Ingediend | 12 december 2024 |
---|---|
Beantwoord | 5 maart 2025 (na 83 dagen) |
Indieners | Ines Kostić (PvdD), Mpanzu Bamenga (D66), Geert Gabriëls (GL), Bart van Kent |
Beantwoord door | Chris Jansen (PVV) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's organisatie en beleid ruimte en infrastructuur zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z20935.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1536.html |
Ja, daar heb ik kennis van genomen.
Het vaststellen van gevaareigenschappen van stoffen is een wetenschappelijke afweging en daarbij gaan we altijd uit van het oordeel van het RIVM.
Ja, daar ben ik mee bekend.
Ja en dat is ook het geval. Op basis van de Wet milieubeheer en de Omgevingswet is in het Besluit bodemkwaliteit, de Regeling bodemkwaliteit 2022 en in het Besluit activiteiten leefomgeving invulling gegeven aan het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen doordat hierin verschillende milieukwaliteitseisen, toepassingseisen, verantwoordingseisen (zoals een milieuverklaring) en de zorgplicht(en) zijn opgenomen, waaraan moet worden voldaan. Met de modernisering van de regelgeving wordt verdere invulling aan het borgen van bescherming gegeven. Er zijn reeds stappen gezet (zie het antwoord op vraag 8) en er wordt bekeken wat er nog meer kan worden gedaan (zie het antwoord op vraag 10).
De risico’s bij de toepassing van staalslakken als bouwstof zijn bekend. Hier dient op grond van de zorgplicht bij de toepassing rekening mee worden gehouden. Gebeurt dat niet of onvoldoende, dan levert dat een overtreding op van de wettelijke zorgplicht en kan handhavend worden opgetreden. Wanneer aan de zorgplicht wordt voldaan – en ook aan de andere eisen die de bodemregelgeving stelt aan het toepassen van bouwstoffen – dan is er geen bezwaar om het toepassen van staalslakken toe te staan.
Ja, daar ben ik mee bekend. Het betreft een productcertificaat voor LD-staalslak 0/90 mm ZV (bekend onder de naam BGS-Fill) uit 2017.
Sinds 1 januari 2024 zijn leveranciers verplicht om in de milieuverklaring bodemkwaliteit te vermelden welke voorwaarden en beperkingen de toepasser in acht moet nemen.
Ja, ik ben ermee bekend dat Pelt & Hooykaas naar aanleiding van problemen die zich in grootschalige toepassingen hebben voorgedaan met het product BGS Fill dergelijke voorwaarden voor de toepassing van dit product stelt.
De signaalrapportage van ILT van 2023 leidde tot zorgen over uiteenlopende toepassingen van staalslakken. De rapportage gaat echter alleen over de risico’s van zandvervangende staalslakken in grootschalige toepassingen zoals aanvullingen en ophogingen op land. Zoals ook in de beleidsreactie4 bij de aanbieding van deze signaalrapportage aan de Kamer werd aangegeven, worden de zorgen uit de signaalrapportage herkend.
Het is daarbij van belang om te benadrukken dat naast toepassingseisen uit de regelgeving ook de zorgplicht, zoals verwoord in artikel 2.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving, geldt om risico's voor mens en milieu te voorkomen. Dit staat ook beschreven in de Circulaire Toepassing van staalslak5. Op basis van de zorgplicht mogen toepassers staalslakken niet op een verkeerde manier toepassen of toepassen in situaties waarvoor ze ongeschikt zijn.
Dat het desondanks in bepaalde gevallen in de praktijk toch misgaat, vind ik zeer kwalijk. Daarom is de afgelopen periode een aantal stappen gezet:
Als er schadelijke milieugevolgen optreden door contact met grond- en regenwater is het op grond van de zorgplicht nu al verboden om staalslakken toe te passen. Immers, op grond van de zorgplicht zijn toepassers verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs mogelijk zijn om nadelige gevolgen te voorkomen, of deze zoveel als mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Het is de verantwoordelijkheid van bevoegd gezag om op de naleving van deze verplichting toe te zien en zo nodig handhavend op te treden.
