19 tests uitgevoerd in Nederland. In ieder geval kan er in 35 laboratoria in Nederland getest worden op het coronavirus, volgens de gevalideerde test van het RIVM en het Erasmus MC.
Is er voldoende laboratoriumcapaciteit om het aantal testen (conform het advies van de WHO) te analyseren? Zo nee, kan deze capaciteit opgevoerd worden? Bestaan hier reeds plannen voor en wanneer worden die uitgevoerd?
Er is voldoende laboratoriumcapaciteit om te testen als u daarmee bedoelt het aantal laboratoria. Het probleem zit hem in de grondstoffen en materialen voor de testen zelf.
Heeft u kennisgenomen van het feit dat in de noordelijke provincies uitgebreider getest wordt op het coronavirus? Waarom wordt in de andere provincies dit testbeleid niet gehanteerd?
Ik heb kennisgenomen van de uitingen in de pers over het testbeleid in de noordelijke provincies. Het gaat in het artikel om een persoonlijke opvatting van de betreffende hoogleraar. Daardoor ontstaat het beeld van een enorme afwijking van het landelijk beleid c.q. de landelijke richtlijn. Het UMCG heeft kort daarop een persbericht uitgestuurd waarin een veel genuanceerder beeld wordt gegeven. Ook het UMCG is selectief in wie zij wel en niet screenen. Uiteraard testen zij patiënten, zoals ook in andere ziekenhuizen gebeurt en daarnaast personeel dat essentieel is voor het leveren van zorg. Ook dat wordt in andere ziekenhuizen gedaan. De verschillen zitten hem dus hooguit in de bandbreedte bij welke klachten getest wordt en welke groepen zorgmedewerkers als essentieel voor het leveren van zorg worden gezien.
Beschikken wijkverpleegkundigen en huisartsen op dit moment over voldoende beschermingsmiddelen? Zo ja, wat valt er onder de definitie van voldoende beschermingsmiddelen? Zo nee, wat is de stand van zaken omtrent de eigen productie van beschermingsmiddelen?
Er is wereldwijde schaarste aan beschermingsmiddelen, daarom is er door het RIVM een richtlijn opgesteld, in samenwerking met de betrokken beroepsgroepen, voor wijkverpleegkundigen en huisartsen, voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Er is een structuur ingericht met landelijke, centrale, inkoop van middelen en regionale, fijnmazige distributie om te zorgen dat de beschikbare middelen goed verdeeld worden.
Heeft u een scenario voorbereid indien er onverhoopt meer dan 3.000 intensive care (IC)bedden nodig zijn? Zo ja, wat houdt dit scenario in? Zo nee, bent u bereid dit scenario alsnog te schetsen? Hoe snel kan worden opgeschaald naar 2.000, 2.500 of 3.000 IC-bedden?
Niet elke patiënt die besmet is met COVID-19 hoeft te worden opgenomen in het ziekenhuis of op de intensive care. Op basis van medisch inhoudelijk criteria wordt door zorgverleners besloten welke zorg nodig is voor de patiënt. Veel patiënten kunnen in thuisisolatie verblijven. In de Kamerbrief van gisteravond geef ik inzicht in de acties die het kabinet treft ten behoeve van de capaciteitsuitbreiding.
Deelt u de mening dat duidelijke en accurate berichtgeving omtrent het coronavirus van groot belang is? Zo ja, gaat u zorgen dat de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) duidelijk en bijgewerkt is, zodat de gehele samenleving makkelijke toegang heeft tot de laatste adviezen?
Ja. Ik ben van mening dat de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) duidelijk en bijgewerkt is. De informatie wordt ook steeds uitgebreid met andere informatie.
Worden bedrijven op dit moment geholpen bij het toepassen van de regel om anderhalve meter afstand te houden binnen hun bedrijf? Zo nee, bent u bereid de meest werkzame methodes met deze ondernemingen te delen, zodat de uitvoering van de gedragsregels hen makkelijker af gaat?
De situatie in bedrijven kan sterk uiteenlopen. De anderhalve meter afstand is gebaseerd op twee armlengtes en dus goed vast te stellen en in te passen in de bedrijven.
Bent u bereid een duidelijke handleiding, gebaseerd op heldere, eenduidige scenario’s te schrijven waarmee mensen een duidelijk antwoord kunnen krijgen op de vraag of zij wel of niet naar buiten mogen, om grote samenkomsten van mensen te voorkomen en om te verzekeren dat de overheid geen tegenstrijdige gedragsinstructies geeft, en het publiek daarover via campagnes en andere middelen te informeren?
Wij doen ons best om de instructies en adviezen zo helder en eenduidig mogelijk weer te geven. We hebben het publiek daarover via een campagne en via een pushbericht geïnformeerd.
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, in ieder geval voor het debat van donderdag 26 maart 2020?
Ja.
Het Vlaamse verbod op de jacht in het kader van de corona-maatregelen. |
|
Frank Wassenberg (PvdD) |
|
Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
|
Kent u het bericht «Jagen en vissen zijn verboden buitenactiviteiten»?1
Ja.
Deelt u de mening van de Vlaamse Minister van Omgeving dat verplaatsingen voor de uitoefening van de hobby, waaronder hengelen of jagen, niet langer verantwoord zijn in het kader van het voorkomen van een verdere verspreiding van het COVID-19-virus? Zo nee, waarom niet?
In Nederland geldt het advies om zo veel mogelijk thuis te blijven. Het is van belang dat ook jagers en vissers zich houden aan de richtlijnen van het RIVM. Er is geen aanleiding om voor het jagen en het beoefenen van de hengelsport aanvullende maatregelen te treffen, bovenop de maatregelen die het kabinet al heeft afgekondigd.
Verder is de jacht momenteel gesloten. Deze wordt pas geopend op 15 augustus voor konijn en wilde eend en op 31 oktober voor fazant, houtduif en haas. Schadebestrijding en populatiebeheer, zoals neergelegd in goedgekeurde faunabeheerplannen, kunnen doorgang vinden. Ook daarbij dienen de richtlijnen van het RIVM strikt in acht te worden genomen. Dit betekent onder andere dat er met niet meer dan drie jagers tegelijk kan worden gejaagd, waarbij de onderlinge afstand tussen de jagers altijd minimaal 1,5 meter is.
Ten aanzien van de hengelsport wijs ik erop dat viswedstrijden, net als alle andere evenementen, verboden zijn tot 1 juni. Sportvisserij Nederland, de belangenorganisatie van de sportvisserij, benoemt ook deze lijn in haar communicatie naar de hengelaars.
Deelt u de mening dat, nu het kabinet oproept om het huis niet te verlaten om niet-noodzakelijke redenen, voor de jacht en hengelen geen uitzondering gemaakt mag worden? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u voornemens om ook in Nederland per direct een verbod in te stellen op jagen en hengelen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden, in ieder geval vóór aanvang van het debat over over de ontwikkelingen rondom het coronavirus dat op 26 maart 2020 plaatsvindt?
Ja.
EU lidstaten die maatregelen nemen vanwege de coronacrisis die verregaande gevolgen hebben voor de democratie |
|
Renske Leijten |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Bent u op de hoogte van het verontrustende feit dat volgende week in Hongarije een noodwet in stemming komt, en naar alle waarschijnlijkheid zal worden aangenomen, die regeren per decreet mogelijk maakt en feitelijk de parlementaire democratie uitschakelt?1
Op 11 maart jl. heeft de Hongaarse regering de staat van gevaar uitgeroepen die alleen door de regering kan worden opgeheven. Vervolgens heeft het Hongaarse parlement op 30 maart jl. een autorisatiewet aangenomen waarmee het de tijdsbeperking van uitgevaardigde decreten opheft. De uitgevaardigde decreten hadden voordat de autorisatiewet werd aangenomen een geldigheid van 15 dagen. Het Hongaarse parlement kan in principe met een gewone meerderheid de geldigheidsduur van een decreet beperken. Daarnaast kan het Hongaarse parlement bij twee derde meerderheid, indien het erin slaagt bijeen te komen, de autorisatiewetgeving herroepen, waarmee de specifieke volmachten die de Hongaarse regering momenteel bezit tevens tot een einde komen. De regeringspartij heeft sinds 2010 een constitutionele meerderheid in het parlement. De wetgeving bevat tevens bepalingen die de verspreiding van fake news aan banden moeten leggen.
De Hongaarse autorisatiewetgeving roept vanuit het oogpunt van de beginselen van rechtsstaat, democratie, grondrechten en persvrijheid vragen op. Buitengewone maatregelen in het kader van de bestrijding van COVID-19 zijn geoorloofd en wenselijk vanuit het oogpunt van de bescherming van de volksgezondheid, maar dienen wel te voldoen aan vereisten van noodzakelijkheid, proportionaliteit en tijdelijkheid, en dienen tevens de waarden van de Unie en internationale verdragsverplichtingen te respecteren.
Het kabinet heeft zich er in Europees verband samen met gelijkgezinde lidstaten voor ingespannen om een verklaring tot stand te brengen waarin lidstaten wordt opgeroepen om bij het nemen van uitzonderlijke noodmaatregelen de beginselen van rechtsstaat, democratie en grondrechten te respecteren. Deze verklaring is op 1 april jl. gepubliceerd. In de verklaring wordt verder het voornemen van de Europese Commissie om de (toepassing van) noodwetgeving in lidstaten te monitoren verwelkomd en de Raad Algemene Zaken opgeroepen dit onderwerp op een gepast moment nader te bespreken.
Tijdens de extra informele Raad Buitenlandse Zaken van 3 april jl. uitten verschillende lidstaten – waaronder Nederland – zorgen over de onlangs in Hongarije aangenomen wetgeving. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft na de Raad telefonisch contact gehad met zijn Hongaarse ambtsgenoot om de Nederlandse zorgen te bespreken.
De Minister voor Rechtsbescherming heeft tijdens de informele JBZ-Raad van 6 april jl. eveneens het Nederlandse standpunt onderstreept en ook gewezen op de bijzondere verantwoordelijkheid die JBZ-ministers hebben. Ook heeft de Minister voor Rechtsbescherming aangegeven dat de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid niet beperkt mogen worden.
In de voorbereiding op de komende videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 22 april a.s. zet Nederland er samen met gelijkgezinde lidstaten op in om de rechtsstatelijkheid van de noodmaatregelen in de lidstaten te agenderen, conform de inzet zoals opgenomen in de Geannoteerde Agenda die uw Kamer op 17 april is toegegaan.
