Ingediend | 29 november 2024 |
---|---|
Beantwoord | 3 december 2024 (na 4 dagen) |
Indieners | Pieter Grinwis (CU), Inge van Dijk (CDA) |
Beantwoord door | Eelco Heinen (VVD) |
Onderwerpen | begroting financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z19814.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-728.html |
Ik heb kennisgenomen van de beoordeling van de Europese Commissie van het budgettair-structureel plan van Nederland en de Opinie van de Commissie ten aanzien van de ontwerpbegroting 2025 (Draft Budgetary Plan). Het kabinet heeft reeds bij de aanbiedingsbrief van het budgettair-structureel plan en de ontwerpbegroting op 17 september jl. de Kamers geïnformeerd over de inschatting dat Nederland zonder aanvullende begrotingsopgave niet zal voldoen aan de vereisten die de Europese regels stellen aan het uitgavenpad in het budgettair-structureel plan.2 Door de vergrijzingskosten en de oplopende rente-uitgaven lopen het tekort en de schuld na de kabinetsperiode zonder aanvullend beleid op boven de Europese referentiewaarden. Daarmee voldoet Nederland niet aan de eis om zonder aanvullend beleid het tekort en de schuld op middellange termijn (tot 2038) binnen de Europese referentiewaarden te houden. De beoordeling van de e Europese Commissie is zodoende in lijn met de eerder met uw Kamer gedeelde inschatting.
Het kabinet zet belangrijke stappen om het tekort tijdens de kabinetsperiode onder de 3% bbp te houden, op een incidentele overschrijding in 2026 na als gevolg van het affinancieren van militaire pensioenen. Gedurende de kabinetsperiode blijft de schuld onder 60% bbp.
Het kabinet hecht grote waarde aan de Europese begrotingsregels en gezonde overheidsfinanciën. In de Wet Hof is geformuleerd dat het kabinet trendmatig begrotingsbeleid voert met inachtneming van de Europese normen. Naast een eenmalige overschrijding van het tekort in 2026 als gevolg van het affinancieren van militaire pensioenen, blijven het EMU-saldo en de EMU-schuld naar verwachting tijdens de kabinetsperiode binnen de Europese referentiewaarden van -3% bbp en 60% bbp.
De begroting, welke de basis vormt van het Nederlandse budgettair-structureel plan voor de middellange termijn, is gebaseerd op nationale politieke afspraken over de financiële kaders gedurende de kabinetsperiode, zoals vastgelegd in de Miljoenennota. Op deze manier kan Nederland voorspelbaar en trendmatig begrotingsbeleid voeren. Het kabinet zal niet een ander budgettair pad aan de Europese Commissie voorleggen dan de door het kabinet vastgestelde kaders. Het kabinet heeft wel afgesproken, zoals vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord en de Miljoenennota, om maatregelen te nemen als het tekort tijdens de kabinetsperiode dreigt op te lopen tot boven de 3% bbp.
Het kabinet zet een eerste stap om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen, door het uitgavenniveau structureel te beperken. Deze maatregelen verminderen de overheidsuitgaven vanaf 2027 ten opzichte van het basispad. Ook volgende kabinetten zullen stappen moeten zetten om de overheidsfinanciën op de middellange termijn houdbaar te houden en schuld en tekort binnen de Europese referentiewaarden te houden.
Zie antwoord bij vraag 2.
Zie antwoord bij vraag 2.
Zoals vastgelegd in het Regeerprogramma en de Miljoenennota, zet dit kabinet zich in voor een gezonde en sterke economie. Zo maakt dit kabinet werken lonender, zet het kabinet stappen om het woningtekort aan te pakken, versterkt het kabinet het vestigingsklimaat en maakt dit kabinet zich hard voor economische weerbaarheid en (inter)nationale veiligheid. Ook blijft het kabinet bijvoorbeeld via het klimaat- en transitiefonds investeren in de verduurzaming van de economie en energietransitie.
In het Regeerprogramma staat hoe het kabinet op verschillende domeinen nationaal inzet op de vergrijzingsbestendigheid van Nederland, via keuzes op financieel-economisch gebied en een brede arbeidsmarktagenda voor arbeidsmarktkrapte.
Ook onderschrijft het kabinet het belang van begrotingsdiscipline. Nederland heeft een goede uitgangspositie door onder meer de koppeling van onze AOW-leeftijd aan de levensverwachting en de (nog altijd) relatief lage overheidsschuld. Het kabinet zet een eerste stap om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen, door het uitgavenniveau structureel te beperken. Deze maatregelen verminderen de overheidsuitgaven vanaf 2027 ten opzichte van het basispad. Ook volgende kabinetten zullen stappen moeten zetten om de overheidsfinanciën op de middellange termijn houdbaar te houden en schuld en tekort binnen de Europese referentiewaarden te houden.
Het kabinet zet een eerste stap om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen, door het uitgavenniveau structureel te beperken. Deze maatregelen verminderen de overheidsuitgaven vanaf 2027 ten opzichte van het basispad. Ook volgende kabinetten zullen stappen moeten zetten om de overheidsfinanciën op de middellange termijn houdbaar te houden en schuld en tekort binnen de Europese referentiewaarden te houden. Aanvullende maatregelen voor de uitgaven op langere termijn – mede in het licht van de vergrijzing – die verder gaan dan de Miljoenennota zijn nu niet aan de orde.
In augustus heeft het kabinet een koopkrachtpakket voorgesteld waarbij ervoor is gekozen om het gezamenlijke basistarief los te laten, het tarief in de eerste schijf te verlagen en het tarief in de tweede schijf te verhogen. De wijziging van de hoogte van het maximale aftrekpercentage is daar het gevolg van. Dit hogere tarief geldt naast voor de hypotheekrenteaftrek ook voor het inkomen binnen de betreffende schijf. Het maximale aftrekpercentage beweegt mee met het tarief in de tweede schijf. Iedere wijziging van het percentage in de tweede schijf heeft zo automatisch gevolgen voor het maximale aftrekpercentage. Dit geldt niet alleen voor de hypotheekrenteaftrek maar voor alle grondslagverminderende posten. In het hoofdlijnenakkoord is ook de keuze gemaakt om de fiscale positie van de eigen woning niet te wijzigen. Dit is een bewuste keuze om onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan. Het kabinet heeft mede daarom ook niets gewijzigd aan de bestaande systematiek. Het kabinet houdt zich daarnaast aan het Belastingplan zoals daar in de Tweede Kamer over is gestemd.