Zoals ook in de Circulaire Toepassing van staalslak is verwoord, zijn verschillende factoren zoals de omvang van het werk, het ontwerp en de omvang en doorstroming van het aanwezige oppervlaktewater van invloed op de risico’s bij toepassing van staalslakken op land. Daarom zal de vraag of de keuze voor staalslakken als bouwstof een juiste is en welke maatregelen dan precies nodig zijn per situatie verschillen en vragen om maatwerk waar toepassers op grond van de zorgplicht toe verplicht zijn.
Dat het desondanks in bepaalde gevallen zoals in Spijk en Eerbeek toch mis blijkt te zijn gegaan was en is aanleiding voor een aantal stappen die reeds gezet zijn (zoals benoemd in het antwoord op vraag 8) en om te bekijken wat er nog meer kan helpen.
Het is regelmatig fout gegaan bij de toepassing van LD-staalslakken. Daarom zijn er stappen ondernomen en ben ik op dit moment in het kader van de herijking van de bodemregelgeving aan de slag met:
Voor meer informatie over de stappen die ik onderneem in het kader van de herijking van de bodemregelgeving verwijs ik u naar de Verzamelbrief bodem en ondergrond van 12 november 20249.
Naast de bodemregelgeving zijn ook de juridische kaders van REACH en CLP10 van toepassing. Ik bekijk in hoeverre hier mogelijkheden liggen om de risico’s beter te beheersen.
Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen zijn bouwstoffen vrij toepasbaar. Toepassingen hoeven niet gemeld of geregistreerd te worden. Zoals in het antwoord bij vraag 10 wordt aangegeven, wordt in het kader van de herijking van de regelgeving onderzoek gedaan naar een registratieplicht.
Indien wordt voldaan aan de in de wet- en regelgeving gestelde eisen, zijn staalslakken vrij toepasbaar. Het bevoegd gezag kan op grond van haar bestaande bevoegdheden ingrijpen als de zorgplicht en andere toepassingseisen niet worden nageleefd of wanneer dat dreigt te gebeuren. Veelal zal dit op basis van signalen en inspecties gebeuren. De problemen hebben zich vooral voorgedaan bij grootschalige werken waar over het algemeen een uitgebreid beoordelings- of vergunningstraject aan vooraf gaat en waarvoor honderden tot duizenden vrachtwagens nodig zijn om de LD-staalslakken aan te voeren. Daar liggen nu al de nodige aangrijpingspunten voor toezichthouders om zich te informeren over (voorgenomen) toepassingen.
Van toepassers van LD-staalslakken mag vanuit hun professionaliteit worden verwacht dat zij over voldoende kennis over LD-bouwstoffen beschikken. Als een toepasser een specifieke toepassingssituatie op het oog heeft en twijfel heeft over de toepasbaarheid van de LD-staalslak, dient hij bij de leverancier navraag doen over de kennis die de leverancier heeft over de toepasbaarheid van de LD-staalslak in het licht van de zorgplicht. Zo nodig kan de toepasser een deskundig adviseur inschakelen. Bovendien roep ik toepassers op om, vooruitlopend op de informatieplicht, contact op te nemen met het bevoegd gezag voor het toezicht op de naleving van de toepassingsregels.
Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de toepassing van staalslakken. In de praktijk ligt dit vaak bij de omgevingsdiensten. Met deze verantwoordelijkheid ligt daar ook de verantwoordelijkheid voor voldoende inzet en expertise om toezicht te kunnen houden. In aanvulling hierop financier ik vanuit IenW de kennisinfrastructuur VTH (vergunningverlening, toezicht en handhaving). Via deze structuur kunnen medewerkers van omgevingsdiensten kennis uitwisselen op verschillende thema’s. Dat neemt niet weg dat ik vanuit mijn verantwoordelijkheid, zoals hierboven aangegeven, ook aanvullende acties onderneem.
