Ingediend | 19 februari 2024 |
---|---|
Beantwoord | 2 april 2024 (na 43 dagen) |
Indieners | Marjolein Faber (PVV), Max Aardema (PVV) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur provincies recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z02725.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1386.html |
Ja, daar ben ik mee bekend.
Ja, daar ben ik nu mee bekend.
Ik ben van mening dat de leus als zodanig te veroordelen is. De beoordeling of er mogelijk sprake is van een strafbaar feit in een individueel geval is primair een verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en – mits de zaak wordt aangebracht bij de rechtbank – uiteindelijk is die beoordeling voorbehouden aan de rechter.
De hierboven, in vraag 2 aangehaalde specifieke uiting is tijdens de inzet niet gesignaleerd door de aanwezige politieagenten. Er is derhalve ten tijde van de demonstratie niet tot aanhouding overgegaan. Het Openbaar Ministerie is niet bekend met een aangifte en is geen strafrechtelijk onderzoek gestart.
Zie antwoord vraag 4.
De beoordeling of er mogelijk sprake is van een strafbaar feit in een individueel geval is primair een verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en – mits de zaak wordt aangebracht bij de rechtbank – uiteindelijk is die beoordeling voorbehouden aan de rechter.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Faber-van de Klashorst en Aardema (beiden VVD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over pro-Palestina demonstratie plaats in Amsterdam (ingezonden 19 februari 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.