Ingediend | 13 november 2024 |
---|---|
Beantwoord | 4 december 2024 (na 21 dagen) |
Indiener | Thierry Baudet (FVD) |
Beantwoord door | Eppo Bruins (CU) |
Onderwerpen | bestuur cultuur en recreatie media rijksoverheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z18287.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-731.html |
Ja.
Ik heb eerder aangegeven dat de onrust binnen Ongehoord Nederland mij zorgen baart. Medewerkers van de publieke omroep hebben recht op een veilige werkomgeving en hun werkgever moet hier zorg voor dragen. Het Commissariaat voor de Media (hierna: commissariaat) houdt onder andere toezicht op de naleving van de Gedragscode Integriteit Publieke Omroep. Het commissariaat heeft aangegeven dat de casus van Ongehoord Nederland de aandacht heeft. Het is van belang dat het commissariaat onafhankelijk zijn onderzoek kan uitvoeren, op afstand van de politiek. Het is dan ook niet aan mij als Minister om hier een oordeel over te vellen. Dit uitgangspunt heb ik ook gedeeld met mijn collega op Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
Zoals ik ook in mijn antwoord op vraag 2 heb benoemd, hoort de politiek afstand te bewaren tot de media, zodat zij onafhankelijk kunnen opereren.
Het is aan het commissariaat om toezicht te houden op de publieke omroepen. Ik heb als Minister geen rol in deze specifieke casus en kan en wil daarom geen uitspraken doen hierover.
Ja.
Het kabinet heeft geen standpunt over de inhoud van de programma’s van ON. Dit kabinet hecht grote waarde aan onafhankelijke journalistiek en ziet dit als een essentieel onderdeel van onze rechtsstaat. Het belang hiervan wordt onder meer onderstreept in het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma. In de Mediawet is vastgelegd dat publieke omroepen redactionele autonomie hebben en zelf verantwoordelijk zijn voor vorm en inhoud van hun programma’s, binnen de kaders die de Mediawet hieraan stelt. Het is niet aan de politiek, en dus ook niet aan leden van het kabinet, om de programma’s van de publieke omroep inhoudelijk te beoordelen.
De publieke omroep en andere mediadiensten moeten onafhankelijk van de politiek kunnen opereren; dat is een ononderhandelbaar rechtsstatelijk uitgangspunt. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting zijn tevens rechten die zijn vastgelegd in de Grondwet, net als een verbod op censuur. De politiek dient zich niet te bemoeien met inhoud van programma’s van de publieke omroep en andere mediadiensten. Dit standpunt heb ik tevens overgebracht in de beantwoording van eerdere Kamervragen over dit thema aan het lid van de BBB.
Het is niet aan de politiek, en dus ook niet aan leden van het kabinet, om de programma’s van de publieke omroep inhoudelijk te beoordelen.
Ja.
Ja.