Het kabinet verwelkomt verder het rapport van het EU-Grondrechtenagentschap van 8 april jl. over COVID-19 en de implicaties voor grondrechten, en de handreiking van de Raad van Europa die op 7 april jl. met alle 47 lidstaten is gedeeld. Het kabinet hoopt dat de internationale druk Hongarije zal doen bewegen de autorisatiewetgeving te heroverwegen.
Hoe reageert u op de analyse van Amnesty International dat dit in strijd is met internationaal recht omdat de maatregel noch proportioneel, noch tijdelijk is?
Zie antwoord vraag 1.
Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat «paniek zaaien» strafbaar wordt en dat daardoor gevangenisstraffen tot vijf jaar kunnen worden opgelegd, ook aan kritische journalisten?2
Zie antwoord vraag 1.
Erkent u dat juist ook in crisissituaties het belang van democratie onverminderd groot is alsmede de onafhankelijke nieuwsgaring? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zie antwoord vraag 1.
Op welke manier gaat u met uw collega’s in Europees verband bespreken dat ondanks de grote uitdaging die het coronavirus met zich meebrengt, dit geen aanleiding moet zijn om de parlementaire democratie uit te hollen?
Zie antwoord vraag 1.
De maatregelen die worden getroffen in het gevangeniswezen in verband met het COVID-19 virus |
|
Michiel van Nispen |
|
Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Op welke wijze vindt op dit moment overleg plaats met deskundigen, vertegenwoordigers van gevangenispersoneel en anderen om er voor te zorgen dat de maatregelen om verspreiding van het Coronavirus in het gevangeniswezen zoveel mogelijk te voorkomen zo effectief mogelijk zijn, in het belang van het personeel, de gedetineerden en familieleden, maar dat tegelijkertijd de rechtspositie van alle betrokken en de proportionaliteit in acht genomen worden?
Per brief van 13 maart bent u geïnformeerd over de maatregelen die de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) treft tot en met 31 maart treft om de verspreiding van COVID-19 binnen de inrichtingen tegen te gaan.1 Deze maatregelen worden verlengd tot 6 april. Het kabinet zal op 31 maart een besluit nemen over het vervolg van de aanpak van COVID-19. Op basis hiervan zal ik uw Kamer informeren over de gevolgen van dat besluit voor de executie van straffen en maatregelen.
Binnen DJI is een centraal crisisteam ingericht. Dit crisisteam overlegt dagelijks en onderhoudt intensief contact met onder andere het RIVM en de centrale ondernemingsraad van DJI. Driemaal per week wordt vanuit het crisisteam direct aan mij gerapporteerd. Daarnaast heeft elke penitentiaire inrichting (hierna: inrichting) een actieteam ingericht. Dit team coördineert per inrichting de maatregelen. De inrichtingen kunnen contact opnemen met het centrale crisisteam voor duiding en advies.
Alle maatregelen uit de brief van 13 maart zijn vooraf juridisch getoetst. Het stelsel van rechtsbescherming is niet aangepast. Gedetineerden kunnen als zij dat wensen tegen de maatregelen in beklag bij de commissie van toezicht.
Kunt u verduidelijken wat het protocol is wanneer de partner van een medewerker van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) alle symptomen van het Coronavirus vertoont? Moet de medewerker, die zelf geen symptomen vertoont gewoon komen werken of moet hij/zij dan thuis blijven?
Zoals ik in mijn brief van 13 maart jongstleden heb aangegeven geldt voor het personeel in de inrichtingen dat zij werken in een cruciale functie om Nederland draaiend te houden, vergelijkbaar met andere zorgverleners. Daarom wordt het advies gevolgd dat het RIVM heeft gegeven voor zorgverleners buiten de ziekenhuizen. Dit betekent dat medewerkers die geen corona gerelateerde klachten vertonen, kunnen blijven werken, ook indien hun partner corona gerelateerde klachten heeft. Een eventuele wijziging van de richtlijn van het RIVM wordt opgevolgd.
Wat doet DJI om personeel zich zo veilig mogelijk te laten voelen en zo verantwoord mogelijk hun werk te kunnen laten doen? Kunnen alle richtlijnen worden nageleefd? Wie bepaalt welke medewerkers en functiegroepen wel/niet verantwoord thuis hun werk kunnen doen? Waar kan personeel met Coronavirus gerelateerde vragen zich toe wenden?
Het werk dat medewerkers van DJI doen, is van cruciaal belang voor de samenleving, zij dragen bij aan een veiliger Nederland. Het beschermen van DJI personeel heeft dan ook hoogste prioriteit, juist nu hun werk extra uitdagingen kent. DJI heeft de maatregelen waarover ik u per brief van 13 maart heb geïnformeerd genomen om medewerkers en justitiabelen te beschermen tegen besmetting en de veiligheid in de inrichting te waarborgen.
De richtlijnen van het RIVM en de brede kabinetsmaatregelen zijn leidend bij de manier waarop de medewerkers op een veilige wijze hun werk kunnen uitvoeren. Medewerkers kunnen bij hun leidinggevende terecht met vragen, ook over de eventuele wenselijkheid om thuis te werken. De leidinggevenden bij DJI zijn geïnformeerd over de mogelijkheden om bijzonder verlof te verlenen of kort of langer durend zorgverlof.
Op welke wijze worden medewerkers in de Penitentiaire Inrichtingen en ook in het gevangenisziekenhuis (Justitieel Medisch Centrum voor Somatische Zorg, JCvSZ) op dit moment beschermd wanneer zij contact hebben met mogelijk besmette gedetineerden?
Medewerkers die gedetineerden verzorgen die mogelijk besmet zijn moeten goed worden beschermd tegen het virus. Zij krijgen minimaal een chirurgisch mondneusmasker en handschoenen. Daarmee volgt DJI de richtlijnen van het RIVM.
Zijn alle mensen die contact hebben gehad met besmette gedetineerden getest op het hebben van het Coronavirus, in het bijzonder de behandelend arts(en)?1
Nee. Net zoals dat buiten inrichtingen gebeurt, is het beleid dat bij een bevestigde besmetting de GGD bepaalt of er nader onderzoek naar de omgeving van de persoon wordt uitgevoerd.
Wat is er op dit moment nog mogelijk qua arbeid in detentie? Deelt u de mening dat arbeid op dit moment zo zinvol mogelijk ingericht zou moeten worden? Klopt het dat op dit moment in zes inrichtingen door gedetineerden mondkapjes gemaakt worden? Welke mogelijkheden zijn er om dit uit te breiden naar meer inrichtingen?2
Arbeid is nog steeds mogelijk en blijft aanbevolen als nuttige dagbesteding. Daarbij worden de richtlijnen van het RIVM zoveel mogelijk gevolgd ten aanzien van afstand en hygiëne. Groepsgroottes worden waar nodig ingeperkt om de voorschriften te kunnen waarmaken. Op dit moment worden in vijf inrichtingen mondkapjes geproduceerd. In enkele inrichtingen worden voorbereidingen getroffen deze te gaan produceren.
Klopt het dat gedetineerden in de zeer beperkt beveiligde inrichting (ZBBI-regime) hun straf zoveel mogelijk extramuraal uit mogen zitten? Wordt daarbij onderscheid gemaakt in gedetineerden waarbij wel of niet nog een hoger beroep loopt? Zo ja, waarom?
Zoals ik uw Kamer 13 maart jongstleden heb geïnformeerd, geldt voor personen aan het einde van hun gevangenisstraf in een zeer beperkt beveiligde inrichting dat zij buiten de inrichting verblijven in de vorm van een verloftoekenning. Hieraan kunnen bijzondere voorwaarden worden verbonden zoals elektronisch toezicht. Gedetineerden die nog in afwachting zijn van het hoger beroep blijven in de inrichting op grond van voorlopige hechtenis. Het is aan de rechter voorbehouden om de voorlopige hechtenis op te heffen.
Krijgen gedetineerden van het ZBBI-regime die hun straf door de Corona-maatregelen buiten de muren van de gevangenis mogen uitzitten altijd een enkelband om? Zijn er genoeg enkelbanden beschikbaar om iedereen die op dit moment in het ZBBI-regime zit met een enkelband zijn straf buiten de muren van de gevangenis uit te laten zitten? Zo nee, hoe groot is het tekort aan enkelbanden ten opzichte van het aantal ZBBI-gedetineerden?
Alle ZBBI-ers die naar aanleiding van de corona-maatregelen buiten de inrichting mogen verblijven zijn onder elektronisch toezicht geplaatst. Op dit moment is er geen tekort. Om te voorkomen dat een tekort zou ontstaan zijn alle betrokken organisaties tevens hard bezig om de capaciteit uit te breiden.
Lukt het in het gevangeniswezen ook iedereen minstens anderhalve meter afstand van elkaar te laten houden? Is het, met dit advies in het achterhoofd, nog verantwoord om meerdere gedetineerden per cel te plaatsen? Zo ja, waarom? Zou het niet beter zijn om, uit voorzorg, gedetineerden op enkelcel te plaatsen? Welke mogelijkheden zijn er om nu het aantal meerpersoonscellen in ieder geval te verminderen?
Gedetineerden en personeel bewaren zo goed mogelijk anderhalve meter afstand van elkaar. Personeel wijst gedetineerden hier op, maar dit is ook een verantwoordelijkheid van gedetineerden zelf. Waar nodig zijn maatregelen getroffen om deze afstand te kunnen bewaren, bijvoorbeeld door het verkleinen van groepsgroottes.
Met de inzet van meerpersoonscellen wordt zorgvuldig omgegaan. Bij klachten die passen bij een corona-infectie wordt een persoon niet in een meerpersoonscel geplaatst. Signalen van mogelijke gezondheidsklachten worden direct opgevolgd. Deze maatregelen moeten voorkomen dat gedetineerden met verdenking van een corona-infectie verblijven bij gedetineerden zonder verdenking. De maatregelen waarover uw Kamer 13 maart is geïnformeerd hebben de instroom van gedetineerden beperkt en de uitstroom bevorderd. Er is daarom sprake van een daling van het meerpersoonscellengebruik. Dat biedt meer ruimte om personen in een eenpersoonscel te plaatsen.
De gevolgen van de maatregelen tegen het coronavirus voor dieren in de veehouderij |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
|
Is het uitgangspunt van het kabinet dat we vanuit dierenwelzijnsoogpunt moeten zorgen dat we maatregelen nemen om problemen in de slachterijen, in de stallen of in het transport niet te laten verergeren als gevolg van de coronacrisis? Zo nee, waarom niet?
