Kamervraag 2025Z00899

Het bericht dat de Europese Commissie subsidies heeft verstrekt aan milieuorganisaties om specifieke wetgevingsvoorstellen te promoten, zoals de Natuurherstelwet

Ingediend 22 januari 2025
Beantwoord 3 maart 2025 (na 40 dagen)
Indiener Henk Vermeer (BBB)
Beantwoord door Beljaarts , Sophie Hermans (VVD), Judith Uitermark (NSC)
Onderwerpen natuur en milieu organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z00899.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1513.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht van De Telegraaf dat de Europese Commissie subsidies heeft verstrekt aan milieuorganisaties om specifieke wetgevingsvoorstellen te promoten, zoals de Natuurherstelwet?

    Ja

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het gebruik van subsidies om lobbyactiviteiten te financieren transparant en democratisch verantwoord moet zijn? Zo nee, waarom niet?

    Ja, het gebruik van subsidies moet zo transparant en democratisch verantwoord mogelijk zijn. Om in aanmerking te komen voor een subsidie, moet worden voldaan aan vastgestelde eisen die staan beschreven in een openbaar gepubliceerde subsidieregeling. In de subsidieregeling is beschreven welke doelgroep onder welke voorwaarden en voor welke activiteiten in aanmerking komt voor een subsidie.
    De Ministeries van KGG, van BZK/VRO en van EZ zetten subsidies niet in met als doel om lobbyactiviteiten van derde partijen richting de overheid te financieren. Subsidieverstrekking geschiedt uitsluitend om bepaalde beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Maatschappelijke organisaties kunnen – net als overigens bedrijven – een aanvraag doen voor een subsidie. Maatschappelijke organisaties hebben daarbij een bijzondere positie omdat zij burgers vertegenwoordigen en zo bijdragen aan het pluriforme debat dat past bij onze representatieve democratie.

  • Vraag 3
    Kunt u een overzicht geven van alle subsidies die door de Nederlandse overheid de afgelopen vijf jaar zijn verstrekt aan milieuorganisaties en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) die actief zijn op het gebied van klimaat en natuurbeleid?

    Nee. Het kabinet houdt geen centraal overzicht bij van alle rijkssubsidies. Elk departement publiceert met de jaarlijkse ontwerpbegroting een subsidieoverzicht. Daarbij geldt dat verleende subsidies die zijn te herleiden tot individueel bedrijfs- of organisatieniveau niet openbaar worden gemaakt.
    Voor subsidiebeschikkingen waarin sprake is van staatssteun moet binnen twintig werkdagen na de steunverlening een ad-hoc-kennisgeving gedaan worden, gepubliceerd op www.rijksoverheid.nl. De betreffende beschikkingen worden dan wel eerst geanonimiseerd. Indien de staatssteun aan een individuele onderneming meer dan 100.000 euro bedraagt, geldt dat bepaalde gegevens (zoals de bedrijfsnaam van de steunontvanger, KVK-nummer en het steunbedrag) moeten worden gepubliceerd in de State Aid Transparency Award Module (TAM) van de Europese Commissie.

  • Vraag 4
    Welke voorwaarden zijn verbonden aan deze subsidies, en hoe wordt gecontroleerd of deze subsidies uitsluitend worden gebruikt voor de afgesproken doelstellingen?

    De afzonderlijke departementen hebben eigen wet- en regelgeving op het gebied van subsidies. Het Raamwerk Uitvoering Subsidies (RUS)1, ook wel bekend als het Uniform Subsidiekader (USK), is bedoeld als algemeen kader voor het opstellen van deze wet- en regelgeving. Dit is een bindend raamwerk voor subsidieverstrekking dat overal binnen de Rijksoverheid moet worden toegepast.
    De Ministeries van KGG, BZK en van EZ hanteren ook een eigen kaderwet voor subsidies. Voor subsidies van de Ministeries van BZK en VRO is de kaderwet overige BZK-subsidies2 van toepassing. In deze kaderwetgeving is onder meer bepaald dat een subsidie slechts wordt verstrekt voor activiteiten die passen binnen beleidskaders. Bij het verstrekken van een subsidie wordt op basis van de aanvraag, waarin beschreven staat voor welke activiteiten subsidie wordt aangevraagd, getoetst of deze activiteiten passen binnen het beleid. In de subsidiebeschikking worden voorwaarden en verplichtingen gesteld waar de subsidieontvanger aan moet voldoen. Bij de subsidievaststelling wordt gecontroleerd of de subsidieontvanger hier aan heeft voldaan.

  • Vraag 5
    Is het mogelijk dat Nederlandse subsidiegelden direct of indirect worden gebruikt voor lobbyactiviteiten bij Europese instellingen?

    Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 gebruiken de Ministeries van KGG, van BZK en van EZ subsidieverstrekking uitsluitend om bepaalde beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Er worden geen subsidies verstrekt met als doel om lobbyactiviteiten van derde partijen richting de overheid te financieren.

