Ingediend | 12 februari 2024 |
---|---|
Beantwoord | 11 april 2024 (na 59 dagen) |
Indiener | Marieke Koekkoek (D66) |
Beantwoord door | Alexandra van Huffelen (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba migratie en integratie organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z02254.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1481.html |
In het kader van motie-Simons c.s. zijn er in december en januari jl. op ambtelijk niveau gesprekken gevoerd tussen de Ministeries van VWS en BZK, inclusief de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO), de Curaçaose organisatie Salu pa Tur en Stichting Vluchteling. Deze gesprekken richtten zich op de uitdagingen waar ongedocumenteerde personen op Curaçao voor staan, zoals de toegang tot tweedelijns, specialistische en psychosociale zorg voor ongedocumenteerde patiënten. Daarnaast heeft er recent op directeurenniveau vanuit het Ministerie van BZK een gesprek plaatsgevonden met de uitgaande directeur van Human Rights Defense Curaçao (HRDC). Tijdens dit gesprek werd tevens de huidige situatie rondom migratie en ongedocumenteerde personen op Curaçao aangehaald.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft 14, 15 en 16 maart jl. een werkbezoek afgelegd aan de benedenwindse eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire. Op Curaçao heeft hij onder meer met lokale ngo’s het gesprek gevoerd over migratie en uitvoering van het migratiebeleid op Curaçao. In het gesprek zijn de aandachtspunten van het maatschappelijke middenveld en hun samenwerking met de lokale overheid besproken. In dat verband is aangegeven dat nodige stappen zijn gezet om de uitvoering van het migratiebeleid en situatie van migranten te verbeteren. Daarnaast benadrukten de ngo’s duurzame financiële ondersteuning als aandachtspunt omdat zij ook leunen op (onzekere) fondsenwerving. In het algemeen is er een goede samenwerking met de overheid, maar verdere stappen kunnen nog worden gezet om zo het beleid waaronder ook de aanpak van mensenhandel en -smokkel en de uitvoering van het migratiebeleid en grensbeheer verder te versterken en optimaliseren.
Ten slotte zullen de Staatssecretaris van JenV en ikzelf in april van 2024 opvolging geven aan het bestuurlijk overleg met Amnesty International Nederland en Vluchtelingenwerk Nederland.
Ik erken de uitdagingen waar de Caribische landen van het Koninkrijk voor staan op het gebied van mensenrechten en migratie. Feit blijft echter dat migratiebeleid inclusief de toegang tot de gezondheidszorg en bescherming van minderjarige ongedocumenteerden een landsaangelegenheid is, en de Landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden hier zelf primair voor verantwoordelijk zijn.
Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer vinden momenteel binnen de werkgroep Onderlinge regeling Vreemdelingenketen (ORVK) gesprekken plaats over de verdere samenwerking op diverse beleidsonderwerpen.2 Zoals recentelijk aangegeven in de periodieke rapportage hoofdlijnen JVO aan uw Kamer wordt onder andere over voortzetting van de samenwerking op het terrein van terugkeer en een pilot informatie-uitwisseling tussen grensbewakingsautoriteiten van de Landen gesproken.3Toekomstige samenwerking en eventuele hulp en bijstand zal voortbouwen op de geboekte vooruitgang in het kader van de ORVK en naar aanleiding van de hulp en bijstand die sinds 2019 in het kader van het bestedingsplan optimalisering van de vreemdelingenketen in Aruba en Curaçao is geleverd. Afhankelijk van de wensen en behoefte kan worden gezien welke bijstand Nederland kan leveren. Uw Kamer wordt in de eerste helft van 2024 door de Staatssecretaris van JenV geïnformeerd over de voortgang van deze activiteiten en de mogelijke nieuwe bijstandsverzoeken vanuit de Landen.
De rapporten kunnen worden gedeeld zodra Curaçao ze zelf openbaar heeft gemaakt. Het zijn immers rapporten van het land Curaçao. Het delen van deze rapporten voordat Curaçao zelf tot openbaarmaking is overgegaan verhoudt zich niet met de afspraken zoals gemaakt in de onderlinge regeling Samenwerking bij hervormingen.
Het kabinet erkent dat het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol kan vervullen bij het beschermen en bevorderen van rechten van ongedocumenteerde personen. Het delen van ervaringen en best practices kan zo dienen als een waardevol instrument voor zowel de autonome regeringen als ngo's. De Staatssecretaris van VWS, de Staatssecretaris van JenV en ik achten het van belang dat een actieve dialoog wordt voortgezet over het optimaliseren van de samenwerking met het maatschappelijk middenveld. Desalniettemin zijn de rapportages en diens evaluaties aangelegenheden van de autoriteiten van Curaçao. Het is daarom aan Curaçao om input bij het maatschappelijk middenveld op te halen en die te verwerken in de evaluaties.
Het kabinet beseft dat ongedocumenteerde personen in de Landen zich in een lastige situatie bevinden. Het kabinet doet daarom wat mogelijk is, passend binnen de staatkundige verhoudingen in het Koninkrijk (waarbij de autonome Landen bevoegd en verantwoordelijk zijn voor de omgang met ongedocumenteerden in de Landen). Als resultaat van deze werkgroepen is er bijvoorbeeld een overzicht gemaakt van preventieve interventies die op de CAS en BES worden uitgevoerd bijvoorbeeld rondom leefstijl en overgewicht. Op basis van dit overzicht kunnen de eilanden in de toekomst uitwisselen over geleerde lessen en best practices. In de werkgroep «preventie» is het onderwerp seksuele gezondheid een aandachtsgebied. De eilanden hebben met elkaar afgesproken om het komende jaar over dit thema kennis en ervaring uit te wisselen en te bezien of er samenwerking op thema's nodig of wenselijk is. Indien de landen dit verzoeken, is de Staatssecretaris van VWS bereid om met de Landen mee te denken over de voorbereiding en uitwerking van deze agendapunten.
Zie antwoord vraag 5.
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gestelde vragen van het lid Koekkoek (Volt) over de toegang tot zorg voor ongedocumenteerde personen op Aruba, Sint-Maarten en Curaçao (ingezonden op 12 februari 2024 met kenmerk 2024Z02254) niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. De reden hiervoor is dat de bredere interdepartementale afstemming meer tijd vergt om uw Kamer van een gedegen beantwoording te voorzien. Ik zal u de beantwoording zo spoedig mogelijk doen toekomen.