Het coronavirus raakt alle delen van onze maatschappij en de economie. Dierenwelzijn is een aspect dat daarbij o.a. in het geding kan komen. Bij het nemen van benodigde maatregelen met betrekking tot het coronavirus worden de effecten op het dierenwelzijn in de veehouderij meegewogen.
Heeft u de oproep gezien van 36 Europese dierenbeschermingsorganisaties om de transporten vanuit Europa naar derde landen stil te leggen en om diertransporten binnen Europa stil te leggen als ze meer dan acht uur duren?1
Ja, tevens ken ik het bericht van de Europese Commissie waarnaar wordt verwezen in die oproep. Dat bericht houdt in het handelsverkeer en transport tussen de lidstaten van de EU te continueren om de voedselproductie in de EU op peil te houden.
Steunt u deze oproep? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Het handelsverkeer is essentieel voor de voedselproductie, zeker in deze periode. Daarnaast blijft de Transportverordening van kracht, zoals ook aangegeven door de Europese Commissie. Transporten binnen Europa langer dan 8 uur zijn daarin toegestaan, waarbij uiteraard wel moet blijven worden voldaan aan de dierenwelzijnseisen. Daarom steun ik deze oproep niet.
Gaat u bij de Europese Commissie aandringen op het snel doorvoeren van deze voorgestelde maatregelen?
Omdat ik de oproep niet steun, zal ik hier ook niet op aandringen bij de Europese Commissie.
Kunt u bevestigen dat er steeds meer dierenleed optreedt als diertransporten toch doorgaan, nu diverse landen striktere grenscontroles instellen of de grenzen volledig sluiten voor alle transporten, met lange files en vertragingen van 12 uur of meer tot gevolg?2 3 4
Na een eerste fase van ingelaste grenscontroles, die tot lange wachttijden hebben geleid en daarmee ook in een aantal gevallen tot welzijnsproblemen, lijkt dit nu verbeterd. Nederland blijft aandringen op het snel doorvoeren van levende have wanneer dit stokt. Daarover hebben we nauw contact met de Europese Commissie. Ook de zogeheten «green lanes» kunnen daarbij helpen. Signalen over maatregelen die landen nemen die tot vertragingen kunnen leiden worden verzameld en vervolgens gepubliceerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Bedrijven kunnen deze informatie gebruiken bij hun beslissingen over transporten. De NVWA gebruikt deze informatie om vooraf de routeplannen van diertransporten te beoordelen.
Er zijn geen signalen dat landen de grenzen sluiten voor levende dieren.
Kunt u bevestigen dat de vraag naar voedingsmiddelen, waaronder vlees, zowel in Nederland als in andere landen door het sluiten van horecagelegenheden drastisch – tot wel 40% – is afgenomen?5
Het sluiten van horecagelegenheden in binnen- en buitenland in het kader van de coronacrisis heeft geresulteerd in een forse afname in de vraag naar voedingsmiddelen in deze branche. Daarnaast lijkt er sprake te zijn van een verschuiving van de vraag van de horecasector naar de retail.
Erkent u dat het zeer onwenselijk is als vlees vanwege het wegvallen van exportmogelijkheden wordt ingevroren en later alsnog moet worden «doorgedraaid» ofwel vernietigd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om dit te voorkomen?
Het vlees dat wordt ingevroren als gevolg van het wegvallen van exportmaatregelen is geproduceerd onder het gebruikelijke regime van keuring en toezicht door de NVWA met aandacht voor voedselveiligheid en dierenwelzijn. Dat het bedrijfsleven er nu voor kiest om, weliswaar gedwongen door de omstandigheden, het vlees in te vriezen in plaats van direct te verkopen doet daar niets aan af. Invriezen geeft het bedrijfsleven meer ruimte om in te spelen op de veranderde omstandigheden en te sturen op een balans in vraag en aanbod.
Heeft u gezien dat door verschillende partijen in de vleessector wordt gewezen op nog verdere druk op het slachtproces door het uitvallen van toezichthouders en slachthuispersoneel?6
Ja.
Heeft u gezien dat varkenshouders de afgelopen dagen meer varkens leverden dan de slachterijen aankunnen en zijn er plannen om deze toevloed door overheidsingrijpen te beperken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?7
Uw Kamer zal mijn antwoord op deze vraag zo spoedig mogelijk ontvangen.
Bent u van mening dat ook slachthuismedewerkers en de toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)beschermd moeten worden tegen het coronavirus en dat zij dus ook volgens de richtlijnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) thuis moeten blijven als zij milde klachten vertonen?
Zeker. De NVWA hecht aan de veiligheid van haar medewerkers en hanteert de RIVM-richtlijnen die voor elke Nederlander gelden.
Erkent u dat het dientengevolge zeer waarschijnlijk is dat er de komende tijd minder slachthuispersoneel, minder keuringsmedewerkers en minder toezichthouders zullen kunnen werken in de slachthuizen, ook in het buitenland?
De NVWA heeft scenario’s voorbereid voor het afschalen van haar werkzaamheden ten gevolge van verminderde beschikbaarheid en dus inzet van personeel in verband met corona. Aan deze scenario’s wordt momenteel uitvoering gegeven, ook voor de situatie van slachthuizen. Zo wordt op de slachthuizen de NVWA-inzet met name op de keuringswerkzaamheden gericht en heeft afschaling van tactische toezichtswerkzaamheden plaatsgevonden. De verplichte monstername in het kader van het Nationaal Plan Residuen zal vanaf maandag 30 maart a.s. worden gehalveerd bij slachthuizen. Op het primaire bedrijf en bij import is hiermee begin vorige week gestopt. Ook de monstername Verordening microbiologische criteria (VMC) wordt voorlopig gestaakt. Vanaf heden worden geen fysieke bezoeken meer uitgevoerd voor jaarlijkse verleningen van scrapie status. Dit wordt beperkt tot een administratieve controle. Nieuwe aanvragen worden voorlopig niet in behandeling genomen. De exportcertificering voor fok- en gebruiksdieren van bepaalde diersoorten is stopgezet.
Hoeveel toezichthouders en keuringsmedewerkers zijn er dit jaar tot nu toe al uitgevallen bij BV Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) en de NVWA?
Het ziekteverzuim bij de NVWA onder medewerkers die hun werk op slachthuizen doen bedraagt volgens het laatst bekende voortschrijdend jaargemiddelde bijna 7%. De laatste weken neemt dit percentage fors toe (huidige stand: 15,8%.) Voor KDS bedraagt het actuele verzuimpercentage 19,5%.
Hoe verantwoord vindt u het dat tot op heden dagelijks tienduizenden varkens naar slachthuizen in Noord-Brabant, een corona brandhaard, worden vervoerd, waar het voltallige slachthuispersoneel moet worden ingezet en zij aan zij moet werken om het hoge slachttempo bij te kunnen benen?
Iedere werkgever, dus ook een slachthuis, is er aan gehouden de voorschriften met betrekking tot het coronavirus op te volgen en de werkzaamheden hier op in te richten. De NVWA heeft de slachthuizen hier per brief uitdrukkelijk op gewezen. Daar waar de NVWA constateert dat de richtlijnen van het RIVM niet adequaat worden opgevolgd, zal de dienstverlening door de NVWA worden opgeschort.
Kunt u bevestigen dat keuringsmedewerkers vanwege de risico’s voor de gezondheid van de slachthuismedewerkers en die van henzelf, alsmede in het belang van de voedselveiligheid, pleiten om per direct passende maatregelen te treffen?
Keuringsmedewerkers stellen uiteraard ook vragen over de veiligheid van hun werk in verband met het coronavirus. Daarom heeft de NVWA de slachthuizen per brief gewezen op de noodzaak van strikte naleving van de RIVM-adviezen. Daar waar de NVWA constateert dat de adviezen niet adequaat worden opgevolgd, zullen de keuringen door de NVWA worden opgeschort.
Bent u bereid gehoor te geven aan deze oproep en slachthuizen op te dragen te zorgen dat medewerkers voldoende afstand kunnen houden, met als gevolg dat er minder personeel kan werken en de druk op het slachtproces drastisch wordt verminderd?
Indien de NVWA constateert dat slachthuizen zich niet houden aan alle RIVM-richtlijnen vinden er geen keuringen plaats De NVWA-dierenarts heeft de mogelijkheid het slachtproces per direct te stoppen en de NVWA-medewerkers zullen van het bedrijf vertrekken als op de slachthuizen medewerkers aanwezig zijn die symptomen van (milde) verkoudheid vertonen. Deze lijn is op 23 maart jl. nogmaals onder de aandacht gebracht middels een brief vanuit de NVWA aan alle slachterijen met permanent toezicht.
Kunt u bevestigen dat besmet of vervuild vlees, zoals met de listeriabacterie, salmonellabacterie, het hepatitis E-virus of MRSA- en ESBL-bacteriën, nog grotere risico’s met zich mee kunnen brengen voor de gezondheid van mensen, nu ook het coronavirus rondwaart?
De algemene instructies van het Voedingscentrum zoals het goed verhitten van (rauwe) voedingsmiddelen volstaan ook hier. Daarnaast dienen voedselproducerende bedrijven ook nu te voldoen aan alle geldende wet- en regelgeving met betrekking tot het veilig produceren van voedsel. De NVWA houdt daar toezicht op.
Deelt u de mening dat het nog belangrijker is dan anders om te zorgen dat (kwetsbare) mensen geen besmetting oplopen door vlees waarvan de voedselveiligheid onvoldoende is gecontroleerd?
Zoals in vraag 16 beantwoord, is het altijd belangrijk dat de veiligheid van voedsel is gewaarborgd en dat consumenten de adviezen van het Voedingscentrum ter hand nemen. De producenten zijn verantwoordelijk voor het veilig produceren van vlees, en dat hierbij aan de geldende regelgeving op het terrein van voedselveiligheid wordt voldaan. Voedselveiligheid is in alle omstandigheden belangrijk. Dat is nu niet anders en daar richt de NVWA zich op. Hiermee wordt er alles aan gedaan om te voorkomen dat consumenten, ook de kwetsbare doelgroepen, ziek worden door onveilig voedsel.
Vindt u het verantwoord dat het toezichtsniveau nog verder daalt bij uitval van KDS- en NVWA-medewerkers, met alle risico’s voor voedselveiligheid en dierenwelzijn van dien? Zo ja, waarom? Zo nee, welke maatregelen treft u om dat te voorkomen?
Uw Kamer zal mijn antwoord op deze vraag zo spoedig mogelijk ontvangen.
