Kamervraag 2024Z16311

Het bericht 'Kabinet wil uitgeprocedeerde Afrikaanse asielzoekers naar Oeganda sturen'

Ingediend 18 oktober 2024
Beantwoord 10 december 2024 (na 53 dagen)
Indieners Roelien Kamminga (VVD), Queeny Rajkowski (VVD)
Beantwoord door Reinette Klever (PVV), Marjolein Faber (PVV)
Onderwerpen migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z16311.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-790.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Kabinet wil uitgeprocedeerde Afrikaanse asielzoekers naar Oeganda sturen»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat migratiedeals met derde landen noodzakelijk zijn om de instroom van illegale migranten richting Europa drastisch omlaag te brengen en uitgeprocedeerde asielzoekers ook daadwerkelijk te kunnen terugsturen?

    Ja, ik zie dit als een belangrijk element. Daarom zet het kabinet in op het sluiten van brede partnerschappen met landen buiten de Europese Unie om irreguliere migratie tegen te gaan en terugkeer te bevorderen.

  • Vraag 3
    Wat is uw voorgenomen beleid ten aanzien van te sluiten migratiedeals met derde landen?

    Het kabinet zet in op brede, strategische partnerschappen met derde landen op basis van wederzijdse belangen en waar migratiesamenwerking een belangrijk onderdeel van is. Deze samenwerking kan zowel bilateraal als op EU-niveau worden vormgegeven en bouwt voort op reeds bestaande samenwerking. De specifieke inzet per land gaat uit van gelijkwaardigheid en zal per land verschillen, omdat zowel de Nederlandse en Europese belangen als de belangen van het partnerland per situatie verschillen. Onderdeel van deze partnerschappen kunnen wat betreft migratie zijn: het beperken van irreguliere migratie, verbeteren van grensmanagement, tegengaan van mensensmokkel en het bevorderen van terugkeersamenwerking. Partnerlanden vragen vaak over legale migratiemogelijkheden, zoals (circulaire) arbeidsmigratie of uitwisseling van studenten. De partnerschappen bieden ook ruimte voor samenwerking om grondoorzaken van migratie aan te pakken, steun bij de opvang van vluchtelingen, en capaciteitsopbouw t.a.v. het asielsysteem. Deze brede partnerschappen kunnen ook bijdragen aan de ontwikkelingsagenda van deze landen, bijvoorbeeld op het gebied van macro-financiële stabiliteit, voedselzekerheid en watermanagement, infrastructuur of economische ontwikkeling. Ook kunnen afspraken worden gemaakt op terreinen die voor Nederland en de EU van belang zijn, naast migratie bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, energie en stabiliteit. Daarnaast loopt het kabinet in de EU voorop om out-of-the-box oplossingen verder uit te werken, zoals de Italië en Albanië afspraken en terugkeerhubs. Hierover worden verkennende gesprekken gevoerd. Het kabinet benadrukt dat de inzet zowel op de brede partnerschappen als out-of-the-box oplossingen in lijn dient te zijn met internationaal en Europees recht.
    Om op de partnerschapsinzet snel resultaat te behalen richt het kabinet, onder sturing van de (onder)Raad Asiel en Migratie, een interdepartementale taskforce Internationale Migratie op om de inzet van mensen en middelen samen te brengen, te coördineren en gericht in te zetten.

  • Vraag 4
    Met welke landen zou het kabinet deze periode deals willen sluiten en op welke manier spreekt u hierover binnen de EU en met de betreffende landen?

    Zie ook de beantwoording onder vraag 3. Het kabinet zet in op partnerschappen met landen in Noord-Afrika, Sub-Sahara Afrika en het Midden-Oosten. De precieze inzet verschilt per land, waarbij de bilaterale en Europese inzet in elkaars verlengde liggen. Het kabinet roept de Europese Commissie met regelmaat op om partnerschappen te ontwikkelen en te versterken, en trekt daarin op met gelijkgezinde EU-lidstaten.
    In verband met diplomatieke gevoeligheden is recentelijk in een besloten en vertrouwelijke technische briefing aan uw Kamer gesproken over de inzet van het kabinet.

  • Vraag 5
    Kunt u een overzicht verstrekken van landen en onderwerpen waarop u zich wil richten?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Op welke wijze bent u betrokken bij de plannen van Eurocommissaris Von der Leyen om terugkeerhubs tot stand te brengen van waaruit gewerkt kan worden aan daadwerkelijke terugkeer naar de landen van herkomst van de uitgeprocedeerde asielzoekers?

    Het kabinet loopt in de EU voorop om out-of-the-box oplossingen verder uit te werken, zoals de terugkeerhubs. Zo stuurde Nederland op 15 mei j.l. met 14 andere lidstaten een brief aan de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken met de oproep tot het verder uitwerken van verschillende innovatieve oplossingen2. De uitspraken van Von der Leyen kunnen in het licht van deze oproep worden gezien. Daarnaast hebben Nederland en Oostenrijk, gesteund door andere lidstaten, een non-paper opgesteld waarin de Commissie wordt opgeroepen tot het verbeteren en aanpassen van het juridisch kader voor terugkeer, waarbij het voor Nederland van belang is dat ruimte gecreëerd wordt om innovatieve samenwerkingen met derde landen aan te gaan. Nederland werkt tegelijkertijd samen met een groot aantal gelijkgezinde EU-lidstaten, zoals Zweden en Denemarken, om innovatieve concepten zoals de terugkeerhub verder uit te werken en daarbij in kaart te brengen welke landen buiten de EU in aanmerking kunnen komen voor een dergelijk partnerschap. De uitkomsten van deze verkenning zullen worden gedeeld met de Europese Commissie. De Minister van Asiel en Migratie heeft uw Kamer middels de geannoteerde agenda van de JBZ-raad van 12 en 13 december geïnformeerd over de inzet van het kabinet ten aanzien van de verkenning van terugkeerhubs in de EU3.

