Kamervraag 2025Z00620

De noodzaak van het stellen van een concrete maximumnorm om varkens te beschermen tegen ziekmakende giftige staldampen

Ingediend 17 januari 2025
Beantwoord 4 maart 2025 (na 46 dagen)
Indiener Esther Ouwehand (PvdD)
Beantwoord door Wiersma
Onderwerpen dieren landbouw lucht natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z00620.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1519.html
1. Aanhangsel handelingen II, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2033
2. Aanhangsel handelingen II, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1446
3. Afschrift brief aan de Stichting Varkens in Nood, 26 oktober 2021 (bi…
4. Wageningen University and Research, 2024, «Effecten van ammoniak (NH3) op gezondheid en welzijn van varkens» (Effecten van ammoniak (NH3) op gezondheid en welzijn van varkens – Research@WUR)
  • Vraag 1
    Kunt u bevestigen dat een hoge ammoniakconcentratie in varkensstallen betekent dat miljoenen varkens en biggetjes een groot risico lopen op, onder andere, longaandoeningen, borstvliesontstekingen, ontstoken ogen en meer gevallen van staartbijten?

    Ammoniak kan bij hoge concentraties schadelijk zijn voor de gezondheid van varkens. De mate van schadelijkheid is naast de concentratie ook afhankelijk van de blootstellingsduur. De directe relatie tussen blootstelling aan ammoniak en ontstaan van gezondheidsproblemen is moeilijk vast te stellen, omdat vaak meerdere stalfactoren tegelijkertijd van invloed zijn op de gezondheid van de dieren.

  • Vraag 2
    Kunt u bevestigen dat de luchtkwaliteit in stallen volgens de wet niet schadelijk mag zijn voor varkens, maar dat de open norm effectief toezicht in de weg staat?

    Het klopt dat de wetgeving voorschrijft dat het stalklimaat niet schadelijk mag zijn voor het varken. Dat volgt uit de algemene huisvestingsnorm (voor het houden van dieren voor de productie van dierlijke producten) van artikel 2.5, vierde lid, van het Besluit houders van dieren. Zoals uw Kamer eerder is geïnformeerd (Kamerstuk 2023D09940) klopt het ook dat deze regelgeving niet vastlegt wanneer dit het geval is en daarmee een open norm bevat.

  • Vraag 3
    Kunt u bevestigen dat er al tenminste tien jaar aan de hand van onderzoek wordt geprobeerd om de handhaving van deze open norm te verbeteren?1

    Er wordt inderdaad al lange tijd gewerkt aan het verder verbeteren van het dierenwelzijn voor varkens. In 2015 heeft de WUR in opdracht van het Ministerie van LNV onderzoek gedaan naar indicatoren die gebruikt kunnen worden door de varkenshouders en handhavers om inzicht te krijgen in situaties waarbij het stalklimaat onvoldoende gewaarborgd is en er mogelijk sprake is van verminderd dierenwelzijn en verminderde diergezondheid. Deze indicatoren zijn door de NVWA in 2018 opgenomen in het handhavingsprotocol dat gebruikt wordt om te bepalen of stalklimaat schadelijk is.
    De praktijk heeft uitgewezen dat dit handhavingsprotocol onvoldoende houvast biedt voor effectief toezicht. Daarom heeft het Ministerie van LNV in 2022 in overleg met de NVWA aan Wageningen UR de opdracht gegeven om de mogelijkheden te onderzoeken om het huidige protocol aan te scherpen en te verduidelijken. Zodat NVWA-inspecteurs duidelijk kunnen vaststellen of het stalklimaat al dan niet schadelijk is. Dit onderzoek is eind december 2024 afgerond. De uitkomsten van dit onderzoek weeg ik mee in het traject om te komen tot een nog meer dierwaardige veehouderij.

  • Vraag 4
    Kunt u bevestigen dat een eerder opgesteld protocol voor het beoordelen van het klimaat in varkensstallen, onvoldoende bleek bij te dragen aan effectief toezicht?2

    Ja, zoals reeds in het antwoord op vraag 3 is aangegeven heeft de praktijk uitgewezen dat het door de NVWA gehanteerde handhavingsprotocol onvoldoende houvast biedt voor effectief toezicht.

  • Vraag 5
    Kunt u bevestigen dat de Inspecteur-Generaal (IG) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in 2021 uw voorganger heeft geadviseerd om kwantitatieve doelvoorschriften in de wet- en regelgeving op te nemen, met tenminste een limiet voor ammoniak- en kooldioxideconcentraties, wat aanleiding is geweest voor de start van een werkgroep van de NVWA en uw ministerie om deze norm nader in te vullen zodat deze eindelijk handhaafbaar is? Kunt u bevestigen dat het uitgangspunt hierbij is geweest om te komen tot kwantitatieve normen voor gasconcentraties in de stal en deze wettelijk vast te leggen?3

    Het klopt dat de Inspecteur-Generaal van de NVWA dit aan mijn voorganger heeft gevraagd. Naar aanleiding van dit verzoek hebben het Ministerie van LNV en de NVWA destijds samen besloten een werkgroep te starten om invulling te geven aan de open norm. Het uitgangspunt was om tot een kwantitatieve invulling van de open norm te komen.

  • Vraag 6
    Bent u op de hoogte van alle herhaalde toezeggingen sinds 2021 van uw voorganger(s) om tot invulling van deze open norm te komen, meest recent nog in 2023 (Kamerstuk 33 835, nr. 215)?

    Ja.

  • Vraag 7
    Herinnert u zich dat de inzet was om vóór de zomer van 2023 eindelijk de open norm te hebben ingevuld?