Erkent u dat er onder de huidige omstandigheden fors minder dieren moeten worden geslacht en gaat u er dan ook voor zorgen dat dit daadwerkelijk gebeurt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn onderneemt u welke actie?
Uw Kamer zal mijn antwoord op deze vraag zo spoedig mogelijk ontvangen.
Erkent u dat er onder de huidige omstandigheden geen internationale diertransporten meer moeten worden uitgevoerd en gaat u dan ook een moratorium afkondigen op diertransporten vanuit Nederland naar andere landen?
Zie mijn antwoorden op de vragen 3, 4 en 5.
Erkent u dat er onder de huidige omstandigheden fokbeperkingen moeten worden ingesteld om te voorkomen dat stallen overvol zullen raken en gaat u deze dan ook opleggen? Zo nee, erkent u dat u in dat geval welbewust het risico neemt dat er grote dierenwelzijnsproblemen en voedselveiligheidsrisico’s ontstaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wilt u het nemen van dergelijke risico’s verantwoorden?
Uw Kamer zal mijn antwoord op deze vraag zo spoedig mogelijk ontvangen.
Kunt u deze vragen gelet op de urgentie daarvan één voor één en vóór aanstaande woensdag beantwoorden?
Daar waar mogelijk zijn de vragen beantwoord. Voor de niet-beantwoorde vragen is meer tijd nodig. Uw Kamer deze antwoorden zo spoedig mogelijk ontvangen.
Het gehanteerde beleid met betrekking tot het testen op COVID-19 (corona) besmettingen. |
|
Thierry Baudet (FVD), Theo Hiddema (FVD) |
|
Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
|
Bent u bekend met het artikel «Noordelijke provincies laten landelijk beleid los en testen massaal»?1
Ja.
Hoe beoordeelt u dat het hoofd van de afdeling medische microbiologie en infectiepreventie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), in tegenstelling tot het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), stelt dat ook geïnfecteerde mensen die nog geen symptomen hebben – de presymptomatische mensen – wel degelijk besmettelijk zijn? Hoe beoordeelt u de opvatting vanuit het UMCG dat de contacten van voor de eerste symptomen ook moeten worden opgespoord en getest?
In het antwoord op deze vraag is de nuance heel belangrijk. Het RIVM geeft aan dat een patiënt in ieder geval besmettelijk is tijdens de symptomatische fase. Daarna kan het virus nog langer met PCR aantoonbaar zijn in de keel/feces. Tot nu toe zijn er aanwijzingen dat voornamelijk symptomatische personen bijdragen aan de verspreiding. Het testen van contactpersonen in het kader van bron- en contactopsporing wordt niet meer gedaan. We gaan ervan uit dat deze mensen mogelijk besmet zijn en adviseren hen goed op klachten te letten en in thuisquarantaine te gaan, vanaf het moment dat zij klachten krijgen.
Klopt het dat conform het huidige beleid van het RIVM alleen ernstig zieke patiënten worden getest en mensen met mildere klachten niet in aanmerking komen? Klopt het dat het verschilt per zorginstelling of zorgmedewerkers met klachten worden getest? Wat is de ratio achter het niet testen van alle zorgverleners die klachten hebben of een hoog risico vormen vanwege contact met een besmette collega of patiënt? Kunt u duidelijkheid geven over wat het concrete beleid op deze punten is en hoe dit centraal zal worden gecoördineerd?
Het klopt dat op basis van de richtlijn, die door het RIVM in samenwerking met de beroepsgroepen is opgesteld, mensen met mildere klachten niet getest worden. Het kan per zorginstelling of zorgmedewerker verschillen of zij getest worden, op basis van deze richtlijn. Dat verschil wordt vooral bepaald door het feit of personeel al of niet wordt ingezet voor het leveren van zorg. Er is wereldwijd schaarste van materialen en grondstoffen die gebruikt worden om te testen. Door deze schaarste moeten scherpe keuzes gemaakt worden. De inzet is een test alleen in te zetten als de uitslag van deze test gevolgen heeft voor de keuzes voor de mogelijke inzet van personeel.
Hoe beoordeelt u de stelling dat de tests op corona in vrijwel ieder gewoon laboratorium zouden kunnen worden uitgevoerd, zoals het UMCG in Groningen aangeeft?
De stelling klopt, ieder gewoon laboratorium kan een test op het coronavirus uitvoeren. Het is echter wel belangrijk dat de juiste tests worden gebruikt op de juiste manier. Om hierbij ondersteuning te bieden, zijn RIVM en Erasmus MC beschikbaar voor medische laboratoria in Nederland die willen gaan testen op COVID-19.
Kunt u testinformatie openbaar (laten) maken: wat is de huidige hoeveelheid beschikbare tests in Nederland, hoeveel tests worden er op dit moment per dag in Nederland verricht, wat zijn de redenen om te testen, op welke locaties worden de tests verricht, wat zijn de resultaten en wat is de gemiddelde doorlooptijd tussen moment van testen en de uitslag?
Op dit moment worden dagelijks ongeveer 2000 COVID-2019 tests uitgevoerd in Nederland. In ieder geval kan er in 35 laboratoria in Nederland getest worden op het coronavirus, volgens gevalideerde test van het RIVM en het Erasmus MC. Er wordt getest als de uitslag van de test implicaties heeft voor de individuele zorg, de zorg binnen de instelling, de zorg die door zorgpersoneel geleverd kan worden of indien dit informatie oplevert voor de publieke gezondheid. De overige detailinformatie is op dit moment niet beschikbaar.
Hoeveel en welke laboratoria in Nederland zijn er volgens u geschikt om deze tests uit te voeren in zowel de publieke als private sector? Ben u van plan om als overheid een centraal geleide productie op gang te zetten? Zo ja, welke middelen en mogelijkheden zijn daarvoor beschikbaar en welke daarvan bent u bereid in te zetten?
In ieder geval kan er in 35 laboratoria in Nederland getest worden op het coronavirus. We kijken hoe de overheid de productie van testen kan ondersteunen. We zoeken daarvoor een speciaal gezant op het gebied van COVID-19, die als opdracht krijgt de centraal geleide productie, aankoop en distributie van testen te ondersteunen.
Kunt u gedetailleerd aangeven wat er voor nodig is qua capaciteit (manuren en materialen, overig) om het aantal tests in Nederland op zeer korte termijn op te schalen naar: Hoeveel tests verwacht u dat er nodig zijn de komende periode?
Er is wereldwijd schaarste van bepaalde materialen engrondstoffen die gebruikt worden om te testen. Door deze schaarste moeten scherpe keuzes gemaakt worden. Er is een landelijke richtlijn hoe om te gaan met deze schaarste. Daarnaast is er een taskforce ingericht welke telkens inventariseert hoeveel materiaal beschikbaar is en of deze landelijk (her)verdeeld moet worden. De speciaal gezant voor COVID-19 zal zich daarnaast bezighouden met productie in eigen land. Overigens is het niet zinvol de testcapaciteit in Italië en Duitsland te vergelijken met die in Nederland. De capaciteit is namelijk gerelateerd aan aantallen inwoners en het testbeleid van een land.
Bent u bekend met de uitlating van een viroloog bij het RIVM, die stelt dat de lysisbuffer (een stof die nodig is voor de tests) van fabrikant Roche begint op te raken? Deelt u die stelling? Indien blijkt dat de levering vanuit Roche ontoereikend is, welke mogelijkheid bestaat er dan om de informatie van het recept te achterhalen en deze stof vervolgens zelf te produceren of op andere wijze te verkrijgen?
De lysisbuffer is inderdaad een van de ingrediënten die schaars is. Technisch kunnen we dat zelf produceren maar dit is aan regels gebonden en hierover moeten afspraken over gemaakt worden met de fabrikant.
Is het waar dat meerdere (potentiële) productielocaties van laboratorium- en testmateriaal zijn stilgelegd door de huidige beleidsmaatregelen?
De huidige maatregelen hebben in Nederland in principe geen gevolgen voor productielocaties van laboratorium- en testmateriaal. Cruciale beroepen worden in Nederland ontzien op het toepassen van (een deel van) de maatregelen. Dat kan elders anders zijn. De taskforce is bijvoorbeeld bekend met een productielocatie van swabs in Italië die minder produceert, maar deze ligt niet helemaal stil.
Bent u ermee bekend dat Zuid-Korea inmiddels in een vergaand stadium zou zijn van het ontwikkelen van een coronatest, waarmee binnen tien minuten succesvol op COVID-19 kan worden getest? Bent u ermee bekend dat de productie daarvan momenteel sterk wordt opgeschaald, zodat er honderdduizenden testkits per week kunnen worden geproduceerd en geëxporteerd? Hoe beoordeelt u dit? Is er contact met Zuid-Korea hierover? Wordt er in Nederland, of in samenwerking met andere landen, aan soortgelijk testmateriaal gewerkt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is er voor nodig om resultaat te bereiken en grootschalige productie in gang te zetten?
Niet alleen in Zuid-Korea maar ook in andere landen worden sneltesten ontwikkeld.
Er worden op dit moment via verschillende kanalen ook sneltesten voor COVID-19 aangeboden. Bij sneltesten is het van groot belang dat de test betrouwbaar is en op juiste wijze wordt gebruikt. Daarom heb ik het RIVM en het Erasmus MC gevraagd om nader onderzoek naar de betrouwbaarheid (sensitiviteit en de specificiteit) van deze sneltesten te doen. Ik heb hen ook gevraagd de toegevoegde waarde van deze testen te beoordelen.
In hoeverre ziet u mogelijkheden om tests vanuit het buitenland te importeren? Indien deze mogelijkheden er zijn, op welke termijn en in welke hoeveelheid verwacht u tests te kunnen aanschaffen?
Er is wereldwijd schaarste van bepaalde materialen en grondstoffen die gebruikt worden om te testen. De markt voor testen is een internationale markt. Er is een taskforce ingericht welke telkens inventariseert hoeveel materiaal beschikbaar, ook via import, is en of deze landelijk (her)verdeeld moeten worden. Zoals in het antwoord op vraag 6 aangegeven zal een speciaal gezant de centraal geleide productie, aankoop en distributie van testen te ondersteunen.
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk donderdag 26 maart om 9.00 uur beantwoorden, zodat de antwoorden kunnen bijdragen aan een goed inhoudelijk debat in de Kamer?
Ja.
