Ingediend | 29 januari 2024 |
---|---|
Beantwoord | 26 februari 2024 (na 28 dagen) |
Indiener | Mpanzu Bamenga (D66) |
Beantwoord door | Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | afval economie industrie natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z01291.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1099.html |
Ja.
Ja. Om de doelstellingen te halen, zullen we in Nederland plastic meer en beter moeten gaan recyclen.
Het is staand kabinetsbeleid om primair fossiel plastic te ontmoedigen en plastic recyclaat en biogebaseerd plastic te stimuleren, dit staat onder meer beschreven in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) 2023–2030.2 Een belangrijke extra maatregel is de voorgenomen invoering van de nationale circulaire plastic norm per 2027.3 De invoering van deze norm zorgt ervoor dat er een grote marktvraag komt naar plastic recyclaat.
Daarnaast zet Nederland zich in voor ambitieuze verplichte recyclaatdoelstellingen in Europese regelgeving.
Primair fossiel plastic (virgin plastic) is inderdaad te goedkoop omdat de milieukosten niet zijn verrekend in de prijs. De reden dat virgin op dit moment nog goedkoper is, heeft te maken met de aanwezigheid van goedkope energie in China en VS, de overproductie van primair fossiel plastic in die regio’s en de afgenomen vraag naar recyclaat. Het is niet gezegd dat dit zo blijft. Wanneer de vraag toeneemt en fossiele grondstoffen duurder worden, stijgt de prijs van primair fossiel plastic. Tegelijkertijd kan de prijs van recyclaat dalen, als gevolg van toegenomen recyclaatproductie om te voldoen aan aankomende nationale en Europese regelgeving. In dit kader roept het kabinet dan ook bedrijven die plastic producten inkopen, zoals shampoo-flesjes, op om producten in te kopen die recyclaat bevatten. Op die manier wordt een bijdrage geleverd aan het duurzamer worden van onze maatschappij en worden de plasticrecyclers ondersteund.
In het IBO-traject voor aanvullende klimaatmaatregelen is hier ook naar gekeken. De weglekeffecten van een dergelijke nationale maatregel werden door het kabinet als niet positief beoordeeld.
Ik ben met mijn collega’s van Economische Zaken en Klimaat in gesprek welke mogelijkheden we hier hebben. Hierbij wordt zowel gekeken naar mogelijke maatregelen voor de korte termijn als maatregelen voor de middellange termijn. Hierbij betrek ik ook het Afvalfonds Verpakkingen om te bekijken welke rol zij hier kunnen spelen. Datzelfde geldt voor InvestNL.
Nee. Het is een probleem dat breed speelt in de plastic recycling industrie, zowel in Nederland als Europa. Voor andere industrieën speelt deze situatie niet op deze manier.
Ja, een oplopend verplicht recyclaat leidt tot meer vraag van plastic recyclaat. Daarom bepleit het kabinet ook actief bij alle nieuwe productregelgeving (zoals voor verpakkingen en voor circulaire voertuigen) in Brussel ambitieuze doelstellingen voor de toepassing van recyclaat.
Nee. Het is niet haalbaar om de norm eerder te laten ingaan.
Nederland staat internationaal al bekend als een voorloper ten aanzien van de circulaire economie. In het in bovenstaande antwoorden genoemde NPCE staat beschreven hoe het kabinet van plan is, deze internationale rol te behouden.
Op ambtelijk niveau is er contact tussen het ministerie en de relevante brancheorganisaties om een inventarisatie te maken van de wetgeving die belemmerend werkt. De signalen over de regelgeving rond voedselveiligheid zijn bekend en er lopen ook gesprekken met het Ministerie van VWS, die verantwoordelijk is voor deze regelgeving.
In Nederland houdt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toezicht op duurzaamheidsclaims richting consumenten. Er wordt echter geen toezicht gehouden op duurzaamheidsclaims van buitenlandse producenten in de zakelijke markt.
Ja.
In die publicatie doen de auteurs een oproep om de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV) te verbeteren, zodat we meer grip krijgen op de recycling van plastic. Die oproep kan ik natuurlijk van harte onderschrijven.
Over de toekomst van Nederlands afval in landen waar geen afvalverwerkingssysteem is, het volgende. De afgelopen jaren heb ik me in Europees verband ingezet om onze controle op dit afval fors te verbeteren. En op dit vlak mogen we mogelijk nog voor de Europese verkiezingen goed nieuws verwachten, namelijk de publicatie en inwerkingtreding van een flink gemoderniseerde EVOA, de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen. Deze EVOA bevat bepalingen, die 30 maanden na inwerkingtreding de export verbieden van plastic afval uit de EU naar niet-OESO-landen. Verder zal 24 maanden na inwerkingtreding voor alle export van plastic afval uit de EU het zwaarste regime gaan gelden. Dat zwaarste regime houdt onder andere in: een financiële garantstelling voor het geval er iets mis gaat met transport of verwerking en expliciete toestemming van betrokken bevoegde gezagen voordat het transport plaatsvindt. Bovendien wordt een audit door onafhankelijke derden verplicht voor installaties die uit de EU geëxporteerd afval verwerken. De verwerking van het daarbij vrijkomend restafval is een verplicht onderwerp in deze audits.
De export uit de EU van recyclebaar plastic voor storten of verbranden is nu al verboden. Naar verwachting zal binnenkort de herziene EVOA in werking treden en daarin zijn ook bepalingen opgenomen, die de handhaving moeten verbeteren.
Het dumpen van Nederlands afval in Turkije is nu al verboden. Zoals in het antwoord op vraag 15 al is aangegeven, zijn in de herziene EVOA bepalingen opgenomen, die de handhaving moeten verbeteren.