Ingediend | 14 februari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 3 maart 2025 (na 17 dagen) |
Indiener | Thierry Aartsen (VVD) |
Beantwoord door | Tjebbe van Oostenbruggen (NSC), Eddy van Hijum (CDA) |
Onderwerpen | belasting financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z02793.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1491.html |
Ja.
Ja.
De motie Podt c.s. verzoekt de regering om de persoonlijke kenmerken van de werkende als ondernemer mee te laten wegen bij de beoordeling van arbeidsrelaties met het oog op het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar). Wij kunnen expliciet bevestigen dat het criterium van extern ondernemerschap meegenomen wordt in het wetsvoorstel Vbar.
Op 21 februari jl. heeft de Hoge Raad3 antwoord gegeven op prejudiciële vragen ter zake van de rol van extern ondernemerschap bij het kwalificeren van een arbeidsrelatie4. De Hoge Raad heeft beslist dat bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst geen rangorde geldt tussen de mee te wegen omstandigheden, waaronder eventueel ondernemerschap van de werkende. Daarbij wordt aangegeven dat wetgeving in voorbereiding is op dit punt. De uitspraak wordt momenteel bestudeerd door SZW. Op basis daarvan zal besluitvorming plaatsvinden over de vorm en het vervolg van het wetsvoorstel Vbar.
De Belastingdienst handhaaft op basis van huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie (zie ook hierna in het antwoord op vraag 4) en loopt niet vooruit op het wetsvoorstel Vbar.
Zoals in het afwegingskader5 en de Toelichting beoordeling arbeidsrelaties, die op de website van de Belastingdienst zijn gepubliceerd6, uitgelegd zijn bij de beoordeling van een arbeidsrelatie alle feiten en omstandigheden van belang (holistische toets). Alle gezichtspunten die volgens de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest bij de holistische toets onder meer van belang kunnen zijn, zijn daarin opgenomen. Eén van de gezichtspunten ziet op de mate waarop de ondernemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt. De Belastingdienst beoordeelt arbeidsrelaties aan de hand van dit afwegingskader en weegt alle gezichtspunten inclusief het extern ondernemerschap mee.
Dit blijkt ook uit de Handleiding bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken die de medewerkers van de Belastingdienst ondersteuning biedt bij de uitvoering van bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken bij opdrachtgevers waar het beoordelen van de kwalificatie van arbeidsrelaties speelt. In die handleiding wordt verwezen naar de Vragenlijst beoordeling arbeidsrelaties die door de Belastingdienst als hulpmiddel wordt gebruikt om de feiten en omstandigheden die een rol spelen bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie in beeld te brengen. Die vragenlijst is ingedeeld naar de gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest. De mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen komt in deze vragenlijst expliciet naar voren. De handleiding en de vragenlijst zijn gepubliceerd.7
De Belastingdienst houdt zich dus aan de uitspraak van de Hoge Raad en weegt alle gezichtspunten, waaronder extern ondernemerschap mee.
Zoals in het antwoord op vraag 4 is toegelicht houdt de Belastingdienst zich aan de uitspraak van de Hoge Raad.
De Belastingdienst handelt in overeenstemming met huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie. Wij betreuren het dat in de berichtgeving hierover onduidelijkheid is ontstaan en willen benadrukken dat de Belastingdienst zich houdt aan huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie (zoals het Deliveroo-arrest) en daarbij niet vooruitloopt op het wetsvoorstel Vbar en/of toekomstige jurisprudentie.
Het gezichtspunt extern ondernemerschap is volwaardig onderdeel van de communicatie op hetjuistecontract.nl. Zo wordt bij «kenmerken ZZP» het volgende genoemd: «De werkende gedraagt zich naar buiten toe als ondernemer. Bijvoorbeeld doordat hij/zij actief een website beheert en ook andere klussen uitvoert. Terwijl bij «kenmerken loondienst» genoemd staat: «De werkende presenteert zich naar buiten toe niet als ondernemer. Bijvoorbeeld omdat de werkende zich weinig of niet aanbiedt voor andere opdrachtgevers». Ook wordt in stelling 9 uitgevraagd: De werkende heeft steeds verschillende opdrachten en opdrachtgevers,hetgeen (mede) kan wijze op «extern ondernemerschap» van de werkende.
Bij de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst dient rekening te worden gehouden met alle feiten en omstandigheden in onderling verband bezien. De casus «kinderopvang» op hetjuistecontract.nl en de uitspraak van de rechtbank Rotterdam waarnaar wordt verwezen laten zich moeilijk vergelijken.
De (fictieve) casusposities op hetjuistecontract.nl zijn namelijk bedoeld om op een laagdrempelige manier inzicht te krijgen in de relevante feiten en omstandigheden bij de beoordeling van arbeidsrelaties. Om de casusposities op hetjuistecontract.nl niet te lang en daarmee ingewikkeld te maken, komen niet alle gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest in alle casusposities terug. Het versimpelde feitencomplex leent zich daar ook niet voor. Dat geldt in de casus «kinderopvang» bijvoorbeeld voor het gezichtspunt «extern ondernemerschap» en «de verplichting het werk persoonlijk uit te voeren». Het gezichtspunt «extern ondernemerschap» komt bijvoorbeeld wel terug in de casusposities «onderwijs», «bouw» en «schilder», terwijl daar weer andere gezichtspunten niet in terugkomen.
Er wordt momenteel gewerkt aan het toevoegen van nieuwe casusposities waarin op basis van de gegeven feiten en omstandigheden wel een oordeel gegeven kan worden over alle gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest. Deze zullen naast de bestaande casusposities worden opgenomen op hetjuistecontract.nl zodat er zowel laagdrempelige inzichten op kunnen worden gedaan, als meer gedetailleerde inzichten uit de uitgebreidere casusposities.
Zoals in de antwoorden hiervoor toegelicht worden alle gezichtspunten inclusief het extern ondernemerschap meegewogen.
Zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven handelt de Belastingdienst in overeenstemming met huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie. De Belastingdienst loopt niet vooruit op het wetsvoorstel Vbar en toekomstige jurisprudentie. Het is niet de bedoeling om zelfstandigen te benadelen. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan onze economie. Wij benadrukken nogmaals dat als iemand een echte ondernemer is en zelfstandig werkt, hij/zij dat gewoon kan blijven doen. Als de opdracht voldoet aan de voorwaarden om buiten loondienst te werken, kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer gerust de samenwerking aangaan.
Ja.