Ingediend | 10 mei 2024 |
---|---|
Beantwoord | 28 juni 2024 (na 49 dagen) |
Indiener | Ines Kostić (PvdD) |
Beantwoord door | Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | bestuur cultuur en recreatie dieren landbouw parlement recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z07968.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2110.html |
In de uitzending van EenVandaag heb ik aangegeven dat ik zou onderzoeken of het Dolfinarium de gemaakte afspraken naleeft. Het onderzoek wijst uit dat het Dolfinarium één van de afspraken niet naleeft.
Er zijn afspraken gemaakt over hoe dit programma moet worden vormgegeven. Dit moet ervoor zorgen dat de interacties met de dieren een duidelijke educatieve waarde hebben, dierenwelzijn en veiligheid geborgd zijn en er een correct en natuurlijk beeld van de dieren wordt neergezet. Het Dolfinarium moet bijvoorbeeld benadrukken dat dolfijnen wilde dieren zijn en geen knuffeldieren.
Het Dolfinarium leeft één van de gemaakte afspraken niet na. De dolfijnen worden tijdens het programma door de begeleider aangezet tot interacties met de deelnemers door het geven van commando’s, waarmee ook een fotomoment wordt gefaciliteerd. Het vastleggen van de interactie is echter enkel toegestaan als de dieren zelf op de deelnemers en de interactie afkomen en niet in navolging van een opgevolgd commando. Dat het Dolfinarium zich niet aan deze afspraak houdt vind ik kwalijk. Het programma moet worden aangepast zodat dit volgens afspraak wordt vormgegeven. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is daarom voornemens om een last onder dwangsom op te leggen.
Desondanks heb ik er onvoldoende vertrouwen in dat publieksinteracties tussen bezoekers en wilde dieren in dierentuinen in het algemeen mogelijk zijn, zonder een onnatuurlijk beeld van de dieren neer te zetten. Daarom zal ik de mogelijkheid onderzoeken om publieksinteracties met dierentuindieren te verbieden, zodat mijn ambtsopvolger hier een weloverwogen besluit over kan nemen.
Dat klopt. Daarom zijn de fotomomenten verboden en zijn er afspraken gemaakt om de veiligheid van bezoekers tijdens de overige publieksinteracties te borgen. Uit het onderzoek van RVO is gebleken dat het Dolfinarium zich houdt aan dit deel van de afspraken.
Dat klopt. Daarom zijn de losse fotomomenten verboden en mogen enkel nog publieksinteracties worden vastgelegd die onderdeel zijn van een uitgebreid educatief programma. Desondanks maak ik mij zorgen over het beeld dat publieksinteracties binnen een educatief programma over de dieren geeft. Daarom zal ik de mogelijkheid tot een verbod op publieksinteracties in dierentuinen onderzoeken.
Zie mijn antwoorden op de vragen 3 en 4.
Uit de inspectie is gebleken dat de losse fotomomenten volgens afspraak zijn afgeschaft. Het Dolfinarium mag interacties tussen bezoekers en de dieren wel vastleggen als deze onderdeel uitmaken van het uitgebreide educatieve programma. Ik vind het echter kwalijk dat de dieren, tegen de afspraak in, opdracht krijgen om voor deze foto te poseren met deelnemers.
Naar aanleiding van het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom kan het Dolfinarium een zienswijze geven. Het Dolfinarium zal daarom worden uitgenodigd voor een gesprek. Daarna zal een definitief besluit over handhaving worden genomen. Ik zal na dit gesprek en het besluit met betrekking tot handhaving een verslag van het gesprek met de Kamer te delen.
Tijdens de inspectie gaf het Dolfinarium al aan dat wanneer er zaken werden gevonden die niet in lijn zouden zijn met de afspraken, ze deze zouden aanpassen.