Zoals op 6 november 2024 in de beantwoording van eerdere vragen van de Kamer over het beschermen van burgers, dieren en milieu tegen staalslakken is aangegeven11, is het voor een toepassing als bouwstof in het kader van de bodemregelgeving niet relevant of sprake is van afval of niet. In alle gevallen dient de bouwstof te voldoen aan de eisen die de bodemregelgeving stelt. De begrippen bouwstof (bodemregelgeving) en bijproduct (afvalregelgeving) zijn dus los van elkaar staande begrippen.
Als aan de voorwaarden voor de bijproductstatus in art. 1.1 lid 4 van de Wet milieubeheer is voldaan, dan is een productieresidu geen afvalstof maar een bijproduct. Het is aan de houder zelf om aan te tonen dat voldaan wordt aan de bijproductvoorwaarden door het leveren van de daarvoor benodigde informatie. Het is vervolgens aan bevoegd gezag om te bepalen of de onderbouwing voldoende is. In het Landelijk Afvalplan 3 en de Leidraad afvalstof of product zijn als hulpmiddel handvatten gegeven om welke informatie het precies gaat. Zo gaat het bij de voorwaarde dat het gebruik zeker is, bijvoorbeeld om contracten met afnemers.
Zoals in het antwoord op vraag 13 is aangegeven is de houder degene die het materiaal bezit. Het draait dus niet om de vraag waar het (juridische) eigendom rust, maar om wie de feitelijke macht heeft over het materiaal. In het geval van Eerbeek en in het geval van Spijk is de vraag wie de houder is niet relevant omdat het bij de toepassing van staalslakken als bouwstof gaat over de vraag of voldaan is aan de eisen van de bodemregelgeving. Wordt bij de toepassing niet aan de eisen voldaan, dan kan bevoegd gezag optreden jegens degene die de staalslakken feitelijk heeft toegepast en/of degene die daarvoor opdracht heeft gegeven.
In beginsel is een bestuursorgaan bij constatering van een overtreding van een wettelijk voorschrift gehouden zijn handhavingsbevoegdheden in te zetten. Hier kan slechts in uitzonderingsgevallen van worden afgeweken. Dit wordt in de jurisprudentie de beginselplicht tot handhaving genoemd. Het is aan het bevoegd gezag zelf te bepalen en te motiveren op welke wijze een overtreding moet worden beëindigd of de milieugevolgen daarvan ongedaan moeten worden gemaakt. Dat kan in het ene geval door afgraven en verwijderen, in het andere geval door beheersmaatregelen en monitoring.
De manier waarop interbestuurlijk toezicht wordt uitgevoerd, is vastgelegd in de Wet revitalisering generiek toezicht (hierna: Wgrt)12. Het interbestuurlijk toezicht is gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken. Medebewind is de verplichte uitvoering die gemeenten of provincies geven aan hogere regelgeving, zoals nationale regelgeving. Inzet van de Wrgt is niet bedoeld om kwaliteit van de taakuitvoering te verbeteren. Voor medebewindstaken in het VTH-stelsel milieu houdt de Inspectie leefomgeving en transport toezicht op de provincies en de provincies houden toezicht op de gemeenten.
Ingrijpen gebeurt alleen als wettelijk vastgelegde medebewindstaken niet (juist) worden uitgevoerd of als besluiten in strijd zijn met het algemeen belang of het recht. Om te bepalen of tot ingrijpen wordt overgegaan, doorloopt de toezichthouder een «interventieladder».
De toezichthouder kan gebruikmaken van de volgende instrumenten:
In de voortgangsbrief versterking VTH van 5 december 202413 is de Kamer geïnformeerd over de voorbereiding van een wetsvoorstel waarmee maatregelen worden getroffen die nodig zijn om regie te nemen vanuit het Rijk in gevallen dat de kwaliteit van de uitvoering achterblijft. Er wordt onderzocht hoe de uitvoering van interbestuurlijk toezicht door zowel de provincies als het Rijk kan worden versterkt. Dit gebeurt door te onderzoeken hoe de artikelen uit de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit, die zien op het VTH-stelsel milieu, zo geconcretiseerd kunnen worden dat daarop interbestuurlijk toezicht kan worden ingezet als dat nodig is en ingegrepen kan worden als de kwaliteit van de uitvoering onvoldoende is.
