Kamervraag 2024Z10459

Hinder en omgevingsrisico’s door afvalverwerkingsindustrie in Sluiskil

Ingediend 13 juni 2024
Beantwoord 21 augustus 2024 (na 69 dagen)
Indiener Bart van Kent
Beantwoord door Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen afval natuur en milieu organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z10459.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2306.html
1. Argos, 27 april 2024 (https://www.vpro.nl/argos/speel~RCRSA1_10390434…
2. Argos, 28 april 2024 (https://npo.nl/start/serie/argos/seizoen-3/argo…
3. Omroep Zeeland, 29 april 2024, «Inwoners Sluiskil willen einde aan stofoverlast: «Iedereen moet zich aan de wet houden»»
4. Informatiepunt Leefomgeving: Luchtvoorschriften opslaan van goederen (paragraaf 4.104 Bal)
5. Omroep Zeeland, 26 april 2024 «Overtreding Omgevingswet Sluiskil: «Bewoners hebben veel last van stof. Het slaat op de longen en de keel»»
6. PZC, 21 mei 2024, «Heros hoeft bodemas niet te overkappen, nathouden is genoeg»
7. NOS, 26 april 2024, «Bedrijven houden zich niet aan nieuwe regels tegen luchtvervuiling»
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op de radio en tv-publicaties «Dorp onder het stof» van Argos over stofoverlast afkomstig van afvalverwerker Heros in Sluiskil?1, 2

    Het is uiteraard vervelend dat omwonenden overlast ervaren van een bedrijf in hun buurt. Een gezonde en veilige leefomgeving is van belang. Daar zet het kabinet op in.

  • Vraag 2
    Kunt u aangeven tot welke gezondheidsrisico’s de verspreiding van bodemas met concentraties lood en ijzer in bewoond gebied kan leiden?

    Emissies van lood en loodverbindingen naar de lucht zijn in de regel zeer schadelijk voor de gezondheid. Blootstelling aan lood en loodverbindingen kan leiden tot schade voor de voortplanting, is mogelijk kankerverwekkend, kan zeer schadelijk zijn voor waterorganismen en kan schade toebrengen aan organen. Om die reden zijn lood en meerdere loodverbindingen aangemerkt als Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS), en geldt er een minimalisatieverplichting zoals voor alle ZZS. Of er sprake is van gezondheidsrisico’s hangt niet alleen af van de gevaareigenschappen maar ook van de mate waarin omwonenden kunnen worden blootgesteld aan deze stoffen.

  • Vraag 3
    Wordt momenteel gecontroleerd hoeveel bodemas neerslaat in Sluiskil en wat de bron hiervan is?

    Voor de beantwoording van de vragen 3 tot en met 6 en vraag 8 heb ik informatie ingewonnen bij de provincie Zeeland, die als bevoegd gezag verantwoordelijk is voor de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving.
    Provincie Zeeland heeft sinds 2020 een meetpunt in Sluiskil. Op die locatie meten zij onder andere fijnstof en totaal stof. Belangrijk om te melden is dat voor deze stoffen geen grenswaarden zijn overschreden. Aanvullend hebben enkele brononderzoeken plaatsgevonden. Zo is er in 2024 onderzoek verricht naar zware metalen in stof dat op het meetpunt in Sluiskil is verzameld.3 Ook in 2022 is er aanvullend stofonderzoek verricht in Westdorpe, dat ook in de buurt ligt van onder andere afvalverwerker Heros.4
    De provincie heeft mij laten weten dat uit de resultaten van deze onderzoeken niet is gebleken dat er bodemas neerslaat in Sluiskil, ook niet in Westdorpe.

  • Vraag 4
    Bent u bereid om ter plaatse (aanvullende) metingen te verrichten, of hier opdracht toe te geven, om de herkomst van het stof in Sluiskil met zekerheid vast te stellen?

    Het uitvoeren van extra metingen is aan het bevoegd gezag. Provincie Zeeland heeft laten weten dat zij en gemeente Terneuzen aanvullend brononderzoek uitvoeren.