Ten algemene geldt dat een dierentuin erop wordt aangesproken wanneer deze zijn vergunning overtreedt. Er wordt een gesprek gevoerd over de overtreding en er wordt herstel aangezegd, bijvoorbeeld via een last onder dwangsom. De eerste focus ligt op herstel omdat het belangrijk is dat de onvergunde situatie zo snel mogelijk stopt. De mogelijkheid tot herstel is ook vastgelegd in artikel 4.13 van het Besluit houders van dieren. Hierin staat dat een dierentuin een redelijke termijn moet krijgen, die ten hoogste 2 jaar bedraagt, om de situatie te herstellen voordat een vergunning wordt ingetrokken of gewijzigd en de dierentuin geheel of gedeeltelijk wordt gesloten. Daar is nu nog geen sprake van.
Zie mijn antwoord op vraag 7.
Zie mijn antwoord op vraag 7.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden op woensdag 1 mei jongstleden en bestond uit een inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij het Dolfinarium. Tijdens de inspectie is gekeken naar de naleving van alle afspraken die met het Dolfinarium zijn gemaakt, met speciale aandacht voor het educatieve programma waarbij deelnemers in het water bij de dolfijnen kunnen. De NVWA heeft hiervan rapport opgemaakt, wat door RVO als handhavende instantie op de dierentuinen wordt beoordeeld. Via de beantwoording van deze vragen informeer ik u over de uitkomsten van dit onderzoek.
Mijn ambtsvoorganger heeft in 2021 voor het eerst formele afspraken gemaakt met het Dolfinarium. Deze zijn in 2022 als voorwaarden aan de dierentuinvergunning van het Dolfinarium verbonden. Het is voor het eerst dat wordt geconstateerd dat één van de gestelde voorwaarden, en daarmee dus één van de gemaakte afspraken, niet wordt nageleefd.
Zoals eerder aan het lid Wassenberg (PvdD) is toegezegd, informeer ik de Tweede Kamer periodiek over de uitvoering van de afspraken met het Dolfinarium in de verzamelbrief dierenwelzijn. De laatste update heb ik op 24 januari jongstleden met de Tweede Kamer gedeeld (Kamerstuk 28 286, nr. 1324). De eerstvolgende brief zal in ieder geval voorafgaand aan het nog in te plannen commissiedebat over dieren buiten de veehouderij aan de Kamer worden verstuurd.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb aangegeven maak ik mij zorgen over het onnatuurlijke beeld dat publieksinteracties met dierentuindieren kunnen neerzetten en zal ik daarom de mogelijkheid tot een verbod op publieksinteracties onderzoeken.
Het is niet uitgesloten dat de dieren weggaan. Momenteel kunnen de dieren echter nog niet vertrekken. Het Dolfinarium moet immers eerst aantonen dat de situatie in China voldoet aan de dierenwelzijnseisen die we aan Nederlandse dierentuinen stellen. Ik ben hier nog niet van overtuigd.
Het is mij niet bekend waarom het eventuele vertrek van de dieren vertraagd is. Wel is duidelijk dat de dieren alleen kunnen vertrekken als hun welzijn geborgd is.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 8 heb uitgelegd kan ik een dierentuinvergunning niet zomaar intrekken.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 8 heb aangegeven is het belangrijk dat de maatregelen die worden genomen gericht zijn op herstel. De situatie moet immers zo snel mogelijk voldoen aan de gemaakte afspraken. Een verbod op het fokken en verwerven van nieuwe dieren draagt hier niet aan bij. Bovendien is er geen wettelijke grondslag om een fok- en aankoopverbod op te leggen wanneer een dierentuin haar vergunning overtreedt. Daarom is RVO van plan om een last onder dwangsom op te leggen.
Vanwege de benodigde afstemming is het niet gelukt om de vragen binnen drie weken te beantwoorden. Hier heb ik de Tweede Kamer over geïnformeerd via een uitstelbrief.
De vragen van lid Kostić (PvdD) aan mij over het onderzoek waaruit blijkt dat het Dolfinarium zich opnieuw niet aan de afspraken houdt (kenmerk 2024Z07968), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden voor uitstel is dat het gaat om vragen die het nodigde uitzoekwerk en afstemming behoeven. Om de vragen zorgvuldig te beantwoorden en af te stemmen is tijd nodig. Uiteraard zal ik mijn best doen de antwoorden zo spoedig mogelijk naar uw Kamer te sturen.