Ingediend | 16 oktober 2024 |
---|---|
Beantwoord | 26 november 2024 (na 41 dagen) |
Indieners | Christine Teunissen (PvdD), Ines Kostić (PvdD) |
Beantwoord door | Sophie Hermans (VVD) |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z16042.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-654.html |
Ja.
De financiering van bedrijven is aan hen, in dit geval aan het bedrijf Tata Steel Nederland (TSN) en het moederbedrijf Tata Steel Limited (TSL). TSN geeft in het FD artikel aan dat er inderdaad geen kapitaalinjectie of lening is ontvangen vanuit het moederbedrijf, maar dat er ook geen dividend is uitgekeerd aan het moederbedrijf. Volgens het FD artikel heeft TSN over het afgelopen decennium jaarlijks gemiddeld € 350 miljoen geïnvesteerd. TSN heeft hierover aanvullend nog aangegeven dat een kapitaalinjectie of investering vanuit het moederbedrijf pas nodig is bij gebrek aan vermogen bij de dochteronderneming, en daarvan was tot dusver geen sprake.
In het kader van de maatwerkafspraken worden onderhandelingen gevoerd met TSN en TSL over de verduurzaming, het verminderen van overlast en het verbeteren van de gezondheid en leefomgeving. Daarbij zullen TSN en TSL allereerst zelf moeten investeren; de overheid overweegt dit te ondersteunen, daar waar dat bovenwettelijk is en past binnen Europese steunkaders.
In het FD artikel geeft TSN aan dat er het afgelopen decennium jaarlijks gemiddeld € 350 miljoen is geïnvesteerd. Daarnaast heeft TSN mij aanvullend aangegeven onder meer geïnvesteerd te hebben in maatregelen om te verduurzamen en om milieuverbetering te realiseren, zoals het Roadmap+ programma dat in 2025 wordt afgerond.
De primaire beslissing om te investeren in verduurzaming is aan het bedrijf zelf. De staat overweegt met de maatwerkafspraken de verduurzaming en het schoner maken van de staalproductie te ondersteunen, om sneller en meer te doen dan de wet vraagt. Met de maatwerkafspraken kan, mag en wil de staat alleen bovenwettelijke maatregelen ondersteunen. Achterstallig onderhoud hoort daar niet bij.
De verduurzaming van de industrie is een grote transitie waar we met elkaar voor staan: om met bedrijven deze transitie te kunnen maken, vindt het kabinet het van belang ambitieuze plannen voor sneller en meer reductie dan volgens de wet verplicht, te ondersteunen. De overheid wil bedrijven graag ondersteunen om hun verduurzamingsopgave in Nederland te realiseren. Zie hiervoor de visie op de maatwerkaanpak van het vorige kabinet van april 20222, welke dit kabinet voortzet. Met de maatwerkafspraken spant het kabinet zich in om TSN zo spoedig mogelijk te laten verduurzamen om op korte termijn extra klimaat- en gezondheidswinst te realiseren.
De inzet is om allereerst een maatwerkafspraak over de eerste fase van de verduurzaming van TSN te maken, waarbij in 2030 tot 5 Mton CO2 per jaar kan worden gereduceerd, zoals afgesproken in de Expression of Principles in 2022. Dit komt inderdaad overeen met een reductie van 40% van de CO2 uitstoot. Bij tijdige beschikbaarheid van voldoende en betaalbare waterstof kan de reductie in fase 1 oplopen tot 45%.
Om volledig klimaatneutraal te worden volgen nog een tweede en derde fase van de verduurzaming. Volgens de plannen van TSN zal de productie rond 2045 klimaatneutraal zijn.3
In het EU ETS worden naar verwachting rond 2040 geen nieuwe emissierechten meer geveild. Dat betekent overigens niet dat er dan geen (bestaande) rechten meer in omloop zijn.
Dit beeld per 2040 betekent dat TSN mogelijk haar plannen voor de laatste stap van haar transitie zal moeten versnellen.