  • Vraag 5
    Hoeveel klachten hebben bewoners rondom Heros bij lokale autoriteiten en handhavingsdiensten ingediend over overlast van stof?

    De provincie laat weten dat in 2022 en 2023 samen 33 klachten zijn ontvangen vanuit Sluiskil die betrekking hadden op overlast van stof.
    De provincie laat ook weten dat bewoners van het dorp Sluiskil al enkele jaren aangeven overlast te ervaren door stof, geur en geluid. Daarbij wordt verwezen naar bedrijven die gevestigd zijn aan de overzijde van het kanaal van Gent naar Terneuzen, waaronder Heros. Provincie en gemeente hebben daarom een onderzoek uitgevoerd naar de beleving van de omgevingskwaliteit in de Kanaalzone Gent-Terneuzen5. Eén van de conclusies was dat overlast die inwoners ervaren geen verband houdt met overtredingen van bedrijven of met vergunningen die niet actueel zijn. Uit het onderzoek zijn aanbevelingen voortgekomen welke Provincie en gemeente samen met de omgevingsdiensten en de GGD momenteel uitvoeren. Voor 2024 zijn deze acties vastgelegd in een uitvoeringsprogramma.6

  • Vraag 6
    Klopt het dat controles van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland op het betreffende bedrijfsterrein aangekondigd plaatsvinden?3

    Provincie Zeeland heeft laten weten dat de RUD Zeeland zowel aangekondigde als onaangekondigde inspecties uitvoert.

  • Vraag 7
    Zo ja, wat vindt u hiervan?

    Vergunningverlening, toezicht en handhaving rondom dit betreffende bedrijventerrein is aan het bevoegd gezag, in dit geval de Provincie Zeeland. Hoe bevoegd gezag toezicht vorm geeft binnen de geldende kaders, is aan het lokaal bevoegd gezag.

  • Vraag 8
    Op welke wijze wordt de gezondheid van inwoners van Sluiskil gemonitord?

    De gemeente Terneuzen en de Provincie Zeeland hebben aan de GGD Zeeland opdracht verleend om de milieuhinder in Sluiskil-Terneuzen te onderzoeken. Dit onderzoek is in 2021 opgeleverd8 en heeft gebruik gemaakt van de gegevens uit de GGD Gezondheidsmonitor uit 2020. In 2024 wordt dit onderzoek herhaald.

  • Vraag 9
    Is het besproeien van bodemas op het bedrijfsterrein, zoals toegepast door Heros, volgens u afdoende om verspreiding van stof te voorkomen?

    Besproeien van voorraadbergen zoals toegepast door Heros is één van de maatregelen die benoemd is als Best Beschikbare Techniek (BBT) voor dit type opslag. Dit moet wel dagelijks goed worden uitgevoerd. Ook staat in de BBT-conclusies die hier van toepassing zijn dat er een combinatie van maatregelen genomen moet worden om diffuse emissies te voorkomen. Dit zijn onder andere: afgesloten gebouw, beperken maximale loshoogte, windafscherming, watersproeiers, optimaliseren vochtgehalte en gebouw op onderdruk houden. Bij het verlenen van de vergunning wordt door het bevoegd gezag vastgesteld welke combinatie van maatregelen er toegepast moet worden.

  • Vraag 10
    Is het aangehaalde artikel 4.1065 Besluit activiteit leefomgeving (Bal), dat opslag van goederen met stuifklassen S1 tot en met S4 in gesloten ruimte verplicht, van toepassing op de activiteiten van afvalverwerkingsbedrijven als Heros?4, 5, 6

    Nee, artikel 4.1065 is niet van toepassing op de op- en overslagactiviteiten van Heros. Heros valt onder een ander gedeelte van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), als afvalbeheer IPPC-installatie12. Het gevolg daarvan is dat regels uit hoofdstuk 4 van het Bal, waaronder artikel 4.1065, niet gelden voor Heros. Deze zaken worden dan geregeld via de vergunning. Voor de beperking van diffuse stofemissies van op- en overslagactiviteiten van Heros vindt regulering dus plaats via de vergunning. Omdat Heros een IPPC-installatie is, moeten er bij vergunningverlening ook de Europese BBT-conclusies toegepast worden. In het antwoord op vraag 9 wordt beschreven wat dat in dit geval betekent, namelijk een combinatie van maatregelen die verspreiding van stof moeten voorkomen.
    Ook onderdeel van het vergunningverleningsproces is een beoordeling van de luchtkwaliteit en gezondheid. Deze beoordeling kan ertoe leiden dat op- en overslag in een gesloten ruimte moet plaatsvinden als andere maatregelen onvoldoende zijn.

