Ingediend | 26 maart 2024 |
---|---|
Beantwoord | 16 mei 2024 (na 51 dagen) |
Indiener | Sarah Dobbe |
Beantwoord door | Gerrit van Leeuwen |
Onderwerpen | bestuur defensie internationaal internationale samenwerking parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z05025.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1748.html |
Ja.
Nee.
Zie hiervoor de toelichting in de Kamerbrief over «de opvolging die het kabinet geeft aan het arrest van het Gerechtshof Den Haag over de doorlevering van F-35-onderdelen naar Israël» van 24 april 2024 (Kamerstuk 2024D16833). Het kabinet is in regelmatig contact met de F-35-partners, ook over de gevolgen van de rechterlijke uitspraak om door- en uitvoer van F-35-onderdelen vanuit Nederland naar Israël te staken. Er is niet gevraagd naar alternatieve routes te zoeken om alsnog F-35-onderdelen te kunnen leveren aan Israël. Er is dan ook geen sprake van omzeiling van de rechterlijke uitspraak.
Wel wil het kabinet zich ten volste inspannen om te voorkomen dat het F-35-programma in gevaar wordt gebracht, omdat dit programma cruciaal is voor de nationale veiligheid van Nederland en betrokken bondgenoten. De Kamer roept het kabinet hier ook toe op middels de motie Brekelmans (Kamerstuk 2024D0565). In de genoemde Kamerbrief wordt ook ingegaan op de motie Van Dijk (Kamerstuk 2024D15530) die het kabinet oproept te bezien of en op welke wijze het doorvoeren van F-35-onderdelen zo spoedig mogelijk kan worden hervat.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zoals toegelicht in de Kamerbrief over «de opvolging die het kabinet geeft aan het arrest van het Gerechtshof Den Haag over de doorlevering van F-35-onderdelen naar Israël» van 24 april 2024 (Kamerstuk 2024D16833) acht het kabinet het, op basis van regelmatige contacten met bondgenoten en eigen analyse aan de hand van vertrouwelijke gegevens, niet aannemelijk dat sinds het arrest in Nederland geproduceerde goederen thans in Israëlische F-35-toestellen terecht komen.
Sinds de beantwoording (29 februari 2024) van de schriftelijke vragen van het lid Dobbe over de doorvoer van onderdelen van F-35’s of andere wapensystemen aan Israël zijn er geen vergunningen goedgekeurd voor eindgebruik in Israël.
Er is sinds 7 oktober 2023 één vergunningaanvraag voor de uitvoer van militaire goederen afgewezen. Het betreft een aanvraag voor de uitvoer van munitie naar een particuliere wapenhandelaar. Doorslaggevend voor de afwijzing was de negatieve toetsing van de vergunningaanvraag aan criterium 7 (omleidingsrisico naar kolonisten op de Westelijke Jordaanoever) van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportcontrole.
Er zijn alleen onder de algemene vergunning NL009 («Doorvoer, uitvoer of overdracht in het kader van het F-35 Lightning II programma») militaire goederen uit- en doorgevoerd naar Israël na 7 oktober. Deze uit- en doorvoer is als gevolg van het arrest van het Gerechtshof Den Haag gestopt.
Onder de Algemene doorvoervergunning NL007 is doorvoer van militaire goederen vanuit EU-, NAVO- of daaraan gelijkgestelde landen (Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zwitserland) naar onder andere Israël mogelijk, tenzij die goederen vallen binnen het kader van het F-35 Lightning II programma. Op basis van de nu bekende rapportagedata heeft er sinds 7 oktober geen doorvoer naar Israël plaatsgevonden onder de Algemene Vergunning NL007.
Daarnaast zijn er twee globale vergunningen van kracht waarbinnen Israël een van de potentiële landen van bestemming is. Deze vergunningen houden geen verband met het F-35-programma.
De eerste vergunning is bedoeld om de vergunninghouder in staat te stellen op korte termijn de minimaal benodigde militaire technologie te delen ten behoeve van het uitbrengen van een offerte. In het geval dat een dergelijke offerte leidt tot een verkoop is voor de definitieve uitvoer van het daadwerkelijke product een separate vergunning benodigd. Op deze vergunning is tot op heden, zover bekend, niet uitgevoerd naar Israël.
De tweede vergunning betreft het kunnen delen van testmonsters en technologie voor de ontwikkeling van antiballistisch (beschermend) materieel. Op deze vergunning heeft na 7 oktober, zover bekend, één realisatie met bestemming Israël plaatsgevonden.
Het systeem van de algemene en globale vergunningen vraagt van bedrijven om twee keer per jaar over de realisatie in het voorafgaande half jaar te rapporteren. Daarbij wordt door de vergunninghouder ook gerapporteerd wat de eindbestemming is. De bedrijven zijn verplicht om de informatie over de periode januari t/m juni 2024 voor 1 september 2024 aan te leveren bij de overheid, waarna deze gegevens kunnen worden verwerkt. Het kabinet rapporteert jaarlijks aan de Tweede Kamer over de data uit het voorgaande jaar in het jaarrapport exportcontrole strategische goederen.
Hieronder vindt u per door u genoemd rijnummer de datum van de meest recente uitvoer. Ook wordt weergegeven of de waarde van de betreffende vergunning volledig is verbruikt.