  • Vraag 7
    Kunt u meer vertellen over dit plan? Waarom heeft u dit plan nog niet gedeeld met de Kamer via een kamerbrief?

    De gesprekken met Oeganda bevinden zich in een beginstadium. Het is daarom te vroeg om iets te zeggen over de mogelijke voortgang, effecten, precieze doelgroep en financiële en andere benodigde middelen.

  • Vraag 8
    Welk bedrag bent u bereid te betalen aan Oeganda om dit plan te realiseren?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    In welke fase bevinden de onderhandelingen met Oeganda over dit plan? Zijn er al concrete stappen gezet of is er op dit moment nog niets uitgewerkt?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 10
    Wanneer verwacht u dat mensen naar Oeganda worden gestuurd in het kader van deze deal?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 11
    Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers verwacht u jaarlijks naar Oeganda te kunnen sturen?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 12
    Waarom is er juist voor Oeganda gekozen, en niet voor een ander land?

    Nederland voert gesprekken om innovatieve concepten, zoals terugkeerhubs, uit te werken en daarbij in kaart te brengen welke landen buiten de EU in aanmerking kunnen komen hiervoor en ook geïnteresseerd zijn in een dergelijke benadering. Hierover worden verkennende gesprekken gevoerd.

  • Vraag 13
    Bent u op dit moment ook in gesprek met andere landen om een soortgelijke deal te sluiten?

    Zie antwoord vraag 12.

  • Vraag 14
    Bent u van plan net als Italië een deal te sluiten met Albanië om daar uitgeprocedeerde asielzoekers naartoe te sturen? Zo nee, bent u van plan Italië te vragen of Nederland aan kan sluiten bij de overeenkomst die zij hebben gesloten met Albanië?

    Zie antwoord vraag 12.

  • Vraag 15
    Hoe verhoudt een eventuele voorgenomen deal zich tot het feit dat Oeganda één van de strengste anti LHBTI-wetten ter wereld heeft en Minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in 2023 de samenwerking tussen Nederland en Oeganda vanwege deze wet heeft beperkt?

    Het kabinet benadrukt dat partnerschappen met derde landen altijd in lijn moeten zijn met nationaal, Europees en internationaal recht, hieronder vallen ook mensenrechten. Het kabinet heeft hier ook aandacht voor in het sluiten en de uitvoering van partnerschappen. De verkenning van een mogelijke intensievere migratiesamenwerking met Oeganda is nog in een beginstadium.
    Zoals ook toegelicht aan uw Kamer in de beantwoording van de Kamervragen over de anti-homoseksualiteitswetgeving mei 2024, Kamerstuk 2024Z05756, heeft Nederland een brede, constructieve relatie met Oeganda, en blijft het kabinet inzetten op samenwerking op andere beleidsterreinen. Bredere bilaterale samenwerking, zoals op het gebied van migratie, is ook in het belang van Nederland, bijvoorbeeld als het gaat om het bieden van perspectief aan migranten en vluchtelingen in de regio om de noodzaak om door te reizen te verkleinen.
    Nederland zal blijvend aandacht vragen voor het waarborgen van mensenrechten, waaronder die van de LHBTIQ+-gemeenschap.

  • Vraag 16
    Waarom kiest u niet voor het sluiten van een deal met landen waarop Nederland meer druk kan uitoefenen om de mensenrechten van uitgeprocedeerde asielzoekers te waarborgen, zoals kandidaat-lidstaten van de Europese Unie?

    Het kabinet houdt meerdere opties open, en bevindt zich wat betreft het uitwerken van innovatieve partnerschappen in een verkennende fase. Van belang is dat de operationele, juridische en uitvoeringskaders in beeld zijn.

  • Vraag 17
    Kan uw plan binnen de bestaande verdragen, volgens Europese richtlijnen en conform de uitspraken van de Raad van State en het Europees Hof?

    De mogelijke kaders worden momenteel besproken en uitgewerkt, waarbij voorop staat dat dergelijke concepten en de uitvoering ervan moeten passen in de kaders van het Europees en internationaal recht.

  • Vraag 18
    Wat zijn de lessons learned uit andere landen die aan dergelijke initiatieven werken, welke complicaties ziet u en hoe wil u deze oplossen?

    Het kabinet volgt de operationalisering van innovatieve partnerschappen zoals de afspraken die Italië met Albanië maakte op de voet en neemt geleerde lessen mee in de verdere ontwikkeling van deze partnerschappen.

  • Vraag 19
    Kunt u deze Kamervragen beantwoorden binnen vier weken zodat de Kamer spoedig op basis van meer concrete onderbouwing een oordeel kan vellen?

    Nee.

  • Mededeling - 8 november 2024

    Hierbij deel ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Rajkowski en Kamminga (beiden VVD), van uw Kamer aan de Minister van Asiel en Migratie over het bericht «Kabinet wil uitgeprocedeerde Afrikaanse asielzoekers naar Oeganda sturen» (ingezonden 18 oktober 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z16311
Volledige titel: Het bericht 'Kabinet wil uitgeprocedeerde Afrikaanse asielzoekers naar Oeganda sturen'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-790
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Rajkowski en Kamminga over het bericht 'Kabinet wil uitgeprocedeerde Afrikaanse asielzoekers naar Oeganda sturen'