Ingediend | 22 april 2024 |
---|---|
Beantwoord | 17 mei 2024 (na 25 dagen) |
Indiener | Olger van Dijk (NSC) |
Beantwoord door | Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | afval natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z07169.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1781.html |
Ja, daar ben ik mee bekend.
De stukken waar u om vraagt zijn geanonimiseerd bijgevoegd. Hierbij is het van belang om te benoemen dat het traject in uitvoering is en dat het momenteel een voornemen tot last onder dwangsom betreft.
Het is aan de ILT om uiteindelijk te bepalen hoe zij het ingezette handhavingstraject voortzet. Daar hoort ook bij dat de ILT beoordeelt of de voorgenomen last onder dwangsom wordt omgezet in een definitieve last. Indien de ILT hiertoe besluit, kan het gaan om alle voorgenomen lasten of om een selectie.
De genoemde verhoging betreft geen wetswijziging of beleidswijziging. Op het ministerie is op dit moment geen verhoging van het minimum statiegeldbedrag voorzien. Wettelijk geldt een minimum statiegeldbedrag van € 0,15 voor kleine flesjes en € 0,25 voor grote flessen. Verder is de belangrijkste wettelijke bepaling de 90% doelstelling voor gescheiden inzamelen van statiegeldverpakkingen. Het is aan het verpakkend bedrijfsleven om het statiegeldsysteem dusdanig in te richten dat deze doelstelling wordt gehaald. Ook een statiegeldbedrag hoger dan het wettelijk minimum kan bijdragen aan een hogere inleverbereidheid.
Nu Verpact de 90% doelstelling in 2022 niet heeft gehaald, is de ILT een handhavingstraject gestart. In het kader daarvan heeft de ILT, in haar rol als onafhankelijk toezichthouder, Verpact op de hoogte gesteld van meerdere voorgenomen lasten onder dwangsom. Die beogen Verpact ertoe te bewegen zo snel mogelijk aan de doelstelling te gaan voldoen. Eén van die voorgenomen lasten betreft een (tijdelijk) statiegeldbedrag van € 0,50.
Ook vanuit een beleidsmatig perspectief geldt dat de hoogte van het statiegeldbedrag één van de knoppen is waaraan gedraaid kan worden om het percentage ingeleverde statiegeldverpakkingen te verhogen tot minimaal de wettelijk verplichte 90%. In 2024 worden de artikelen in het Besluit beheer verpakkingen waarin het statiegeldsysteem is geregeld, geëvalueerd op doeltreffendheid en effecten. Hierbij zal het wettelijk minimum statiegeldbedrag worden bekeken, evenals de effecten van een eventuele wettelijke aanpassing daarvan, zowel voor de inzameling als voor consumenten. De bevindingen van deze evaluatie worden met uw Kamer gedeeld. Indien uit de evaluatie blijkt dat wetswijziging op dit punt of op andere punten nodig is, zal dit in gang gezet worden. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd. Indien aan de orde kan dit in 2025 van start gaan. Naar verwachting zal de beslissing hierover aan een nieuw kabinet zijn.
Ik deel de opvatting dat de verantwoordelijkheid vooral bij de consument wordt neergelegd niet. De consument wordt gevraagd om de statiegeldverpakking in te leveren, maar hier geldt geen verplichting of verantwoordelijkheid. Het is de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om de consument ertoe te bewegen de verpakking in te leveren, door o.a. te zorgen voor een laagdrempelig, ruim beschikbaar en op dagelijkse basis functionerend statiegeldsysteem. Ook een statiegeldbedrag hoger dan de huidige € 0,15 kan bijdragen aan een hogere inleverbereidheid. In mijn ogen kunnen alleen een hoge inleverbereidheid in combinatie met een goede inzamelinfrastructuur zorgen voor een optimaal werkend statiegeldsysteem.
De ILT gebruikt de bij vraag 2 genoemde reactie van Verpact om te beoordelen welke stappen nodig zijn om het wettelijke inzamelpercentage te behalen. De ILT geeft aan dat bij het formuleren van de voorgenomen last onder dwangsom rekening is gehouden met de proportionaliteit van de lasten.
Er is geen goede vergelijking te maken met de statiegeldbedragen in ons omringende landen. Voor Duitsland geldt dat het beleid op dit gebied op belangrijke punten van het Nederlandse beleid verschilt. In België wordt geen statiegeld toegepast.
Deze opvatting en mening deel ik niet geheel. Het verhogen van het aantal operationele inzamelpunten is inderdaad (net als het statiegeldbedrag zoals genoemd in het antwoord op vraag2 één van de knoppen om aan te draaien om het percentage ingeleverde statiegeldverpakkingen te verhogen tot minimaal de wettelijk verplichte 90%. Er zullen dus ook meer inzamelpunten moeten komen, maar dat sluit andere maatregelen niet uit. Zoals u in bijgevoegde brief van de ILT kunt lezen, is het voornemen ook hier een last onder dwangsom over af te geven. De doelstelling die het bedrijfsleven moet realiseren, is jaarlijks minimaal 90% van de op de markt gebrachte plastic flessen inzamelen. De maatregelen die hiervoor nodig zijn, kunnen elkaar onderling versterken en kunnen dan ook tegelijkertijd worden doorgevoerd. In de brief van de ILT kunt u lezen wat de huidige inzet is van de ILT is ten aanzien van de inzamelpunten.
De hoogte van het statiegeldbedrag moet zorgen voor optimale bereidheid bij de consument om de lege verpakking in te leveren. Dit staat los van de prijs van het drankje dat erin zat.
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 2 is de brief van de ILT aan Verpact bijgevoegd. In de brief wordt een nadere specificatie gegeven van de mogelijk op te leggen lasten en de mogelijke dwangsommen die Verpact moet betalen als zij de lasten niet naleeft.
Evenals de hoogte van het statiegeldbedrag (zie vraag3 is de genoemde uitbreiding naar sap- en zuivelflessen één van de voorgenomen lasten in de brief van de ILT. Het schrappen van de uitzondering van sap- en zuivelflessen is op dit moment geen beleidsvoornemen. Wel zal bij de evaluatie van de statiegeldregelgeving expliciet naar de bestaande uitzonderingen worden gekeken, zoals ik al eerder aan uw Kamer heb medegedeeld.
De doelstelling die het bedrijfsleven moet realiseren is jaarlijks minimaal 90% van de op de markt gebrachte plastic flessen inzamelen. Deze doelstelling voor gescheiden inzameling geldt voor alle kunststof drankflessen, ook die waar sap en zuivel in zijn verpakt. Dit in tegenstelling tot de statiegeldverplichting, waar de flessen van sap en zuivel van zijn uitgezonderd. Als het nodig is om de doelstelling te halen, kan het bedrijfsleven besluiten om ook statiegeld toe te passen op flessen van sap en zuivel. Dat is wat de ILT met de voorgenomen last beoogt.
Zoals in het antwoord op vraag 6 aangegeven, richt de ILT zich in haar brief op meerdere aspecten om de inzameling te verbeteren, met meerdere voorgenomen lasten onder dwangsom. Dit betreft ook het aantal inzamelpunten.