1.
1. «... Stel, je hebt een tegenvaller van 4 miljard voor het verleden; ik noem maar
wat. Laat je dat in het saldo lopen of ga je dat weer ophalen bij de belastingplichtigen
die het aangaat? Wij hebben de vorige keer voor dat laatste gekozen en hebben dat
zo gedaan. Als u zou vragen «waar heeft u spijt van, Staatssecretaris», dan is het
daarvan. Ik heb m'n begrotingsregels netjes gevolgd, maar ik heb wetgeving waarvan
de onafhankelijke rechter zei dat die niet goed was ... Mensen hebben te veel belasting
betaald. Dat hebben wij weer opgehaald bij diezelfde groep. Dat is niet rechtvaardig.
Dat is niet uit te leggen ...»