26554
28 juli 2022
Ja
Verlopen
27133
5 december 2022
Nee
Verlopen
27666
23 februari 2024
Ja
Verlopen
27713
21 juni 2023
Ja
Verlopen
27796
Geen realisaties
Nee
Verlopen
27804
23 augustus 2023
Nee
Verlopen
28100
8 mei 2023
Ja
Geldig
28232
9 augustus 2023
Ja
Geldig
Met uitzondering van één vergunning heeft voor de weergegeven vergunningen geen uitvoer plaatsgevonden sinds 7 oktober 2023. De vergunning waarvoor dit wel het geval was (27 666) betreft de uitvoer van warmtebeeldcamera’s voor research & development doeleinden. Indien dit leidt tot een nieuwe uitvoer voor productiedoeleinden moet hiervoor een nieuwe vergunning worden aangevraagd die conform het gebruikelijke beleid zal worden getoetst aan het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportcontrole.
Op het moment van schrijven kan op geen van de vergunningen een nieuwe uitvoer plaatsvinden omdat de vergunningen verlopen of volledig verbruikt zijn.
Voor alle afgegeven vergunningen is een toets gedaan aan het EU gemeenschappelijk standpunt inzake wapenexportcontrole. Daarbij is in het bijzonder aandacht besteed aan criterium 2 dat ziet op het risico op gebruik van de uit te voeren goederen bij ernstige mensenrechtenschendingen of ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht. In alle gevallen is een afweging gemaakt op basis van de aard van de goederen, de eindgebruiker en het opgegeven eindgebruik. Daarbij is geen duidelijk risico op inzet van de goederen bij voorgenoemde schendingen geconstateerd.
Op 7 oktober 2023 waren drie van de hierboven genoemde vergunningen nog te gebruiken voor een eventuele uitvoer. Het ging hierbij om de eerder genoemde vergunning voor R&D doeleinden (rijnummer 27666), een vergunning ten behoeve van outsourcing door een Nederlands bedrijf (rijnummer 27796) en een vergunning ten behoeve van de uitvoer van onderdelen voor het Iron Dome luchtverdedigingssysteem (rijnummer 27804). In geen van de gevallen is contact gezocht met de vergunninghouders over het gebruik van de vergunning omdat het betreffende eindgebruik niet strijdig wordt bevonden met het Nederlandse wapenexportcontrolebeleid in de context van het sinds 7 oktober 2023 opgelaaide conflict.
De rapportage uitvoer militaire goederen op rijksoverheid.nl bevat op het moment informatie over uitvoer van militaire goederen tot en met januari 2024. Uitvoer van militaire goederen in de periode mei 2023 – januari 2024 is via deze rapportage inzichtelijk. In de periode februari 2024 tot heden zijn geen vergunningen voor de uitvoer van militaire goederen met eindbestemming Israël afgegeven.
Hieronder vindt u per door u genoemd rijnummer de datum van de meest recente uitvoer. Ook wordt weergegeven of de waarde van de betreffende vergunning volledig is verbruikt.
11744
17 februari 2023
Ja
Verlopen
11782
24 april 2023
Nee
Verlopen
11869
6 maart 2023
Ja
Verlopen
12019
Geen realisaties
Nee
Verlopen
12052
11 oktober 2023
Nee
Verlopen
12087
14 november 2023
Ja
Verlopen
12150
6 juni 2023
Ja
Verlopen
12405
Geen realisaties
Nee
Geldig
12462
Geen realisaties
Nee
Geldig
12498
Geen realisaties
Nee
Geldig
12749
27 oktober 2023
Ja
Geldig
Met uitzondering van de vergunning in rij 12019 kennen/kenden alle hierboven weergegeven vergunningen civiel eindgebruik. De vergunning in rij 12019 betreft uitvoer voor R&D-doeleinden. Deze vergunning is inmiddels verlopen zonder dat er gebruik van is gemaakt.
Nee, hierover is geen contact geweest gelet op de civiele aard van het eindgebruik van het merendeel van deze vergunningen. Daar waar het eindgebruik militair van aard was betrof het een voorgenomen transactie richting een Israëlisch bedrijf voor R&D doeleinden. Voor eventuele uitvoer ten behoeve van productie dient een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.
Bij het Logistiek Centrum Woensdrecht zijn onderdelen van alle wapensystemen van de luchtmacht opgeslagen.
Nee. Onderdelen van andere wapensystemen zijn in eigendom van het Ministerie van Defensie en worden alleen voor de eigen Nederlandse toestellen aangewend.
Nee, er vindt, buiten gezamenlijk onderhoud met België aan NH90-helikopters, op Woensdrecht geen onderhoud plaats aan systemen van andere landen.
Voor wat betreft het onderhoud dat in Nederland plaatsvindt in de motoronderhoudsfaciliteit verwijs ik u graag naar de antwoorden op Kamervragen van 19 december 2023 (Kamerstuk 2023Z19578). Daar wil ik aan toevoegen dat er geen onderhoud aan Israëlische F-35-toestellen plaatsvindt in Nederland.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Dobbe over de levering van F-35 onderdelen aan Israël (ingezonden op 26 maart 2024, met kenmerk 2024Z05025), deel ik u mede dat het niet mogelijk is gebleken om de beantwoording binnen de gestelde termijn aan uw Kamer te doen toekomen. Het streven is de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.