Ingediend | 20 augustus 2024 |
---|---|
Beantwoord | 23 oktober 2024 (na 64 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Sophie Hermans (VVD) |
Onderwerpen | bestuur bodem natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z12467.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-363.html |
Ja.
Op 25 september jl. heb ik gesproken met inwoners van Warffum (gemeente Het Hogeland). Daar hebben zij mij verteld over de zorgen die zij hebben. Ik snap deze zorgen en heb er begrip voor, zeker omdat het gasveld Warffum vlakbij het Groningengasveld ligt. Momenteel wordt de aanvraag van NAM voor verlenging van de periode van gaswinning beoordeeld. Ik heb daarvoor advies gevraagd aan verschillende partijen, zoals SodM, TNO en de medeoverheden. Al deze adviezen en de gevoerde gesprekken worden bij de beoordeling van de aanvraag betrokken. Uitgangspunt is dat het kabinet alleen instemt als dit veilig kan voor mens en natuur.
Ik snap de zorgen en heb er ook begrip voor, zeker omdat het gasveld Warffum vlakbij het Groningenveld ligt. Ik vind het dan ook belangrijk om te benadrukken dat het kabinet alleen instemt als de gaswinning veilig kan plaatsvinden. Hierover wordt advies gevraagd aan onder meer SodM, TNO en de Mijnraad. Getoetst wordt onder andere op bodemdaling, eventuele bodemtrillingen en de mogelijke schade die hieruit zou kunnen voortvloeien. Op basis van deze adviezen en de gevoerde gesprekken maakt het kabinet een afweging of NAM de gaswinning mag voortzetten. Op dit moment is dit besluit nog niet genomen. Het kabinet streeft ernaar uiterlijk eind dit jaar duidelijkheid te geven. Deze duidelijkheid is ook belangrijk voor bewoners.
De mogelijke effecten van gaswinning, waaronder de bodemdaling en de eventuele gevolgen daarvan worden meegenomen in de beoordeling van de aanvraag. Dit gebeurt mede op basis van de adviezen van TNO, SodM en de medeoverheden. Ik kan hier niet op vooruitlopen. Het kabinet streeft ernaar uiterlijk eind dit jaar duidelijkheid te geven.
Zie antwoord vraag 4.
Ik heb begrip voor de zorgen van de GBB. Het is goed dat de GBB dit inbrengt en de belangen van bewoners adresseert. Zo maar stoppen met de gaswinning uit het gasveld Warffum of uit andere kleine gasvelden in Groningen en Noord-Drenthe is echter niet mogelijk. Het is niet voor niets dat een separate wet is opgesteld en aangenomen om te kunnen stoppen met gaswinning uit het Groningenveld. Alleen op basis van de in de Mijnbouwwet genoemde gronden kan instemming met het winnen van gas (gedeeltelijk) worden geweigerd of voorschriften aan de winning worden verbonden. Ik kan daarnaast mijnbouwbedrijven niet zo maar rechten ontnemen (zie ook Kamerstuk 33 529, nr. 1258). Zoals tijdens het Commissiedebat van 2 oktober jl. aangegeven, gaat het kabinet in gesprek met de mijnbouwbedrijven onder andere over een mogelijk afbouwpad voor gaswinning op land.
Op dit moment beoordeel ik de aanvraag. De Mijnbouwwet is daarbij het wettelijke kader waaraan ik toets. Zoals bij vraag 6 aangegeven zijn in deze wet de gronden opgenomen waarop ik de instemming (gedeeltelijk) kan weigeren of voorschriften aan de winning kan verbinden. Ik kan niet vooruitlopen op de uitkomst van deze beoordeling. Het kabinet streeft ernaar uiterlijk eind dit jaar duidelijkheid te geven.
Zie mijn antwoord bij vraag 7.
Zoals bij het antwoord op vraag 2 aangegeven heb ik op 25 september jl. gesproken met bewoners van het dorp Warffum over hun zorgen. Als volgende stap wordt een ontwerpbesluit opgesteld. Een ieder kan op dit ontwerpbesluit een zienswijze indienen. Al deze zienswijzen worden betrokken bij het definitieve besluit. Mochten partijen het niet eens zijn met het definitieve besluit dan kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State toetst of het besluit rechtmatig is genomen.
De vragen van het lid Beckerman (SP) over het bericht «GBB en Warffum-Alert trekken aan de bel in brief aan Minister Sophie Hermans» (ingezonden op 20 augustus met kenmerk 2024Z12467) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden voor uitstel is dat nadere interdepartementale afstemming moet plaatsvinden. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.