Ingediend | 23 december 2024 |
---|---|
Beantwoord | 28 januari 2025 (na 36 dagen) |
Indiener | Olger van Dijk (NSC) |
Beantwoord door | Ruben Brekelmans (VVD) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z22029.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1147.html |
Ja.
De NAVO is de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid en de Nederlandse NAVO-verplichtingen zijn van primair belang. De Joint Expeditionary Force (hierna: JEF) is opgericht in 2014 als gevolg van het NAVO initiatief «framework of nations» concept en is daarmee complementair aan de NAVO. De JEF is een samenwerkingsverband onder leiding van het Verenigd Koninkrijk, met als partnerlanden Denemarken, Estland, Finland, IJsland, Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen en Zweden. Het uitgangspunt van de JEF is dat zij zelfstandig kan optreden en snel inzetbaar is om de NAVO of andere samenwerkingsverbanden te ondersteunen. Deelnemen aan inzet of oefeningen vanuit de JEF geschiedt op vrijwillige basis. Zodra het Verenigd Koninkrijk als Framework Nationen minstens één ander land dat willen kan de JEF operationeel ingezet worden, waarbij ieder land afzonderlijk kan besluiten of het mee wil doen (opt-in principe). Voor Nederland zijn de NAVO-doelstellingen leidend. Deelname aan JEF-activiteiten vindt alleen plaats wanneer dit niet strijdig is met de Nederlandse NAVO-verplichtingen.
De JEF biedt de mogelijkheid om samen te werken met gelijkgestemde partnerlanden en regeringen militaire opties te bieden, zowel in vredestijd, als in tijden van oplopende spanningen en crisis of conflict. De JEF heeft de mogelijkheid verschillende militaire activiteiten uit te voeren, van crisismanagement tot operaties, bijvoorbeeld in het hybride domein. De focusgebieden van de JEF (Hoge Noorden, Noord-Atlantische regio en Baltische zee regio) sluiten hier goed bij aan. De Nederlandse focus binnen de JEF ligt sterk op het maritieme domein en de bescherming van vitale onderzeese infrastructuur. Nederland heeft daarnaast belang bij samenwerking binnen JEF op het terrein van (zowel politiek-strategische als militaire) stratcom en weerbaarheid in het hybride domein. Verschillende JEF-landen hebben veel ervaring op deze terreinen waardoor dit forum zich goed leent voor het delen van best-practices.
Nederland draagt bij aan de verdere ontwikkeling van de JEF en samenwerking met deelnemende landen op strategisch en operationeel niveau. De overlegfora van de JEF bieden de mogelijkheid om strategische vraagstukken te adresseren die met name onze gezamenlijke veiligheid in het noordelijk deel van Europa aangaan. De JEF kan militaire opties aandragen om dreigingen het hoofd te bieden en de NAVO te versterken. Op operationeel en tactisch niveau draagt Nederland bij aan verschillende activiteiten zoals militaire oefeningen en gezamenlijke patrouilles op zee ter bescherming van de vitale infrastructuur. Dit versterkt de interoperabiliteit tussen de deelnemende krijgsmachten. De Koninklijke Marine speelt hierin een belangrijke rol gezien de dreigingen in het maritieme domein.
Zie antwoord op vraag 3.
De JEF is vanwege de geografische en sterk maritieme focus een geschikt verband om vitale infrastructuur op zee beter te beschermen. De meerwaarde van de JEF zit in de militaire samenwerking op verschillende niveaus tussen gelijkgestemde landen in regionaal verband. Dit behelst bijvoorbeeld het delen van informatie, het afstemmen van maritieme aanwezigheid en het uitvoeren van gezamenlijke patrouilles, oefeningen en het uitwisselen van best practices. Zo werd in december 2023 voor het eerst een JEF Response Option (JRO) geactiveerd, gericht op bescherming van onderzeese infrastructuur n.a.v. incidenten in de Baltische Zee. In het kader van deze JRO werd er door alle JEF-landen extra gepatrouilleerd op de Baltische Zee en Noordzee.
Op dit moment bestaat er binnen de JEF geen unanimiteit voor uitbreiding van het aantal landen. Het beperkt aantal deelnemende landen gecombineerd met de focusgebieden zorgt op het politiek-strategisch vlak ook voor meerwaarde.
De toetreding van Finland en Zweden tot de NAVO versterkt de complementariteit tussen de JEF en de NAVO.
Voor alle deelnemende landen geldt dat voor iedere potentiele JEF-inzet besloten kan worden om wel of niet deel te nemen. Nederland zal dit principe blijven hanteren en zal bij toekomstige ontwikkelingen steeds de afweging maken welk samenwerkingsverband het best aansluit bij onze doelen en veiligheidsbelangen. De JEF heeft de inzet op het gebied van hybride dreigingen op zee opgeschaald en Nederland heeft daaraan bijgedragen. Nederland blijft zich sterk maken voor meer aandacht voor het beschermen van vitale infrastructuur, zowel in als op zee, bij toekomstige activiteiten van de JEF.
Zie antwoord op vraag 2.