De spoedbijeenkomst van de Eurogroep van 24 maart naar aanleiding van de geannoteerde agenda |
|
Renske Leijten |
|
Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA) |
|
Bent u van mening dat er geen onomkeerbare stappen aangaande de verdieping van de Economische en Monetaire Unie (EMU) gezet kunnen worden op de komende Eurogroep?1
Zoals ik mondeling heb teruggekoppeld tijdens het wetgevingsoverleg op 25 maart jl., hebben lidstaten tijdens de Eurogroep elkaar geïnformeerd over de ontwikkelingen in hun land, de stappen die door de Europese instellingen zijn genomen verwelkomd en gesproken over de verdere coördinatie van de beleidsaanpak. Hierbij zijn geen onomkeerbare stappen gezet aangaande de verdieping van de Economische en Monetaire Unie (EMU).
Wat vindt u ervan dat hartstochtelijke voorstanders van de verdieping van de EMU de coronacrisis aangrijpen om hun agenda verder te brengen?
De coronacrisis heeft grote economische gevolgen en legt een groot beslag op de overheidsfinanciën. Het is bovendien onduidelijk hoe de crisis zich zal ontwikkelen. In die context vind ik het begrijpelijk dat wordt gesproken over de vraag in hoeverre het EU- en EMU-instrumentarium zo goed mogelijk kan worden ingezet.
Wat is uw mening over de oproep door andere lidstaten om de begrotingsregels te versoepelen? Waar ligt het mandaat om deze te wijzigen?
Er is geen sprake van versoepeling of wijziging van de begrotingsregels, maar van gebruik van bestaande bepalingen in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).
De activering van de algemene ontsnappingsclausule («general escape clause») maakt het mogelijk om het begrotingsbeleid te coördineren in tijden van een ernstige economische neergang. Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda voor de ingelaste informele Ecofinraad op 23 maart jl.2 steunt het kabinet het gebruik daarvan.
Is er nieuw mandaat nodig voor het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) om steun aan lidstaten te verlenen, of kan onder het huidige mandaat gewerkt worden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Er is geen nieuw mandaat nodig voor het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) om lidstaten van steun te voorzien. In het ESM verdrag, dat bij oprichting is vormgegeven en geratificeerd door de lidstaten, zijn de mogelijkheden neergelegd voor het bieden van stabiliteitssteun aan lidstaten. Steun wordt daarbij verschaft aan lidstaten die te maken hebben of worden bedreigd door ernstige financieringsproblemen indien zulks onontbeerlijk is om de financiële stabiliteit van de eurozone in het geheel en van de lidstaten ervan te vrijwaren (artikel 3 van het ESM-verdrag). Daartoe zijn in het ESM verdrag verschillende instrumenten opgenomen (artikel 14 tot en met 18). Het is aan lidstaten om een aanvraag voor stabiliteitssteun te doen aan het ESM, conform de overeengekomen procedure (artikel 13) Wijzigingen van het ESM-verdrag dienen door nationale parlementen te worden geratificeerd.
Wat verstaat u onder een passende vorm van conditionaliteit als het gaat over het toepassen van de instrumenten van het ESM, zoals u dit beschrijft in de geannoteerde agenda? Welke ruimte biedt het ESM-verdrag hiervoor? Of is er juist geen ruimte? Kunt u uw antwoord toelichten?
Nederland hecht eraan dat voor elk instrument een passende vorm van conditionaliteit in acht wordt genomen, zoals ook voorgeschreven door het huidige ESM-verdrag (artikel 3). Die voorwaarden kunnen gaan van een macro-economisch aanpassingsprogramma tot de voortdurende inachtneming van vooraf vastgestelde voorwaarden om voor stabiliteitssteun in aanmerking te komen (artikel 12). Deze voorwaarden zullen worden opgenomen in een Memorandum van Overeenstemming (artikel 13). Passende conditionaliteit betekent wat Nederland betreft dat de gekozen conditionaliteit aansluit bij het gekozen instrument en ziet op de kwetsbaarheden die ten grondslag liggen aan het verzoek om steun aan het ESM.
Kunt u aangeven hoe het loslaten van de begrotingsregels van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) precies verloopt? Wat is precies een ieders rol met de versoepeling? Is de versoepeling tijdelijk? Hoe wordt hier tegenaan gekeken?
De Europese Commissie heeft op 13 maart jl. een mededeling gepubliceerd waarin zij een pakket Europese maatregelen aankondigt dat zich met name richt op de sociaaleconomische gevolgen van COVID-19. Daarin heeft de Commissie toegelicht conform de regels de budgettaire gevolgen van eenmalige uitgaven niet mee te laten tellen bij de beoordeling van de naleving aan het SGP. De Commissie heeft daarnaast voorgesteld dat de clausule inzake buitengewone gebeurtenissen («unusual event clause») van toepassing is op de huidige situatie. Deze clausule staat lidstaten toe om tijdelijk af te wijken van de vereiste verbetering van het structureel begrotingssaldo. De Commissie heeft hiernaast voorgesteld dat de vereiste begrotingsinspanningen van lidstaten worden aangepast in lijn met de begrotingsregels, afhankelijk van de economische situatie van de lidstaat. In haar mededeling van 13 maart jl. heeft de Commissie al aangekondigd klaar te staan om de algemene ontsnappingsclausule te activeren.
De Europese Commissie heeft voorts in haar mededeling van 20 maart3 jl. toegelicht dat de economische groeiuitzichten zich verder hebben verslechterd sinds 13 maart jl. en dat de daling van de economische activiteit vergelijkbaar zou kunnen worden met de krimp van 2009. De Commissie heeft daarom een voorstel gedaan om de algemene ontsnappingsclausule te activeren.
De ministers van Financiën hebben de conclusie van de Commissie dat de algemene ontsnappingsclausule van toepassing is middels een verklaring op 23 maart jl. onderschreven.4
In de preventieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact (verordening 1466/97) hebben lidstaten een middellang doel (Medium Term Objective, MTO) voor hun structurele begrotingssaldo. Indien lidstaten dat doel niet halen, moeten ze hun structurele saldo jaarlijks stapsgewijs verbeteren. Met de algemene ontsnappingsclausule kan het lidstaten worden toegestaan om tijdelijk af te wijken van het aanpassingstraject richting de MTO wanneer er sprake is van een ernstige economische neergang in de eurozone of de EU als geheel. De clausule heeft dus een tijdelijke werking.
Daarnaast kan de Raad voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure van de correctieve arm (verordening 1467/97) tot een aangepast begrotingspad (dat zou moeten leiden tot wegwerken van het buitensporig tekort) besluiten wanneer er sprake is van een ernstige economische neergang in de eurozone of de EU als geheel.
Nederland heeft het hierboven beschreven gebruik van de flexibiliteit binnen de Europese begrotingsregels gesteund.
Waar ligt het mandaat voor de verdere coördinatie van de beleidsaanpak, zoals de agenda van de Eurogroep meldt?
Zowel in de Eurogroep in inclusieve samenstelling als de Ecofinraad is gedurende de afgelopen weken gesproken over de economische gevolgen van COVID-19 en de beleidsreactie daarop. In algemene zin is economische beleidscoördinatie binnen de Raad een doorlopend proces in het kader van het Europees Semester.5 Protocol 14 bij het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie stelt dat een versterkte dialoog tussen de lidstaten die de euro als munt hebben nodig is.
De Eurogroep heeft op 4 maart jl. in inclusieve samenstelling voor het eerst gesproken over de economische gevolgen van COVID-19, waarbij een verklaring is aangenomen.6 Vervolgens heeft de Eurogroep op 16 maart opnieuw uitgebreid gesproken over een gecoördineerde aanpak van de economische gevolgen en uitdagingen van de COVID-19 uitbraak.7 Op basis daarvan is wederom een verklaring overeengekomen. De Europese Raad heeft deze verklaring tijdens een videoconferentie op 17 maart bekrachtigd en de Eurogroep gevraagd om de economische en financiële ontwikkelingen voortdurend nauwlettend te volgen en de gecoördineerde beleidsrespons zo spoedig mogelijk aan te passen aan de snel veranderende situatie. Tijdens de Ecofinraad op 23 maart jl. is ook gesproken over de laatste stand van zaken omtrent de economische situatie en de beleidsreactie daarop, onder andere in relatie tot de Europese begrotingsregels.8 Voorts is in de Eurogroep op 24 maart jl. in inclusieve samenstelling weer gesproken over de economische situatie n.a.v. de COVID-19 uitbraak.9 De voorzitter van de Eurogroep zal op basis hiervan een terugkoppeling geven aan de Europese Raad. Op basis van de Europese Raad zal duidelijk worden met welk mandaat de Eurogroep verder zal werken op het gebied van economische beleidscoördinaties voor de Eurozone. De Eerste Kamer en de Tweede Kamer worden steeds geïnformeerd over de Europese vergaderingen middels een geannoteerde agenda vooraf en een verslag achteraf.
Hoe stapelen de verschillende maatregelen om de economische crisis – veroorzaakt door de coronamaatregelen – binnen de eurozone zich op? Erkent u dat het lijkt dat iedereen stelt «de economie» te redden, zowel lidstaten, als de Europese Commissie als de Europese Centrale Bank (ECB)? Kunt u aangeven hoe de injectie van lidstaten zich verhoudt tot het pakket van 750 miljard euro van de ECB, alsmede mogelijke verruiming van het ESM?
Alle lidstaten en instituties in de Europese Unie doen hun uiterste best de economische schade van COVID-19 zo klein mogelijk te houden. In de bijlage «Internationale en Europese maatregelen om economische gevolgen COVID-19 te mitigeren» bij «Kamerbrief over noodpakket economie en banen» is een overzicht opgenomen over de verschillende maatregelen die de lidstaten en instituties hebben genomen.10
Zo hebben lidstaten op nationaal niveau verschillende maatregelen genomen om te voorkomen dat werknemers hun baan verliezen en bedrijven kampen met een tekort aan liquiditeit. Daarnaast is besloten tot het vrijmaken van financiële middelen binnen de EU-begroting, het gebruik van flexibiliteit in Europese wetgeving met betrekking tot staatssteun en het toepassen van uitzonderlijke flexibiliteit op het gebied van de Europese begrotingsregels, en heeft de ECB besloten tot een uitgebreid pakket van monetaire beleidsbeslissingen. De nationale en verschillende Europese maatregelen zijn complementair in de zin dat ze elkaars individuele positieve effect kunnen versterken.
Kunt u deze vragen beantwoorden op woensdag 25 maart 2020 voor 12.00 uur?
In de uitdagende omstandigheden is het mij niet gelukt de voorgestelde deadline te halen.
