Ingediend | 20 maart 2024 |
---|---|
Beantwoord | 30 april 2024 (na 41 dagen) |
Indiener | Joost Sneller (D66) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur cultuur en recreatie media organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z04639.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1641.html |
Ja.
Het oordeel van de rechter waar naar wordt verwezen is een oordeel van de rechtbank, dat ziet op een last onder dwangsom van de burgemeester van Utrecht ter handhaving van de algemene plaatselijke verordening. De burgemeester van Utrecht heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De burgemeester van Amsterdam heeft mij laten weten dat zij gebruik heeft gemaakt van haar noodbevelsbevoegdheid op grond van artikel 175 van de Gemeentewet. De zaken zijn dus niet vergelijkbaar. Het is nu primair aan de raad van Amsterdam of aan de rechter, indien deze wordt betrokken, om hierover te oordelen. Ik stel mij dan ook terughoudend op in het oordelen hierover.
Op 25 oktober jl. stuurde ik uw Kamer de analyse van de Landsadvocaat over de huidige wettelijke bevoegdheden om online aangejaagde openbare-ordeverstoringen tegen te gaan. Ik streef ernaar uw Kamer uiterlijk in mei van dit jaar een beleidsreactie toe te sturen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sneller (D66), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het online gebiedsverbod (ingezonden 20 maart 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.