  • Vraag 11
    Kunt u een overzicht geven van het aantal bedrijven of brancheorganisaties dat bij uw ministerie heeft gevraagd om een uitzonderingspositie op deze nieuwe regelgeving?7

    De Metaal Recycling Federatie heeft een brief gestuurd aan het ministerie, waarin zij aangeven dat dit een onmogelijke eis is voor de metaalrecyclingsbranche. Ook de Vereniging Afvalbedrijven heeft aangegeven dat dit artikel mogelijk grote gevolgen heeft voor de bedrijven die zij vertegenwoordigen.

  • Vraag 12
    Kunt u aangeven wat uw reactie op deze verzoeken is geweest?

    Ik heb aangegeven met de Metaal Recycling Federatie en de Vereniging Afvalbedrijven in gesprek te gaan en zal hierbij ook aandacht hebben voor andere branches die mogelijk problemen ervaren bij de uitvoering van dit artikel. Ook heb ik aangegeven een onderzoek te laten uitvoeren naar de gevolgen van dit artikel, en of het te overwegen is de wet- en regelgeving aan te passen. Bij deze overweging neem ik dan uiteraard ook de gezondheid van omwonenden en de kwaliteit van de leefomgeving mee.

  • Vraag 13
    Kunt u bij de omgevingsdiensten navragen hoeveel fte zij tekortkomen voor toezicht op en handhaving van de nieuwe regelgeving ten aanzien van stuifgevoelige stoffen?

    De financiering van omgevingsdiensten, en daarmee het capaciteitsvraagstuk, is aan de gemeenten en provincies als bevoegd gezagen. Vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid monitor ik deze situatie en werk ik met de betrokken partijen aan de versterking van het VTH-stelsel met bijvoorbeeld het Interbestuurlijk Programma VTH.
    OmgevingsdienstNL heeft laten weten dat de krappe arbeidsmarkt geen gevolgen heeft voor de bescherming van het milieu en de leefomgeving. Controles en inspecties worden uitgevoerd. Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Voor artikel 4.1065 van het Bal – waar de stuifgevoelige stoffen onder vallen – geldt het overgangsrecht. Bedrijven hebben in de eerste plaats zelf een verantwoordelijkheid om aan deze wetgeving te voldoen. Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet hebben bedrijven twee kalenderjaren de tijd om aan de regels te voldoen. Omgevingsdiensten nemen het aspect stuifgevoelige stoffen mee in hun voorbereidingen op inspecties en controles. Bedrijven met een hoger risico worden eerder bezocht en aangesproken op naleven van de nieuwe regels.
    Waar veel klachten zijn, treedt de omgevingsdienst met extra prioriteit op. Toezichthouders van omgevingsdiensten voeren op basis van een risicomodel reguliere (bedrijfs)controles uit bij bedrijven. Stuifgevoelige stoffen is een van de milieuaspecten waarnaar wordt gekeken.

  • Mededeling - 1 juli 2024

    Hiermee informeer ik u dat de Kamervragen van het lid Van Kent (2024Z10459) over «hinder en omgevingsrisico’s door afvalverwerkingsindustrie in Sluiskil» niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord kunnen worden. De reden hiervoor is dat de Kamervragen afgestemd moeten worden met bevoegd gezag en Omgevingsdienst. Dit vraagt meer tijd. Ik streef er naar u de antwoorden zo spoedig mogelijk te doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z10459
Volledige titel: Hinder en omgevingsrisico’s door afvalverwerkingsindustrie in Sluiskil
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-2306
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Kent over hinder en omgevingsrisico’s door afvalverwerkingsindustrie in Sluiskil