Ingediend | 5 juli 2024 |
---|---|
Beantwoord | 15 juli 2024 (na 10 dagen) |
Indiener | Kati Piri (PvdA) |
Beantwoord door | Caspar Veldkamp (NSC) |
Onderwerpen | bestuur internationaal internationale samenwerking parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z11865.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2162.html |
Ja.
Nee.
Het bezoek van premier Orbán aan president Poetin in Moskou ziet het kabinet als een strikt bilaterale aangelegenheid. Het roulerend voorzitterschap van de Raad heeft geen bevoegdheden op het gebied van EU-extern beleid. Daarnaast is de positie van de Europese Raad ten aanzien van steun aan Oekraïne en de aanpak van Rusland duidelijk: Rusland is de agressor, Oekraïne is het slachtoffer, zonder Oekraïne kunnen er geen discussies over Oekraïne plaatsvinden.
Het kabinet heeft zich reeds publiekelijk uitgesproken over dit bezoek en zich geschaard achter de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, die benadrukte dat het roulerend EU voorzitterschap geen mandaat heeft met Rusland te spreken namens de EU en daarbij de positie van de Raad ten aanzien van Oekraïne en Rusland (zie ook het antwoord op vraag 3) herbevestigde. Veel regeringsleiders van andere EU-lidstaten spraken zich langs deze lijnen uit tegen het bezoek. Deze boodschappen worden ook tijdens EU-overleggen uitgedragen. Het kabinet acht het daarmee niet nodig de Hongaarse ambassadeur te ontbieden.
De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.