  • Vraag 6
    Bent u bereid de onderliggende subsidieovereenkomsten met milieuclubs en ngo’s openbaar te maken en deze naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?

    Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 zijn subsidies voor economische activiteiten boven de 100.000 Euro die vanwege staatssteunaspecten formeel bij de Europese Commissie moeten worden aangemeld in het TAM-register, openbaar. Overige subsidies worden niet openbaar gemaakt.

  • Vraag 7
    Welke stappen onderneemt u om te waarborgen dat publieke middelen niet worden ingezet voor lobbyactiviteiten die gericht zijn op het beïnvloeden van nationaal of Europees beleid?

    Zie ook antwoord op vraag 2. De Ministeries van KGG en van EZ gebruiken subsidieverstrekking uitsluitend om bepaalde beleidsdoelstellingen te verwezenlijken op respectievelijk het terrein van klimaat, energie en economie. Het Ministerie van BZK en van VRO zet subsidiëring in voor respectievelijk het bevorderen van de democratische rechtsstaat, het ondersteunen van decentraal bestuur en het versterken van het bouwen, het wonen en de woonomgeving. Er worden geen subsidies verstrekt om lobbyactiviteiten van derde partijen richting de overheid te financieren.

  • Vraag 8
    Wat is uw reactie op het feit dat het European Environmental Bureau expliciete opdrachten kreeg om wetgevingsvoorstellen ambitieuzer te maken, en hoe beoordeelt u de rol van milieuorganisaties in het publieke debat in dit licht?

    Via de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel heeft Nederland recentelijk contact gehad met Commissaris Serafin. De Commissaris heeft aangegeven nader onderzoek te zullen doen naar de subsidieverlening door de Europese Commissie. Het kabinet wacht nadere stappen van de Commissie af. Het kabinet heeft van de Commissie geen signalen ontvangen dat geldende transparantie- en lobbyregels zijn overtreden. Het European Environmental Bureau heeft bovendien eind januari in een reactie duidelijk gemaakt dat de berichtgeving ongegrond is en berust op misinformatie.

  • Vraag 9
    Ziet u aanleiding om het huidige Nederlandse subsidiebeleid te herzien om te voorkomen dat dergelijke praktijken plaatsvinden?

    Nee. De huidige subsidieregels en uitvoeringscontroles waarborgen dat het subsidiebeleid uitsluitend gericht blijft op het bevorderen van beleidsdoelen die de Rijksoverheid nastreeft.

  • Vraag 10
    Hoe waarborgt u een eerlijke balans tussen de inspraak van organisaties die zakelijke belangen vertegenwoordigen en organisaties die zich inzetten voor milieu- en klimaatzaken bij de totstandkoming van beleid?

    De Rijksoverheid gaat altijd in gesprek met een brede groep belanghebbenden en waarborgt een evenwichtige afweging tussen verschillende perspectieven, zowel van organisaties met zakelijke belangen als van partijen die zich inzetten voor milieu en klimaatzaken. De kwaliteit, relevantie en onderbouwing van inbreng staan daarbij centraal, ongeacht het profiel van de organisatie.
    In het klimaatbeleid gebeurt dit onder andere via de sectorale uitvoeringsoverleggen, die als opvolgers van de klimaattafels fungeren binnen het Nationaal Klimaatakkoord. Hierin geven zowel bedrijven als maatschappelijke organisaties advies aan de verantwoordelijke vakminister. Daarnaast is recent een publieke consultatie gehouden op het concept-Klimaatplan, waarbij burgers, bedrijven en organisaties hun visie konden delen zonder onderscheid tussen organisaties of personen met zakelijke of maatschappelijke belangen.
    In het ruimtelijk domein is verder de toepassing van de Omgevingswet relevant. Deze wet kent ook regels voor participatie waarbij is aangegeven dat alle relevante belanghebbenden (inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen) bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit moeten worden betrokken.
    Op vele manieren vindt dus een brede en evenwichtige inspraak plaats, zodat alle belanghebbenden kunnen bijdragen aan beleidsprocessen.

  • Mededeling - 20 februari 2025

    De vragen van het lid Vermeer (BBB) over berichtgeving dat de Europese Commissie subsidies heeft verstrekt aan milieuorganisaties (kenmerk 2025Z00899) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Dit in verband met het feit dat deze vragen ook zijn gesteld aan de bewindspersonen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en dat de interdepartementale afstemming hierover meer tijd kost. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z00899
Volledige titel: Het bericht dat de Europese Commissie subsidies heeft verstrekt aan milieuorganisaties om specifieke wetgevingsvoorstellen te promoten, zoals de Natuurherstelwet
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-1513
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Vermeer over het bericht dat de Europese Commissie subsidies heeft verstrekt aan milieuorganisaties om specifieke wetgevingsvoorstellen te promoten, zoals de Natuurherstelwet