Kamervraag 2024Z05971

Het bericht dat honderd oudere Surinamers een verblijfsstatus aanvragen

Ingediend 8 april 2024
Beantwoord 30 april 2024 (na 22 dagen)
Indiener Henri Bontenbal (CDA)
Beantwoord door Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z05971.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1642.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de situatie van ongedocumenteerde Surinamers zoals beschreven in het bericht «Honderd oudere Surinamers vragen verblijfsstatus aan op grond van «oud-Nederlanderschap». «Je gunt ze een menswaardige oude dag»»?1

    Ja

  • Vraag 2
    Kunt u de juridische basis voor wedertoelating uiteenzetten en in algemene zin toelichten waarom eerdere verzoeken van Surinamers geboren voor 1975 hierop geen aanspraak hebben kunnen maken?

    De voorwaarden voor wedertoelating als oud-Nederlander, d.w.z. het opnieuw verkrijgen van verblijfsrecht in Nederland op grond van het feit dat men ooit in het bezit is geweest van de Nederlandse nationaliteit zijn opgenomen in artikel 3.51 van het Vreemdelingenbesluit 2000 en zijn nader uitgewerkt in de Vreemdelingencirculaire.
    Men moet geboren zijn in het Nederlands deel van het Koninkrijk of men is een meerderjarige, buiten Nederland geboren oud-Nederlander, voor zover deze in een ander land woont dan waarvan hij onderdaan is en die naar het oordeel van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bijzondere banden heeft met Nederland. Voor diegenen die als oud-Nederlander buiten het grondgebied in Europa zijn geboren, geldt dat zij voor wedertoelating een beroep kunnen doen op bijzondere banden met Nederland.
    De criteria om bijzondere banden aan te nemen zijn echter strikt (de vreemdeling heeft als Nederlander in Europees of Caribisch Nederland of op Aruba, Sint-Maarten of Curacao minstens de helft van het basisonderwijs gevolgd; de vreemdeling heeft gedurende zijn minderjarigheid een opleiding gevolgd, die meer dan in die tijd gebruikelijk was, op Nederland zelf was gericht; of er is sprake van bijvoorbeeld een opvoeding, maatschappelijke positie en/of dienstbetrekking die op Nederland gericht is (bijvoorbeeld als ambtenaar in Nederlandse dienst of als KNIL-militair met pensioen). Dit is echter niet limitatief. Op voorhand wil ik wel benadrukken dat een jarenlang verblijf zonder verblijfsvergunning in Nederland geen bijzondere banden met Nederland heeft doen ontstaan.

  • Vraag 3
    Had de regeling en verkenning door uw ministerie waarover in het bericht wordt gesproken ten doel om deze groep Surinamers een legale status te verlenen?

    Samen met de gemeente Amsterdam en enkele maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor deze groep, is door ambtenaren van het Ministerie van JenV naar verschillende opties gekeken voor deze groep. Daarbij is gekeken of er bestaande verblijfsregelingen zijn waar zij voor in aanmerking komen en is de mogelijkheid onderzocht om tot een afgebakende en eenmalige regeling voor deze groep te komen, waarmee aan de hand van vastgestelde criteria getoetst zou kunnen worden of in betreffende gevallen alsnog rechtmatig verblijf verleend kon worden. Gedurende deze verkenning viel het kabinet. De keuze voor nieuw beleid is – gezien de demissionaire status – daarmee aan een volgend kabinet.

  • Vraag 4
    Welke voorwaarden waren eraan verbonden om te komen tot een juiste beoordeling van wie wel en wie niet niet aanspraak kunnen maken op deze regeling?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Via welke juridische weg was u dit van plan en waren er nog andere organisaties bij betrokken in de uitvoering hiervan en welke rolverdeling was daarin voorzien?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Bent u alsnog bereid de gesprekken over deze regeling opnieuw ter hand te nemen om de groep ongedocumenteerde Surinamers geboren voor 1975 een legale status te verlenen?

    Gelet op de demissionaire status van het kabinet zie ik hiertoe geen mogelijkheden. Het is aan een nieuw kabinet om al dan niet stappen te zetten m.b.t. deze problematiek.

  • Mededeling - 29 april 2024

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bontenbal (CDA), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat honderd oudere Surinamers een verblijfsstatus aanvragen (ingezonden 8 april 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z05971
Volledige titel: Het bericht dat honderd oudere Surinamers een verblijfsstatus aanvragen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-1642
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over het bericht dat honderd oudere Surinamers een verblijfsstatus aanvragen