Ingediend | 26 september 2024 |
---|---|
Beantwoord | 9 december 2024 (na 74 dagen) |
Indieners | André Flach (SGP), Joost Eerdmans (EénNL) |
Beantwoord door | Judith Uitermark (NSC) |
Onderwerpen | geluid natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z14405.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-753.html |
In het regeerprogramma is in de paragraaf over integratie en maatschappelijke samenhang opgenomen dat het kabinet betere regels wil voor versterkte oproepen tot gebed. De achtergrond van dit voornemen is dat versterkte gebedsoproepen bij sommige burgers tot gevoelens van ongemak of overlast kunnen leiden. Om beter vast te stellen waar bestaande wet- en regelgeving wringt en waar verbetering noodzakelijk is, laat de Staatssecretaris Participatie en Integratie een traject starten om de beleving, bekendheid en communicatie tussen gemeenten, geloofsgemeenschappen en omwonenden inzichtelijk te maken. Dit traject wordt op dit moment uitgewerkt en zal op korte termijn worden opgestart. Zijn streven is om op basis van de bevindingen volgend jaar tot betere regels te komen.
Zie antwoord vraag 1.
Nee, wij beschikken op dit moment nog niet over deze informatie. Het voornoemde traject is er mede op gericht om beter inzicht te krijgen in de aard en omvang van versterkte gebedsoproepen en de mate waarin dit als overlast gevend wordt ervaren. Deze gegevens over het aantal moskeeën dat gebruikmaakt van de versterkte gebedsoproep, hoe vaak dit gebeurt en of dit wordt gemeld, zouden bij de gemeenten waarin de betreffende moskeeën zijn gevestigd te vinden moeten zijn. Naar aanleiding van de resultaten van voornoemd traject zal worden bepaald hoe (beleids)maatregelen gericht op het verbeteren van de regels voor (versterkte) gebedsoproepen het beste vormgegeven kunnen worden.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Het is niet aan ons om de individuele beleving van burgers over verschillende soorten geluid te beoordelen. Feitelijk is wel zo dat klokgelui en gesproken teksten verschillende soorten geluid zijn en ook verschillend ervaren kunnen worden. Juridisch gezien bestaat er ook een verschil, nu de versterkte gebedsoproep, anders dan klokgelui, niet rechtstreeks onder de bescherming van artikel 6 van de Grondwet valt. Dat betekent niet dat de versterkte gebedsoproep geen constitutionele bescherming geniet. Gebruikmaking van geluidsversterkende apparatuur voor het oproepen tot gebed wordt namelijk gezien als een zogeheten connexrecht, dat in de jurisprudentie is ontwikkeld. Een eventuele beperking van zo’n connex recht – en dus ook van de versterkte gebedsoproep – mag geen betrekking hebben op de inhoud hiervan of het recht illusoir maken, en moet noodzakelijk en proportioneel zijn. Bij de uitwerking van de in het regeerprogramma aangekondigde regulering zal hier rekening mee moeten worden gehouden.
De vrijheid van godsdienst en levensovertuiging is een belangrijk grondrecht dat wordt beschermd in artikel 6 van de Grondwet. Zoals gezegd is het recht om bij de belijdenis gebruik te maken van geluidsversterking hieraan verwant. Wij vinden het belangrijk dat men zich in Nederland vrij en beschermd voelt om van dit constitutionele recht gebruik te maken.
Tegelijkertijd is het zo dat een versterkte gebedsoproep bij sommige burgers tot gevoelens van ongemak leidt. Het kabinet onderzoekt wat de beste manier is om aan deze gevoelens gehoor te geven. Op de uitkomst hiervan kunnen wij niet vooruit lopen.
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van de leden Eerdmans (JA21) en Flach (SGP) over de versterkte gebedsoproepen door moskeeën (ingezonden op 26 september 2024 met referentienummer 2024Z14405), niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor het opstellen en afstemmen van de beantwoording is meer tijd nodig. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.