Ingediend | 2 september 2024 |
---|---|
Beantwoord | 1 oktober 2024 (na 29 dagen) |
Indiener | Henri Bontenbal (CDA) |
Beantwoord door | Marjolein Faber (PVV), Schoof , Ruben Brekelmans (VVD), Caspar Veldkamp (NSC), Eppo Bruins (CU) |
Onderwerpen | bestuur internationaal internationale samenwerking parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z12775.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-122.html |
Ja.
Het kabinet verwelkomt de hernieuwde betrokkenheid van het VK met de EU en haar lidstaten. Het VK is en blijft voor NL een belangrijke partner als buurland, NAVO-bondgenoot, G7-lid en permanent lid van de VN Veiligheidsraad. De illegale grootschalige Russische invasie van Oekraïne heeft het belang van nauwere samenwerking op het Europese continent verder onderstreept. Het kabinet kijkt daarom positief naar het versterken van zowel de bilaterale relatie als de betrekkingen tussen de EU en het VK, met inachtneming van de bestaande EU-VK verdragen en het behouden van de integriteit van de interne markt.
De bilaterale relatie tussen Nederland en het VK is sterk en is onderhevig aan een positief momentum sinds implementatie van het Windsor Raamwerk. Het kabinet zet onverminderd in op het bestendigen van de samenwerking met het VK en staat open voor het intensiveren van de relatie. Momenteel is er een NL-VK-verklaring – in 2022 ondertekend – die toeziet op samenwerking op het gebied van veiligheid, energie en klimaat, migratie, duurzame ontwikkeling en humanitaire hulp en multilaterale samenwerking.
Ook zet Nederland zich in voor bilaterale samenwerking op het terrein van wetenschap en onderwijs. Tussen Nederlandse en Britse kennisinstellingen bestaan van oudsher stevige banden en een intensieve uitwisseling. Een groot deel van de wetenschappelijke samenwerking vindt plaats binnen het Europese kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie, Horizon Europe, waaraan het VK sinds 2024 weer geassocieerd is.
Het Verenigd Koninkrijk en Nederland komen verder regelmatig bijeen in de zogenaamde «Calaisgroep» (naast het VK en Nederland nemen ook Frankrijk, België, Duitsland en de Europese Commissie aan deze groep deel) om gezamenlijke uitdagingen bij de aanpak van irreguliere migratie en mensensmokkel te bespreken. Ook zet het kabinet zich in voor bilaterale uitwisseling over de aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit.
Nederland en het VK hebben daarnaast een lange geschiedenis wanneer het gaat om defensiesamenwerking. In februari 2024, en marge van de NAVO DMM (defence Ministers meeting), ondertekende de Minister van Defensie het hernieuwde Joint Vision Statement met haar Britse counterpart. In de overeenkomst staan concrete ambities en doelen om deze samenwerking in de komende jaren verder te versterken op strategisch, operationeel en tactisch niveau en daarmee bij te dragen aan de trans-Atlantische en Europese veiligheid.
Jaarlijks houden Nederland en het VK een Strategische Dialoog gericht op het verbreden en verdiepen van samenwerking op de beleidsterreinen uit de gezamenlijke verklaring. Ook is er een bilaterale conferentie – de North Sea Neighbours conferentie – gericht op samenwerking in het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld, academici, denktanks en andere stakeholders in de NL-VK relatie. Beide zullen naar verwachting dit najaar weer plaatsvinden in Londen.
Tijdens de bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG) op 18 juli jl. benadrukte de toen recent aangetreden premier Starmer open te staan voor versterkte samenwerking met Europese landen. Zoals hierboven aangegeven verwelkomt het kabinet de hernieuwde betrokkenheid van het VK.
De EPG biedt een informeel forum voor politiek dialoog tussen Europese landen over onderwerpen die het continent aangaan. Tijdens de laatste EPG-bijeenkomst is gesproken over veiligheid, migratie en energie.2 De meerwaarde van de EPG is dat hier van gedachten kan worden gewisseld met een brede groep landen uit zowel de EU alsook Europese nabuurschapslanden, in aanvulling op bestaande multilaterale fora en bilaterale relaties.
Zie het antwoord op vraag 3.
Er hebben al verschillende gesprekken plaats gevonden tussen de leden van het kabinet en hun Britse evenknieën; de Minister-President sprak bijvoorbeeld met premier Starmer en marge van de NAVO-top in Washington. Het kabinet kijkt positief naar het versterken van de bilaterale samenwerking.
Op maandag 2 september is er door het lid Bontenbal (CDA) Kamervragen gesteld over het artikel «Starmer begint zijn «reset» met EU, Brexiteers vrezen dat hij het VK er weer «in rommelt»» met kenmerk 2024Z12775. Gelet op de inhoud van de vragen heb ik de beantwoording van deze vragen overgedragen aan de Minister van Buitenlandse Zaken.