Maatwerkondersteuning is dus nodig om snel stappen te zetten op het gebied van gezondheidswinst en verduurzaming. Zie verder ook het antwoord vraag 4.
Zoals Wijers/Blom hebben aangegeven in hun rapport is de uitgangspositie van TSN voor de transitie naar groen staal gunstig. De verwachting is dat op termijn de vraag naar staal in Europa licht zal groeien. Ook geven Wijers/Blom aan dat TSN door haar aantrekkelijke ligging de potentie heeft om binnen Europa een sterke concurrentiepositie te veroveren als producent van groen staal4. Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 28 maart jl. is het besluit van het kabinet in te zetten op een maatwerkafspraak met TSN met als uitgangspunt levensvatbare, groene en schone staalproductie in de IJmond. Hiervoor is gekozen na een zorgvuldige integrale afweging van de alternatieven vanuit verschillende perspectieven.
De geplande nieuwe installaties zijn technisch uitgerust om op waterstof te kunnen draaien.
Zoals eerder aangegeven5 worden de voorwaarden voor het verlenen van eventuele staatssteun op dit moment nader uitgewerkt. In eerdere goedkeuringsbesluiten van de Europese Commissie ten aanzien van staatssteun voor CO2-emissiereductie van andere staalfabrieken is terug te lezen dat gebruik van waterstof een voorwaarde is.
Over de voorwaarden van een maatwerkafspraak wordt op dit moment onderhandeld en daar kan ik dus in verband met de onderhandelingspositie van de staat en de mogelijke koersgevoeligheid van de informatie niet verder op ingaan.
Het kabinet is bekend met de zorgen bij industriële partijen over de nog hoge kosten voor de inzet van groene waterstof bij de productie van staal. In eerdere goedkeuringsbesluiten van de Europese Commissie ten aanzien van staatssteun voor CO2-emissiereductie van andere staalfabrieken is terug te lezen dat gebruik van waterstof een voorwaarde is.
De technologie en markt voor groene waterstof verkeren momenteel nog in een vroege ontwikkelingsfase. De kostendaling van waterstof uit elektrolyse hangt vooral af van de snelheid van wereldwijde uitrol. Naar verwachting zullen schaalvoordelen, standaardisatie, massaproductie en optimalisatie van ketens bijdragen aan lagere kosten, net zoals we dat voor zonne-energie en windenergie hebben gezien.
Om bij te dragen aan deze kostprijsdaling zet het kabinet in op de opschaling van groene waterstof. Dit doet de overheid middels het stimuleren van elektrolyseprojecten en import van groene waterstof, het stimuleren van innovatie en het verlagen van risico’s in de keten. Wereldwijd zitten er veel projecten in de pijplijn om de markt voor groene waterstof op te schalen.
De bereidheid van staalafnemers om een premium te betalen voor «groen staal» is ook een belangrijke factor. Voorlopig is het nog onduidelijk hoe dit marktsegment zich zal ontwikkelen in de komende jaren. Binnen de Europese industrie wordt er gepleit voor «bijmengverplichtingen» voor groen staal om de markt hiervoor op gang te brengen. Deze ontwikkelingen volgt het kabinet met belangstelling.
Uw aanname van een subsidie van 1,5 miljard euro is niet te herleiden. Zoals aangegeven kan ik niet in het openbaar ingaan op de lopende onderhandelingen en een eventuele bijdrage van de staat. Het kan nooit de intentie zijn om een bedrijf permanent te subsidiëren. Het bedrijf zal zelf substantieel moeten investeren en zal dat alleen doen bij het vooruitzicht van een rendabele toekomst voor groen staal in IJmuiden. Zie verder ook de antwoorden op vragen 6 en 8 over mijn beeld bij de verschillende scenario’s.
