Ingediend | 4 december 2023 |
---|---|
Beantwoord | 11 januari 2024 (na 38 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Hans Vijlbrief (staatssecretaris economische zaken) (D66) |
Onderwerpen | bodem economie natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z19640.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-760.html |
Ja, ik ben hiermee bekend.
De NAM heeft op 31 oktober 2022 het verzoek om instemming met de actualisatie van het winningsplan ZO-Drenthe Zuur ingediend. De reden die de NAM aangeeft voor de actualisatie van het geldende winningsplan is de verlengde levensduur van de gasvelden Dalen DC, Dalen ZEZ2C, Oosterhesselen ZEZ2C en Emmen-Nieuw Amsterdam ZEZ2C tot en met 2030. De velden van Schoonebeek vallen niet onder het winningsplan ZO-Drenthe Zuur.
De NAM legt in het winningsplan ZO-Drenthe Zuur geen verband tussen de aardgaswinning en eventuele bergruimte ten behoeve van andere winningen zoals de oliewinning. De aardgaswinning ZO-Drenthe Zuur staat dan ook op zichzelf. Aardgas is in de transitie naar duurzame energie nog steeds nodig en dit is een onderdeel van het klimaatbeleid.2 Daarbij geldt als uitgangspunt dat Nederlandse gaswinning onder het niveau van de binnenlandse aardgasvraag blijft.
De NAM heeft op 31 oktober 2022 het verzoek om instemming met de actualisatie van het winningsplan ZO-Drenthe Zuur ingediend.
Ik vind het vervelend dat de gemeenten Emmen en Coevorden zich overvallen voelen. Bij de besluitvorming over het winningsplan ZO-Drenthe Zuur worden partijen op verschillende manieren betrokken. Op 31 augustus 2023 heeft EZK een bijeenkomst georganiseerd met de decentrale overheden. De NAM was hier ook bij aanwezig. Tijdens de bijeenkomst zijn vragen van de decentrale overheden beantwoord. Aldaar is afgesproken elkaar op te zoeken bij vragen of zorgen. In het ontwerpbesluit betrek ik de adviezen van de decentrale overheden. Tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbesluit organiseer ik een informatiemarkt op locatie.
Gas- en oliewinning kunnen bodemdaling veroorzaken. In een winningsplan moet zowel de bodemdaling ten gevolge van dat winningsplan, als de bodemdaling door andere winningen worden aangegeven. Het advies van TNO en SodM over deze bodemdaling betrek ik in mijn besluit. Bij dit winningsplan is geen sprake van waterinjectie in de gasvelden van ZO-Drenthe Zuur.
Op dit moment is geen sprake van onvoldoende capaciteit. Mocht in de toekomst toch blijken dat er onvoldoende capaciteit is, dan zal de NAM aanvullende capaciteit moeten zoeken en daarvoor een vergunning moeten aanvragen. Ook dan zal daar alleen een vergunning verleend worden als dat veilig en verantwoord mogelijk is. Dit is geen onderdeel van het winningsplan ZO-Drenthe Zuur en voor zover mij bekend heeft NAM daar ook geen voornemens toe.
Een aanvraag voor de injectie van afvalwater is niet aan de orde voor de gasvelden Dalen DC, Dalen ZEZ2C, Oosterhesselen ZEZ2C en Emmen-Nieuw Amsterdam ZEZ2C. Mocht een dergelijke aanvraag in de toekomst, hoewel momenteel niet voorzien, toch ingediend worden, dan zal deze volgens de dan geldende wet- en regelgeving beoordeeld moeten worden. Veiligheid van omwonenden staat daarbij voorop. Het Staatstoezicht op de Mijnen adviseert mij over de mogelijke gevolgen voor de veiligheid van mens en milieu en de adequaatheid van de risicobeheersing.
In de adviezen van de decentrale overheden is een onderzoek3 naar schademeldingen in Nieuw-Amsterdam door bodemdaling en ongelijkmatige zetting vermeld. Dit onderzoek wijst uit dat de schademeldingen in het gebied niet door mijnbouw lijken te komen. TNO en SodM schrijven in hun adviezen dat de toekomstige gaswinning door de voorliggende wijziging van het winningsplan tot een halve millimeter extra bodemdaling zal leiden. Alle andere bodemdaling door mijnbouwactiviteiten in het gebied is veroorzaakt door gaswinning die al heeft plaatsgevonden, of wordt veroorzaakt door andere winningen zoals Schoonebeek. Mede door na-ijleffecten en de effecten van deze andere activiteiten gaat de NAM uit van 6 cm extra bodemdaling in het winningsplan ZO-Drenthe Zuur ten opzichte van het vorige winningsplan. In het ontwerpbesluit met de wijziging van het winningsplan zal ik aandacht hebben voor de zorgen die leven in het gebied. Ik stem alleen in met het winningsplan als dit veilig en verantwoord kan.