De aardbevingen van 22 en 23 maart ten tijde van Corona. |
|
Sandra Beckerman |
|
Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
|
Bent u op de hoogte van de aardbevingen op 22 en 23 maart 2020 en de aardbevingen van de afgelopen week? Wat is daarop uw reactie?1
Ja. Wij zijn op de hoogte van de aardbevingen die plaatsvonden bij Krewerd en Thesinge op 22 en 23 maart jl. Wij kunnen ons goed voorstellen dat de bewoners hier opnieuw van zijn geschrokken en dat deze hun gevoel van veiligheid negatief hebben beïnvloed. Dit onderstreept het belang van zowel versnelling van de versterkingsoperatie, zoals omschreven in de op 23 januari jl. aan uw Kamer gestuurde brief (Kamerstuk 33 529, nr. 718), een voortvarende schadeafhandeling en het zo snel als mogelijk beëindigen van de gaswinning uit het Groningenveld.
Wat is uw reactie op het feit dat juist op de dag dat de overheid een noodbericht (NL-alert) verstuurt met de oproep veilig thuis te blijven het opnieuw door drie aardbevingen pijnlijk duidelijk wordt dat veel Groningers niet veilig thuis zijn? Maakt dit het «overheidsfalen van on-Nederlandse proporties», zoals u het noemde nog pijnlijker duidelijk?
Wij realiseren ons dat als gevolg van de maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus het belang en de betekenis van het hebben van een goede en veilige woning nog eens extra wordt benadrukt. Dit is ook de strekking van het door u aangehaalde interview met mevrouw Leilani Farha, speciaal VN-rapporteur voor huisvesting. Daarbij merken wij wel op dat haar uitlatingen betrekking hebben op de situatie van dak- en thuislozen overal ter wereld en van bewoners van overbevolkte sloppenwijken in ontwikkelingslanden.
Ben u ervan op de hoogte dat de Verenigde Naties (VN) vorige week uitspraken dat «huisvesting de frontlinie tegen corona is»? Betekent dit voor u dat zorgen voor een veilig thuis voor iedereen nu topprioriteit heeft? Welke maatregelen gaat u nu nemen voor Groningers in een onveilig huis?2
Zie antwoord vraag 2.
Zijn door de aardbevingen op 22 en 23 maart grenswaarden van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) overschreden? Zo ja, welke vormen van ingrijpen horen bij daarbij?3
In de Mijnbouwregeling heb ik vastgelegd op welke wijze NAM de ontwikkelingen in seismiciteit moet monitoren en analyseren. Daarvoor heb ik monitoringsparameters vastgelegd met bijbehorende grenswaarden. Niet alleen bij een zwaardere beving kan een grenswaarde worden overschreden, maar ook door een reeks kleine bevingen («trend»). Als dat gebeurt moet NAM een analyse maken. Die analyse wordt beoordeeld door Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), waarbij SodM mij adviseert over eventuele maatregelen. Ik heb de bevoegdheid om te allen tijde in de winning in te grijpen als de veiligheidssituatie daar aanleiding toe geeft.
Door de aardbevingen op 22 en 23 maart jl. zijn geen grenswaarden overschreden. Het aantal aardbevingen met magnitude 1,5 of hoger in de eerste drie maanden van 2020 is niet groter dan in dezelfde periode in de afgelopen jaren.
Waar kunnen de mensen terecht die bang zijn omdat ze naar buiten moeten kunnen vluchten bij een zwaardere beving, maar vanwege corona binnen dienen te blijven? Waar kunnen zij naar toe bellen?
De kans op een zware aardbeving wordt vanwege de daling van de gaswinning steeds kleiner. Zo blijkt uit een korte review van SodM van de jaarlijkse risicoanalyse, die ik recent naar uw Kamer heb gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 740).
In verband met de uitbraak van het coronavirus wordt iedereen geacht zoveel mogelijk thuis te blijven. Wanneer het, in het geval van een aardbeving, noodzakelijk is voor de veiligheid dat mensen hun huis verlaten, kan dit vanzelfsprekend. De veiligheidsregio Groningen staat dag en nacht klaar in geval van calamiteiten.
Bent u ervan op de hoogte dat terwijl de drie aardbevingen ‘s avonds en ‘s nachts plaatsvonden, de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) niet meer ‘s avonds bereikbaar was vanwege corona? Kunt u zorgen dat zij zo spedig mogelijk wel weer ‘s avonds bereikbaar zijn? Zo nee, waarom niet en voor welk alternatief gaat u zorgen?4
De TCMG heeft als gevolg van de coronacrisis uit voorzorg alle tussen 16 maart en 7 april 2020 geplande schade-opnames geannuleerd (Kamerstuk 33 529, nr. 737). Dit is gedaan om de veiligheid van de schademelders en TCMG-medewerkers/deskundigen te waarborgen. De TCMG sluit daarbij aan bij de adviezen van het kabinet en deskundigen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Doordat er op dit moment geen schade-opnames uitgevoerd of ingepland kunnen worden, is er veel minder telefonisch contact met schademelders. De TCMG heeft de openingstijden van het Serviceloket hierop aangepast. Het loket is van maandag tot en met zaterdag telefonisch bereikbaar van 08.00 tot 17.30 uur. Met deze aanpassing is het loket ’s avonds niet meer telefonisch bereikbaar. De TCMG zet zich op dit moment in om de schadeafhandeling van de reeds lopende dossiers zoveel mogelijk doorgang te laten vinden. Ook medewerkers van het Serviceloket worden hiervoor ingezet. Daarnaast blijft de TCMG voor vragen bereikbaar via de gebruikelijke kanalen, zoals e-mail, sociale media, en waar mogelijk via de zaakbegeleider.
In de afgelopen periode heeft de TCMG onderzocht welke mogelijkheden er zijn om op een verantwoorde wijze een vorm van schade-opname te hervatten. De TCMG heeft op 1 april jl. aangegeven te zijn gestart met een kleinschalige proef met schade-opnames op afstand via smartphone of tablet bij woningen. Een onafhankelijke deskundige en een zaakbegeleider kijken dan live via de camera met een bewoner mee. Daarnaast stuurt de TCMG weer deskundigen op pad voor schade-opnames in grote, nu leegstaande panden, zoals horeca, grote winkelpanden, kerken- en schoolgebouwen.
De TCMG is doordrongen van de hogere mate van urgentie bij een mogelijk acuut onveilige situatie (AOS). Het team AOS is erop ingericht om ook tijdens de coronacrisis adequaat op te treden. De TCMG gaat daarom wel door met het uitvoeren van inspecties ten behoeve van AOS-meldingen. Een AOS kan zowel telefonisch als digitaal worden gemeld bij de TCMG. Op de site van de TCMG staat aangegeven welke stappen er volgen na een dergelijke melding.5
Zoals hiervoor omgeschreven heeft de TCMG als gevolg van de coronacrisis maatregelen genomen. De TCMG heeft mij laten weten dat bij calamiteit er snel opgeschakeld kan worden.
Kunnen bewoners sneller naar een van de vele leegstaande wisselwoningen wanneer zij daar behoefte aan hebben? Kunt u uw antwoord toelichten?
Voor zover er sprake is van leegstand van wisselwoningen, is deze inmiddels volledig toegewezen aan de projecten waarbij binnen enkele maanden wordt gestart met de werkzaamheden aan de woningen. Wanneer bewoners bij deze projecten behoefte hebben om de wisselwoning eerder te betrekken, wordt gekeken naar mogelijkheden om daarmee het uitvoeringsproces te versnellen. Daarnaast heeft Nationaal Coördinator Groningen (NCG) de mogelijkheid om op basis van medische noodzaak of sociaal maatschappelijke redenen bewoners eerder over te plaatsen naar een wisselwoning of toegang te bieden tot een rustwoning.
Op welke wijze gaat u ingrijpen in het versterkingsproces, nu nogmaals blijkt dat de aardbevingen doorgaan ondanks het winnen van minder gas uit het Groningenveld?
Voor een uitgebreide toelichting op versnelling van de versterking verwijzen wij u naar onze brief van 23 januari jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 718). De noodzaak tot versterking van woningen wordt bepaald door de kans op een zware aardbeving, zwaarder dan tot nu toe in Groningen heeft plaatsgevonden. Die kans neemt af als gevolg van de snel dalende gaswinning. Dit volgt uit de jaarlijkse risicoanalyse van SodM ten aanzien van de gaswinning in Groningen. Daaruit blijk dat de kans op een beving met een magnitude van 3,6 of hoger in 2020 afneemt van 12,5% naar 5%. Dit neemt niet weg dat ook na volledige beëindiging van de winning lichtere aardbevingen kunnen optreden. Het spreekt voor zich dat alle schade die dit aan gebouwen veroorzaakt wordt vergoed of hersteld.
Deelt u de mening dat iedere crisis een stevige aanpak van de overheid vraagt om gedupeerden te helpen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Wij delen deze mening. Juist om die reden is besloten om zowel de schadeafhandeling als de versterking van woningen volledig in publieke handen uit te voeren, zonder bemoeienis van NAM.
Bent u bereid het bedrijf dat zo graag de toekomst van Groningen bepaalt, namelijk Shell, om extra geld te vragen om ervoor te zorgen dat mensen versneld geholpen worden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Alle kosten van de versterking die nodig zijn voor de veiligheid, inclusief uitvoeringskosten en versnellingsmaatregelen die allemaal in gang zijn gezet, komen voor rekening van NAM en uiteindelijk ook haar aandeelhouders.
Het bericht ‘Overleg over mogelijk tekort aan medicijnen’ |
|
Pia Dijkstra (D66) |
|
Martin van Rijn (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
|
Bent u bekend met het bericht «Overleg over mogelijk tekort aan medicijnen»?1
Ja ik ben bekend met dit bericht.
Heeft u inmiddels een overleg ingepland met (vertegenwoordigers van) bedrijven uit de farmaceutische industrie, apothekers en alle andere betrokken ketenpartijen over het afwenden van mogelijke tekorten aan medicijnen? Zo ja, kunt u de Kamer over de uitkomst informeren?
Ik heb u in mijn brief van 26 maart jl.3 over de beschikbaarheid van geneesmiddelen geïnformeerd over de oprichting van het Coronaberaad Beschikbaarheid Geneesmiddelen. Het doel van dit beraad is om te inventariseren welke zorgen de partijen hebben, informatie uit te wisselen over de beschikbaarheid van geneesmiddelen en gezamenlijk te kijken naar mogelijke maatregelen. Ik verwijs voor de uitgebreide toelichting op de concrete en mogelijke stappen die ik in de aankomende periode voor ogen heb graag naar mijn brief over dit onderwerp.