Tot 1 januari 2024 konden bouwstoffen die niet voldeden aan maximale emissiewaarden voor vormgegeven en niet-vormgegeven bouwstoffen soms toch worden toegepast via het toepassingskader voor IBC-bouwstoffen uit het Besluit bodemkwaliteit, zoals dat gold voor 1 januari 2024. Dit is sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 niet meer mogelijk.
Het onderscheid tussen enerzijds IBC-bouwstoffen en anderzijds vormgegeven en niet-vormgegeven bouwstoffen is gebaseerd op hoeveel metalen en zouten vrijkomen in de daarvoor voorgeschreven proeven om te toetsen aan de maximale emissiewaarden. Staalslakken moeten in alle gevallen voldoen aan de normen voor uitloging van metalen en zouten. Zo niet, dan is toepassing als bouwstof niet toegestaan.
Door natuurlijke processen onder invloed van water en CO2 zal de pH in een werk in de loop van de tijd vanzelf afnemen naar een pH rond 8.
Om de slakken te mogen produceren en op de markt te brengen, moeten ze zijn geregistreerd onder REACH. Voor verschillende soorten slakken met verschillende eigenschappen zijn meerdere registraties nodig, elk voorzien van samenstelling en informatie betreffende veilig gebruik. Bij het ontbreken van een registratie is markttoelating niet toegestaan vanuit het basisprincipe van REACH («no data, no market») en wanneer de registratie niet op de juiste manier heeft plaatsgevonden kan een bedrijf hierop worden aangesproken. Het is aan ILT om toe te zien op de registratie onder REACH.
Ja, daar ben ik mee bekend.
In artikel 4.1261 van het Besluit activiteiten leefomgeving is expliciet bepaald dat bouwstoffen, zoals LD-staalsakken, niet mogen worden toegepast in een grotere hoeveelheid dan voor het voltooien van het werk redelijkerwijs nodig is volgens gangbare civieltechnische, bouwtechnische, milieuhygiënische, ecologische of esthetische maatstaven.
Het is de verantwoordelijkheid van de toepasser om deze eis na te leven en het bevoegd gezag heeft de verantwoordelijkheid op grond van het bestaande toezichts- en handhavingsinstrumentarium toe te zien op de naleving hiervan en bij overtreding hierop te handhaven, bijvoorbeeld middels een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Die handhavingsinstrumenten kunnen zowel preventief, vooraf, als bij geconstateerde overtreding, achteraf, worden ingezet. Zo kan bijvoorbeeld gelast worden het te veel toegepaste af te graven en te verwijderen, of er kunnen beheersmaatregelen en monitoring worden gevorderd om de gevolgen van de overtreding te stoppen. Dat is ter beoordeling van het bevoegd gezag.
Zoals ook in het antwoord op vraag 8 is aangegeven, wordt er voor staalslakken een informatieplicht ingevoerd. Hierdoor worden toezichthouders van tevoren op de hoogte gesteld waar dit materiaal zal worden toegepast en kunnen zij indien noodzakelijk voorkomen dat meer staalslakken dan nodig worden toegepast. En zoals in het antwoord op vraag 10 staat, ben ik in het kader van de herijking van de bodemregelgeving aan de slag met het ontwikkelen van handvatten voor toepassers en bevoegd gezag, om beter te beoordelen of grotere hoeveelheden van bouwstoffen worden toegepast dan nodig.
Ja, dit is als bijlage bijgevoegd.
De leden Gabriëls (GroenLinks-PvdA), Bamenga (D66), Van Kent (SP) en Kostić (PvdD) hebben op 12 december schriftelijke vragen gesteld over het beschermen van burgers, dieren en milieu tegen staalslakken. Gezien de vragen, de benodigde afstemming en de vakantieperiode rond de feestdagen, is beantwoording binnen de gebruikelijke termijn niet mogelijk. Ik zal de antwoorden op de vragen zo spoedig mogelijk aan uw Kamer doen toekomen.