Indien in een gasveld een beving plaatsvindt, meet het seismische meetnetwerk van het KNMI de magnitude en de locatie van de beving. Daarna kan worden bepaald of de beving werd veroorzaakt door gaswinningsactiviteiten.
In het seismisch risicobeheersplan van de NAM is een stappenplan vastgelegd voor acties en communicatie naar aanleiding van een beving. Hierin wordt onder andere vastgelegd bij welke magnitude van een beving de NAM een rapportage op moet stellen en productiemaatregelen moet overwegen. SodM beoordeelt die rapportage en de voorgestelde maatregelen en kan hierop handhaven.
Het delen van de opbrengsten van aardgaswinning is momenteel geen onderdeel van het afwegingskader om tot een besluit te komen. Zoals benoemd in de brieven aan de Tweede Kamer van 20 januari 20234 en 15 juni 20235 over de contourennota voor de aanpassing van de Mijnbouwwet, wil ik de mogelijkheden verkennen om de lusten en lasten van mijnbouwactiviteiten anders te verdelen. Een onderzoek dat in dit kader is uitgevoerd deel ik met een korte duiding zo spoedig mogelijk met uw Kamer.
TNO en SodM schrijven in hun adviezen dat de toekomstige gaswinning door de voorliggende wijziging van het winningsplan tot een halve millimeter extra bodemdaling zal leiden.
Ik volg de gebruikelijke procedure waarin de decentrale overheden advies uitbrengen. Gezien de zomervakantie heb ik de provincie, het waterschap, en de gemeenten gedurende een ruimere periode dan normaal in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen: van 24 juli 2023 tot 6 oktober. Voor de gemeenten heb ik deze termijn op hun verzoek nog verlengd tot eind oktober. SodM en TNO hebben ook advies uitgebracht.
SodM heeft een wettelijke opdracht mij te adviseren over de veiligheid en de nadelige gevolgen voor mens en milieu. Deze adviezen zijn voor mij leidend. Ik wijs in dit kader naar het in de contourennota (Kamerstuk 32 849, nr. 214) vastgelegde uitgangspunt dat de binnenlandse gasproductie de Nederlandse vraag naar gas niet overschrijdt. Het milieu maakt als toetsingsgrond onderdeel uit van het nog op te stellen ontwerpbesluit met het winningsplan. Ik betrek de adviezen van de decentrale overheden bij het ontwerpbesluit.
In voorgaande antwoorden heb ik uitgelegd hoe ik op basis van de wet omga met deze en andere aanvragen voor wijziging van een winningsplan. Dat staat los van de wensen voor nieuw beleid die zijn vastgelegd in de contourennota (Kamerstuk 32 849, nr. 214). Ik wil een nationaal programma voor duurzaam gebruik van de diepe ondergrond opstellen, dat vooraf duidelijk maakt waar welke activiteit mag plaatsvinden en onder welke voorwaarden. De keuze welke mijnbouwactiviteiten in welke gebieden mogen plaatsvinden komt tot stand in een maatschappelijke dialoog op nationaal niveau en wordt vastgelegd in het kader van het aangekondigde programma voor duurzaam gebruik van de diepe ondergrond. Door voorafgaand aan de verschillende activiteiten met elkaar in gesprek te gaan en afspraken te maken ontstaat meer zekerheid rond mijnbouwactiviteiten. Dit is het doel van het nee, tenzij principe.
Wanneer ik een ontwerpbesluit heb genomen, wordt dit inclusief alle stukken ter inzage gelegd. Ongeveer twee weken later organiseer ik een informatiemarkt op locatie. Ter plekke kunnen mensen zich laten informeren over de plannen en zij kunnen ook een zienswijze laten optekenen. Omwonenden en andere inwoners kunnen tijdens de terinzagelegging ook een zienswijze insturen. De zienswijzen worden verwerkt in een besluit, dat ook weer ter inzage wordt gelegd en waartegen beroep bij de Raad van State mogelijk is.
Hoewel het gebiedsproces in Schoonebeek nog niet is afgerond, zal de eerste fase begin 2024 worden geëvalueerd. Het doel van deze evaluatie is deels om terug te kijken op het doorlopen proces, maar is nadrukkelijk ook bedoeld om te leren van de ervaringen. De resultaten van de evaluatie worden voor de zomer verwacht en zullen met uw Kamer worden gedeeld. Deze lessen gebruik ik om tot richtsnoeren te komen voor participatie bij concrete projecten en gebiedsprocessen rondom mijnbouwactiviteiten. Eventuele aanpassingen in wet- en regelgeving neem ik mee in de herziening van de Mijnbouwwet, zoals beschreven in de Kamerbrief van 15 juni 2023 over de contourennota voor de aanpassing van de Mijnbouwwet.