Deelt u de zorgen die farmaceutische bedrijven in hun brandbrief aan u hebben geuit?2
Zie antwoord vraag 2.
Welke mogelijke stappen heeft u concreet voor ogen om nu en in de aankomende periode te voorkomen dat als gevolg van het coronavirus (extra) geneesmiddelentekorten voor Nederlandse patiënten kunnen ontstaan?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening dat goede gezamenlijke afspraken in Europees verband kunnen bijdragen aan het voorkomen van geneesmiddelentekorten?
Ik deel de mening dat we in Europees verband samen moeten optrekken. In de kamerbrief van 25 maart4 heb ik u geïnformeerd over het contact tussen de EU gezondheidsministers.
Daarnaast lopen er initiatieven van de Europese Commissie en het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) om samen met lidstaten de vinger aan de pols te houden met betrekking tot stagnatie in productie in China en India. Dit zijn belangrijke producerende landen en stagnatie in productie of export vanuit die landen kan op termijn een risico voor leveringszekerheid opleveren. Zo wisselen landen informatie uit en onderhoudt het EMA contact met de farmaceutische koepels hierover. Het is belangrijk dat Europa hierin gezamenlijk optrekt, om zo te voorkomen dat Europese landen elkaar beconcurreren. Dit zal ook door Nederland in de gaten worden gehouden.
Klopt het dat er Europese landen zijn die reeds bepaalde geneesmiddelen opvorderen en zo aan de internationale handel onttrekken? Hoe beoordeelt u dit in het licht van de vorige vraag?
In mijn brief van 26 maart jl.5 heb ik hierover het volgende gemeld.
Er is een onderscheid tussen export tussen lidstaten van de Europese Unie en export naar derde landen (buiten de Europese Unie). Handel binnen de Europese Unie betreft export door producenten of tussen groothandels. In enkele lidstaten speelt de discussie om de vrije handel van geneesmiddelen binnen de Europese Unie te limiteren, veelal voor geneesmiddelen die gebruikt worden in de behandeling van Corona-patiënten. De Europese Commissie heeft een dringende oproep gedaan de handel binnen de EU niet te hinderen met nationale verboden6. Dit om te voorkomen dat een neerwaarts domino-effect optreedt en landen uiteindelijk geen toegang meer hebben tot essentiële geneesmiddelen.
Ziet u mogelijkheden om door (verdergaande) Europese samenwerking op het gebied van distributie, productie, inkoop en beperking van onderlinge prijsverschillen te voorkomen dat tekorten kunnen ontstaan?
Het Europees Medicijnagentschap EMA heeft samen met de Europese Commissie een coronavirus stuurgroep opgezet. Deze stuurgroep heeft een coördinerende rol in Europa bij het aanpakken van medicijntekorten door het nieuwe coronavirus. Medicijnautoriteiten hebben al verschillende maatregelen getroffen. Zo wisselen landen informatie uit en onderhoudt het EMA contact met de farmaceutische koepels hierover. Het is belangrijk dat Europa hierin gezamenlijk optrekt, om zo te voorkomen dat Europese landen elkaar beconcurreren. Of de Europese samenwerking verder uitgebreid moet worden op andere terreinen zoals distributie en inkoop kan nu niet worden overzien.
Zijn de zogeheten «Green Lanes» voor de doorgang van medicijnen naar uw weten op dit moment effectief geïmplementeerd in alle lidstaten? Zo niet, zou u hierop kunnen aandringen bij uw Europese collega’s?
De Europese Commissie heeft op 16 maart richtsnoeren voor grensmaatregelen voor goederen en personen gepubliceerd, om de gezondheid te beschermen en de beschikbaarheid van producten (waaronder medische hulpmiddelen en persoonlijk beschermingsmateriaal) en essentiële diensten te waarborgen. De Commissie heeft de EU-landen gevraagd om green lanes voor goederentransporten te voorzien aan de grenzen. Dankzij de green lanes zou de vertraging bij de grensovergang terug moeten worden gebracht tot maximaal 15 minuten. De Europese Raad zal op 26 maart a.s. wederom stilstaan bij de stand van zaken op het terrein van het wegnemen van persisterende belemmeringen. Ook daar zal Nederland wederom pleiten voor het belang van het openhouden van de grenzen voor goederenvervoer.
Verschillende lidstaten hebben inmiddels aangegeven green lanes te hebben ingesteld, dan wel dat hun grenzen voldoen aan de gestelde eisen. Hierover houden de lidstaten onderling contact via het door de Europese Commissie ingestelde netwerk aan national contact points op het gebied van transport. Via het netwerk wordt door Commissie en lidstaten toegezien op de uitvoering van de Green Lanes (zie ook de brief van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 25 maart jl.7). Nederland voldoet op dit moment aan de gestelde eisen t.a.v. green lanes en kent geen beperkende maatregelen bij de grenzen voor goederenvervoer. Vooralsnog blijven de grootste knelpunten bestaan bij grenzen in Oost-Europa.
Onrust onder werknemers over arbeidsomstandigheden en behoud van baan. |
|
Bart van Kent , Jasper van Dijk |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
|
Wat is uw reactie op de vele meldingen die de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) binnenkrijgt over werknemers die onder druk worden gezet, ontslagen of onder onveilige omstandigheden moeten werken?1
Ik kan niet oordelen over individuele meldingen, maar in algemene zin vind ik het niet acceptabel dat werknemers in verband met het coronavirus onder druk worden gezet, ontslagen of onder onveilige arbeidsomstandigheden moeten werken.
Wat gaat u doen met de constatering van de FNV dat sommige werkgevers de ondergrens van het fatsoen bereiken?
Het kabinet roept alle Nederlanders, dus ook werkgevers, op om in het belang van de volksgezondheid en de economie de regels in acht te nemen en preventieve maatregelen te nemen als de kans bestaat op overdracht van het coronavirus. Het kabinet heeft maatregelen genomen om de werkgelegenheid te behouden en bedrijven te ondersteunen die worden getroffen door de gevolgen van het coronavirus. Behalve deze maatregelen die moeten voorkomen dat werkenden de dupe worden van de coronacrises heeft de Inspectie SZW een meldpunt ingericht voor corona gerelateerde klachten en signalen op de werkplek en wordt regelgeving voorbereid om de Inspectie de mogelijkheid te geven om gerichter te kunnen optreden wanneer er onvoldoende maatregelen op de werkvloer genomen worden.
Wat gaat u doen voor Annette, die ontslagen is omdat zij er op stond dat haar baas maatregelen nam om verspreiding van Corona tegen te gaan?
Een werkgever is verplicht te zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving in overeenstemming met de noodverordeningen van de overheid en de adviezen van het RIVM. Als een werknemer erop staat dat de werkgever maatregelen neemt tegen verspreiding van het coronavirus, is dat op zichzelf geen reden voor ontslag. Ontslag kan niet zomaar plaatsvinden. De werkgever moet zich houden aan de regels uit het ontslagrecht. De werkgever dient afhankelijk van de reden voor het ontslag voorafgaand aan het ontslag toestemming te krijgen van het UWV of de kantonrechter. Dit heet de preventieve toets. Als de werkgever het dienstverband in strijd met de daarvoor geldende regels toch opzegt, kan de werknemer zich tot de rechter wenden.
Welke maatregelen moeten werkgevers nemen die werknemers hebben die dicht bij elkaar werken of waar sprake is van productiehallen met veel mensen?
Het is van algemeen belang dat de noodverordeningen van de veiligheidsregio’s en de adviezen van het RIVM worden nageleefd, ook op de werkplek. Het kabinet heeft veel maatregelen gepubliceerd op www.rijksoverheid.nl, waaronder het in acht nemen van hygiënische regels en een onderlinge afstand van 1,5 meter. Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van hun werknemers op de werkvloer. Dit brengt met zich dat het risico op besmetting met het coronavirus moet worden geïnventariseerd, zodat passende maatregelen kunnen worden getroffen. Een minimale afstand van 1,5 meter is een dwingend advies. Als dat in een bepaalde werksituatie echt niet uitvoerbaar is, moeten maatregelen worden genomen die een gelijkwaardig beschermingsniveau bieden. Werkgevers dienen de arbeid zodanig in te richten dat hun werknemers worden beschermd.
Zijn werkgevers verplicht maatregelen te nemen, bijvoorbeeld om er zorg voor te dragen dat werknemers 1,5 meter afstand van elkaar kunnen houden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de sanctie en hoe wordt gehandhaafd?
Ja, ook werkgevers worden geacht de noodverordeningen en adviezen na te leven en maatregelen te nemen om de gezondheid en veiligheid van de werknemers te beschermen. Daarnaast zijn ook de verplichtingen van de Arbeidsomstandighedenwetgeving van toepassing. Politie en bijzondere opsporingsambtenaren zien toe op de naleving van de noodverordeningen en de Inspectie SZW op naleving van de Arbeidsomstandighedenwetgeving. Het past hier om op te merken dat ook werknemers de verantwoordelijkheid hebben om de verordeningen en adviezen met betrekking tot het coronavirus op te volgen.
Welke risico’s ziet u voor de gezondheid van werknemers?
Behalve de reguliere arbeidsrisico’s die het werk met zich mee brengt, komt daar het risico van een besmetting met het coronavirus bij. De huidige omstandigheden kunnen bovendien bepaalde risico’s, zoals psychosociale arbeidsbelasting, vergroten.
Wanneer mogen mensen zich ziek melden tijdens deze corona-uitbraak?
Mensen mogen zich ziek melden als men vanwege ziekte niet in staat is om te werken. De werknemer heeft dan recht op loondoorbetaling bij ziekte. Daarnaast roept de overheid nu ook mensen op om thuis te blijven als zij lichte klachten of een huisgenoot met koorts hebben. Onder normale omstandigheden hadden zij prima kunnen werken. Als de werkgever de faciliteiten biedt om thuis te werken dan werkt die persoon thuis en is er om die reden dus ook recht op loon. Als die faciliteiten er niet zijn of de aard van het werk thuiswerken niet toestaat dan is dat niet voor risico van de werknemer. Ook dan is er recht op loon.
Hebben mensen met een kwetsbare gezondheid, zoals longproblemen of auto-immuun kwesties, het recht om zich ziek te melden? En hoe is dat voor sectoren waar 1,5 meter afstand onmogelijk is, zoals de kappersbranche?