Zoals aangegeven in het vorige antwoord is uw aanname van een subsidie van 1,5 miljard euro niet te herleiden. Ook is er geen sprake van een subsidie per werknemer. Een eventuele subsidie dient vooral gewogen te worden aan het belang van snelle gezondheidsverbetering in de IJmond regio, CO2 reductie, milieuwinst, en het belang bij te dragen aan Europese strategische autonomie op het gebied van staalproductie.
Ja.
Dit voorjaar hebben Wijers/Blom uitgebreid onderzoek gedaan naar het belang van staalproductie bij TSN voor Nederland en Europa. Zij komen tot de conclusie dat staalproductie in IJmuiden van belang is voor Nederland en (de strategische autonomie van) Europa, en dat TSN in IJmuiden goed gepositioneerd is voor duurzame staalproductie. TSN heeft namelijk de op één na grootste geïntegreerde staalproductie site van Europa. TSN produceert met enkele andere staalproducenten hoogwaardig staal dat niet zomaar te vervangen is door ander staal. Zo heeft TSN een Europees marktaandeel van 25% in de verpakkingsstaal, wat hoge kwaliteit staal vraagt.
Daarnaast concluderen Wijers/Blom dat met het kwijtraken van de staalindustrie, ook de toegevoegde waarde, de innovatiekracht en de directe- en indirecte werkgelegenheid verloren gaan.
De World Steel Organisation9 laat zien dat 54% van de wereldwijde crude steel productie geconcentreerd is in China. Daarnaast zijn ook landen als India, Rusland en Iran grote producenten van staal. Staal is nodig om kritische waardeketens voor de productie van spullen die we elke dag gebruiken en nodig hebben: auto’s, huishoudelijke apparaten, bruggen, spoorrails windmolens, maar ook tanks en wapens die we nodig hebben om ons land te verdedigen in tijden van oorlog.
Wijers/Blom concluderen dan ook dat vanuit het oogpunt van Europese strategische autonomie onverstandig zou zijn om de staalproductie uit Europa te laten verdwijnen. Daarnaast zit de meeste toegevoegde waarde en het onderscheidend vermogen bij staalproductie in de kwaliteit van het productieproces en daarmee eindproductie. Juist voor hoogwaardige staalsoorten wil je dan ook niet afhankelijk zijn van een enkel producerend land.
Wijers/Blom concluderen dat TSN in IJmuiden goed is gepositioneerd voor (duurzame) staalproductie binnen Europa en geven aan dat, mochten we de staalindustrie kwijtraken, ook de toegevoegde waarde, innovatiekracht en directe en indirecte werkgelegenheid verloren gaan. Ook zou dat vrijwel zeker betekenen dat afgeschaalde Europese productie elders op niet duurzame wijze zou worden voortgezet.
Europa is voor de productie van staal grotendeels afhankelijk van de importen van ijzererts uit diverse landen wereldwijd. Daarbij is Australië als grootste producent verantwoordelijk voor ongeveer 30%10 van de productie van ijzererts. Daarnaast zijn er diverse andere landen waar in ijzerertsmijnen ijzererts geproduceerd wordt en die de productie van ijzererts kunnen overnemen mochten er toeleveringsproblemen zijn in een bepaalde regio in de wereld.
Ja. TSN heeft mij hierover additioneel aangegeven dat het boekjaar (eindigend op 31 maart 2024) afgesloten is met een verlies van 556 mln. euro (743 mln. euro voor belastingen). TSN noemt als oorzaken hiervoor de lage mondiale staalprijzen en de vertraging van onderhoudswerkzaamheden (van met name Hoogoven 6) die de productie en afzet drukten.
In het openbare jaarverslag wordt dit banksaldo inderdaad genoemd.
Inzet van de maatwerkafspraken is het behoud van een levensvatbaar, groen en schoon staalbedrijf in de IJmond met een duurzaam lange termijn verdienmodel.
De overheid gaat niet over een faillissement van het bedrijf. In het geval van een faillissement zijn er verschillende scenario’s denkbaar, daar wil ik niet over speculeren.