    Ja. Om tot invulling van deze open norm te kunnen komen is een nader onderzoek uitgezet. Helaas heeft dit onderzoek vertraging opgelopen. Het onderzoek is, zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 3, eind december 2024 opgeleverd.

  • Vraag 8
    Heeft u gezien dat het daarvoor uitgezette onderzoek door Wageningen University & Research (WUR) inmiddels is afgerond en dat het rapport «Effecten van ammoniak (NH3) op gezondheid en welzijn van varkens» eind december 2024 is gepubliceerd?4

    Ja.

  • Vraag 9
    Deelt u de interpretatie dat de WUR concludeert dat het protocol dat de NVWA tot nu toe heeft gehandhaafd, ontoereikend is om ervoor de zorgen dat varkens niet in een schadelijk stalklimaat leven?

    In het antwoord op vraag 3 heb ik aangegeven dat de praktijk heeft uitgewezen dat dit handhavingsprotocol, dat gebaseerd is om omgevingsgerichte (ammoniak en CO2 gehaltes in de stallucht) en diergerichte indicatoren onvoldoende houvast biedt voor effectief toezicht. Wageningen UR stelt eveneens in het rapport dat de praktijk leert dat een handhavingsprotocol dat uitgaat van de combinatie van diergerichte en omgevingsgerichte indicatoren lastig is, en concludeert dat het gebruikte protocol met grenswaarden voor omgevings- en diergerichte waarnemingen aanpassing behoeft. Wageningen UR geeft in het onderzoek aan op welke punten het protocol verbeterd zou kunnen worden.

  • Vraag 10
    Deelt u de interpretatie dat het WUR-rapport concludeert dat een dergelijk handhavingsprotocol met een combinatie van diergerichte en omgevingsgerichte indicatoren lastig is?

    Ja, zie mijn antwoord op vraag 9.

  • Vraag 11
    Deelt u de mening dat op basis van dit onderzoek niet anders kan worden geconcludeerd dan dat varkens binnen dit systeem ernstige gezondheidsrisico's blijven lopen zolang er niet wordt overgegaan tot het wettelijk vastleggen van een maximale kwantitatieve norm voor ammoniakconcentraties in varkensstallen?

    Nee, die mening deel ik niet. Op grond van artikel 2.5, vierde lid, van het Besluit houders van dieren mogen de gasconcentraties in de omgeving van het dier niet schadelijk zijn voor het dier. Daarmee is het niet per se nodig een maximale kwantitatieve norm voor ammoniakconcentraties in varkensstallen wettelijk vast te leggen.

  • Vraag 12
    Vindt u het «dierwaardig» als varkens in stallen moeten leven met ammoniakconcentraties waarbij ze ernstige gezondheidsrisico’s lopen?

    Op grond van artikel 2.5, vierde lid, van het Besluit houders van dieren mogen de gasconcentraties in de omgeving van het dier niet schadelijk zijn voor het dier. Dat geldt ook voor de ammoniakconcentratie in de stal.

  • Vraag 13
    Erkent u dat dit onderzoek (opnieuw) laat zien dat een ammoniakconcentratie boven 20 parts per million (ppm) schadelijk is voor varkens?

    Wageningen UR concludeert dat er naar verwachting tot circa 20 ppm (parts per million) ammoniak amper of geen sprake is van schade, maar dan is de leefomgeving mogelijk wel minder aantrekkelijk voor de varkens. Zij stelt echter ook dat in de range van waarden waar de normstelling zou kunnen plaatsvinden, ook andere factoren redelijkerwijs relevant zijn. Zoals aansluiting bij internationale standaarden, meetbaarheid en handhaafbaarheid en mogelijk ook de praktische haalbaarheid.

  • Vraag 14
    Erkent u dat een norm van 20 ppm dan ook het maximum zou moeten zijn als je varkens wil beschermen tegen dreigende gezondheidsschade?

    Uit het onderzoek van Wageningen UR blijkt dat een concentratie van ammoniak die hoger ligt dan 20 ppm, mede afhankelijk van de blootstellingsduur, een effect kan hebben op de in het onderzoek bestudeerde gebieden gezondheid & afweer, gedrag & stressfysiologie en productiviteit. Zoals vermeld in antwoord 13 zijn ook andere factoren redelijkerwijs relevant, zoals aansluiting bij internationale standaarden, meetbaarheid, handhaafbaarheid en mogelijk ook de praktische haalbaarheid. Ik neem dit alles mee in mijn overwegingen in het traject om te komen tot een nog meer dierwaardige veehouderij.

  • Vraag 15
    Bent u voornemens om, in lijn met het advies van het WUR-rapport, een kwantitatieve norm van maximaal 20 ppm voor varkensstallen vast te stellen? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet?

    Zoals in antwoord op vraag 14 aangegeven neem ik dit mee in mijn overwegingen in het traject om te komen tot een nog meer dierwaardige veehouderij.

  • Vraag 16
    Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?

    Ik heb mijn best gedaan de vragen tijdig te beantwoorden.

  • Mededeling - 5 februari 2025

    De vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over de noodzaak van het stellen van een concrete maximumnorm om varkens te beschermen tegen ziekmakende giftige staldampen (2025Z00620) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, gelet op de benodigde afstemming met het traject naar een AMvB dierwaardige veehouderij en met de NVWA. Ik verwacht de antwoorden eind februari aan uw Kamer toe te zenden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z00620
Volledige titel: De noodzaak van het stellen van een concrete maximumnorm om varkens te beschermen tegen ziekmakende giftige staldampen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-1519
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over de noodzaak van het stellen van een concrete maximumnorm om varkens te beschermen tegen ziekmakende giftige staldampen