Zie antwoord op vraag 7. De werkgever heeft een zorgplicht en moet met passende maatregelen voorkomen dat werknemers met een kwetsbare gezondheid worden blootgesteld aan het coronavirus. Zie het antwoord op vraag 4. Werknemers met zorgen over hun gezondheid kunnen dat bespreken met hun werkgever en zo nodig met de bedrijfsarts.
Hebben mensen met lichte griepverschijnselen of verkoudheid het recht om zich ziek te melden? Hoe is dat voor sectoren waar 1,5 meter afstand onmogelijk is, zoals de kappersbranche?
Zie antwoorden op vragen 7 en 8.
Hebben andere mensen die zorgen hebben over hun gezondheid het recht om zich ziek te melden? En hoe is dat voor sectoren waar 1,5 meter afstand onmogelijk is, zoals de kappersbranche?
Zie antwoorden op vragen 7 en 8.
Wat is uw reactie op berichten in de media over werkgevers die een ziekmelding van een werknemer niet goedkeuren en de werknemer toch op het werk laten verschijnen? Staat de werknemer volgens u in zijn recht als hij niet op werk komt?
Ik kan niet op een concrete casus in gaan. In algemene zin kan ik zeggen dat de werkgever niet kan beoordelen of iemand ziek is, hij vraagt hiervoor advies aan zijn bedrijfsarts.
Wat is het beleid voor kapperszaken, schoonheidssalons en andere zaken waarbij het onmogelijk is om 1,5 meter afstand te houden en hoe wordt dit beleid gecommuniceerd?
Het kabinet heeft 6 mei jl. gecommuniceerd dat contactberoepen vanaf 11 mei onder de voorwaarden van het werken op afspraak en een check op klachten, weer uitgeoefend mogen worden.
Kunnen kapperszaken en schoonheidsspecialisten wel gebruik maken van de nieuwe arbeidstijdsverkortingsregeling indien zij besluiten dicht te gaan in verband met corona, gezien het feit dat zij niet verplicht worden te sluiten? In hoeverre is de eis van 20% omzetverlies hier een beperkende voorwaarde om te sluiten?
Zie antwoord op vraag 12. Werkgevers die op last van het kabinet of uit eigen beweging besluiten hun zaak te sluiten kunnen in aanmerking komen voor de NOW, mits zij aan de voorwaarden voldoen.
Mogen werknemers in schoonheidszaken en kapperszaken die een zwakke gezondheid hebben zich ziekmelden?
Als een werknemer zich om deze reden ziekmeldt, is het aan de bedrijfsarts om te beoordelen of daadwerkelijk sprake is van een ziekte die van invloed is op het kunnen werken.
Wat is uw reactie op werkgevers die werknemers dwingen vakantiedagen op te nemen in verband met de coronacrisis?
Het is in de regel aan de werknemer om te bepalen wanneer hij zijn verlof wil genieten. Een uitzondering hierop is de situatie dat in een cao of het bedrijfsreglement van een onderneming collectieve vakantie-afspraken gelden (bijv. in het onderwijs en de bouw). In de individuele arbeidsovereenkomst met de werknemer is doorgaans vastgelegd wat de arbeidsduur van die werknemer is. Afhankelijk van wat daar afgesproken is, kan de werkgever de mogelijkheid hebben om zijn werknemer te verzoeken om verlofdagen op te nemen in de periode van verminderde bedrijvigheid. De werkgever mag dan dus geen «dwang» uitoefenen. Dit geldt voor de wettelijke minimumvakantiedagen. Ten aanzien van de bovenwettelijke vakantiedagen kan dit anders liggen, afhankelijk van wat bij cao, bedrijfsreglement of schriftelijke overeenkomst is afgesproken.
Een tweede uitzondering op de regel dat de werknemer zelf bepaalt wanneer hij verlof neemt is de situatie waarin gewichtige redenen zich verzetten tegen (opname van) de vakantiedagen die de werknemer wenst. In die situatie zullen de werkgever en de werknemer hierover in overleg moeten gaan. Er zal een belangenafweging moeten plaatsvinden tussen wat redelijkerwijs van de werkgever enerzijds en van de werknemer anderzijds verwacht kan worden.
Kan Albron wel aanspraak kan maken op de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW), nu zij personeel in proeftijd ontslaan?2
Als een werkgever een NOW-toekenning heeft, dan dient hij zich in te spannen de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Als een werkgever toch kiest voor een proeftijdontslag, zal dat leiden tot een lagere loonsom en dus tot een lagere subsidie.
Komt Schiphol in aanmerking voor financiële steun van onder andere NOW nu zij mensen ontslaan?3
Als een werkgever een NOW-toekenning heeft, dan heeft hij zich gecommitteerd om gedurende de periode van de toekenning, geen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aan te vragen. Het kan echter voorkomen dat het financieel slechter gaat dan vooraf verwacht, waardoor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen alsnog noodzakelijk is. De werkgever heeft in die situatie wel de voorwaarde geschonden en ontslag aangevraagd bij UWV. Bij de vaststelling van de subsidie wordt daarom een correctie doorgevoerd. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt vastgesteld wat het loon is van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd. Dit loon wordt vervolgens verhoogd met 50%. Dit loon plus de vermeerdering van 50% wordt vervolgens in mindering gebracht op de totale loonsom op grond waarvan de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd. Daarnaast staat het de werkgever ook nog steeds vrij ontslag op andere gronden aan te vragen.
Bent u bereid om als harde voorwaarde voor NOW te eisen dat bedrijven mensen met een flexcontract, mensen met een tijdelijk contract en mensen in hun proeftijd in dienst houden?
De NOW is bedoeld voor het in stand houden van de werkgelegenheid, ook die van flexwerkers.
Wat is uw reactie op het voorstel van de FNV om de eis dat supermarktpersoneel klachten en koorts moet hebben, te schrappen?
De vraag is niet helder. Als u vraagt naar redenen voor ziekmelding verwijs ik u naar de antwoorden op vragen 7 en 8.
Bent u bereid om de supermarktbranche erop aan te spreken dat zij hun werknemers beter beschermen door personeel elk halfuur de gelegenheid te bieden de handen te wassen, de afstand van anderhalve meter ten opzichte van elkaar en klanten te handhaven eventueel door minder mensen tot de winkel toe te laten, het gangpad waar aangevuld wordt te sluiten als de drukte daar aanleiding toe geeft en schermen bij de kassa’s te plaatsen?
De supermarktbranche zal er veel aangelegen zijn om het personeel gezond te houden. Ik heb niet de indruk dat de supermarktbranche de dreiging van het coronavirus en de bescherming van de werknemers licht neemt. Zo zijn recent de Richtlijnen voor Verantwoord Winkelen gepubliceerd, onder meer op rijksoverheid.nl. De maatregelen zijn bedoeld om besmettingen met het coronavirus te voorkomen en de gevolgen van het nieuwe virus te beperken.
Bent u evenals FNV van mening dat een tijdelijke opheffing van wettelijke restricties rondom de rij-, winkel- en venstertijden en nachtleveringen zoals de supermarktbranche vraagt, niet is wat de sector nu nodig heeft? Kunt u uw antwoord toelichten?
De arbeidstijdenwetgeving biedt in beginsel voldoende flexibiliteit voor crisissituaties, maar bijzondere omstandigheden kunnen noodzaken tot een tijdelijke aanpassing. Recent zijn enkele onderdelen van de rij- en rusttijdenregeling versoepeld om een tijdige bevoorrading van essentiële goederen, in het bijzonder aan supermarkten en apotheken, te borgen. Voor de toelichting verwijs ik naar de brief van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 19 maart 2020 over Verruiming rij- en rusttijden (kenmerk IenW/BSK-2020/54958).
Bent u bereid toe te zeggen dat de regels rondom de premiedifferentiatie in de Werkloosheidswet niet nog verder zullen worden versoepeld dan u reeds heeft aangekondigd ondanks dat de supermarktbranche daar nu wel om vraagt?
De beknotting van de persvrijheid op Aruba |
|
Ronald van Raak , Nevin Özütok (GL) |
|
Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
Deelt u de opvatting dat zeker in tijden van coronacrisis journalisten hun werk moeten kunnen blijven doen en de bevolking moeten kunnen informeren?
Met het oog op het tegengaan van het COVID-19 virus heeft de Arubaanse regering maatregelen getroffen waaronder het instellen van een avondklok. De wettelijke basis hiervoor is een ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 16, eerste lid, van de Calamiteitenverordening (AB 1989 no. 51). In deze ministeriële regeling is bepaald dat alleen mensen die in deze ministeriële regeling vastgelegde uitzonderinggrond hebben zich tijdens deze avondklok buiten mogen begeven. Voor journalisten is er geen uitzonderingsgrond opgenomen.
Het is juist in een moeilijke periode als deze van belang dat burgers zowel door de overheid als door onafhankelijke journalisten geïnformeerd kunnen worden over ontwikkelingen in hun omgeving. Deze zorgen zijn daarom begrijpelijk. Ik kan u inmiddels melden dat de autoriteiten op Aruba een werkwijze hanteren waarbij tijdens de avondklok drie journalisten toestemming krijgen om op straat te zijn.
Hoe beoordeelt u in dit verband dat journalisten op Aruba als gevolg van een avondklok hun werk niet meer kunnen doen? Kunt u aangeven op basis van welke regelgeving deze beperking van de persvrijheid heeft plaatsgevonden?1
Zie antwoord vraag 1.
Begrijpt u de zorgen van journalisten op Aruba, die in hun protest steun krijgen van de Nederlandse Vereniging van journalisten (NVJ)?2
Zie antwoord vraag 1.
Klopt het dat de Arubaanse journaliste Sharina Henriquez op 22 maart 2020 tijdens haar werk in de boeien werd geslagen en een boete kreeg van zo’n 500 euro? Hoe verklaart u dat «werkbriefjes» die in Aruba aan journalisten worden verstrekt door de politie niet worden erkend?
Mij is bekend dat mevrouw Henriquez op 22 maart na 21.00 uur lokale tijd ten tijde van de avondklok is gearresteerd. De werkbriefjes werden niet erkend omdat journalisten niet onder de uitzonderingsgrond vallen, zoals beschreven in voorgaand antwoord. Dit incident vond plaats voordat er overeenstemming was over de werkwijze waarbij drie journalisten tijdens de avondklok op straat mogen zijn.
Bent u bereid in de voorwaarden voor hulp aan Aruba op te nemen dat journalisten een vitaal beroep hebben en ook nu in vrijheid hun werk moeten kunnen doen?
Ik zie, gelet op de antwoorden op de vragen 1 tot en met 3, geen reden om de gevraagde voorwaarden als voorwaarden voor hulp op te nemen.