Zoals eerder benoemd is de inzet van de maatwerkafspraak om een duurzamer staalbedrijf te realiseren en de gezondheidseffecten voor de omgeving te verminderen. Met een eventuele maatwerksubsidie ondersteunt de overheid de verduurzaming van bedrijven. De bedrijven zelf moeten dus ook investeren in verduurzaming.
De verdere inzet van de maatwerkafspraak, inclusief de wijze van het borgen van risico’s zoals faillissementen, is vertrouwelijk. De budgettaire gevolgen van het uiteindelijke onderhandelingsresultaat zijn onder voorbehoud van parlementaire autorisatie van de begroting
Het doel van de maatwerkafspraak is versnelde, verdergaande reductie van CO2 dan wat vanuit Europese regelgeving wordt afgedwongen en verbetering van de leefomgeving rond het bedrijf. Met de maatwerkaanpak willen we additionele CO2 reductie realiseren in 2030. Met de Europese regelgeving wordt er pas vanaf 2040/2045 substantiële reductie geborgd. Zie verder het antwoord op de vragen 1 t/m 4.
Tata Steel Limited is de eigenaar van Tata Steel Nederland. Tata Steel Limited is een beursgenoteerde onderneming, waarvan ongeveer een derde van de aandelen in handen is van Tata Sons Pvt Ltd en de resterende aandelen in handen zijn van diverse private investeerders. De winsten van Tata Steel Nederland komen dan ook terecht bij een brede groep aandeelhouders en niet alleen bij de families die in de vraag benoemd worden.
Uiteindelijk is het goed voor Nederland als bedrijven hier winst maken: dat garandeert dat medewerkers hun baan kunnen behouden en dat er nieuwe investeringen mogelijk worden. Het zou dan ook goed zijn als TSN, na te hebben geïnvesteerd in verduurzaming en gezondheidsverbetering, winst maakt. In de maatwerkafspraken houd ik rekening met hetgeen waartoe de motie Erkens c.s.11 heeft opgeroepen: het voorkomen van over subsidiëring.
In de brief die de voormalig Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan de Kamer gestuurd heeft ten aanzien van de milieuproblematiek bij TSN op 3 april jl.12 komen de volgende punten naar voren:
De inzet van de maatwerkafspraak, inclusief de wijze van het borgen van risico’s zoals de bodemsanering, is vertrouwelijk. De budgettaire gevolgen van het uiteindelijke onderhandelingsresultaat zijn onder voorbehoud van parlementaire autorisatie van de begroting.
Het is belangrijk dat, na de transitie, TSN een levensvatbaar bedrijf is dat op eigen benen kan staan. Wijers/Blom geven in hun rapport aan dat TSN goed gepositioneerd is voor duurzame staalproductie en competitief kan zijn in deze markt. Bij het maken van de maatwerkafspraak met TSN is lange termijn levensvatbaarheid het uitgangspunt, waarop het kabinet zal blijven toetsen.
Ja.
Deze deal is gesloten tussen Tata Steel UK/Tata Steel Limited en de Britse overheid. De details en afwegingen hierbij zijn mij niet bekend en is een zaak tussen deze partijen.
Ja.
De leden Kostić en Teunissen (PvdD) hebben op 16 oktober jl. Kamervragen gesteld over het voornemen van dit kabinet om Tata Steel in de verduurzaming te ondersteunen en de benodigde investeringen daarvoor. Met deze brief deel ik u mee dat de beantwoording van de Kamervragen niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. De Kamervragen gaan in op een aantal recente nieuwsartikelen over de verduurzaming van Tata Steel Nederland, de daarvoor benodigde investeringen en mogelijke overheidssteun vanuit de maatwerkafspraken. Vanwege de benodigde afstemming van de antwoorden en het herfstreces is het niet mogelijk om de Kamervragen binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden. De beantwoording zal zo spoedig mogelijk aan de Kamer worden verzonden.